I Am Number Four (2011)
Maandagavond, behoorlijk moe van een te lange werkweek die net geëindigd was, en ik had zin in een lekker simpele film. Ik stapte de vrij lege IMAX-zaal binnen, nam de beste plek (rij 6 in ’t midden), zonder mensen binnen tien meter, en zat binnen twee minuten ín de film.
En natuurlijk zit I Am Number Four vol met cliché’s en ontbeert de film elke diepgang, maar hij viel me niet tegen…
Kijk, zo zie je direct hoe lage verwachtingen en ’the moment’ mijn filmervaring ook positief kunnen beïnvloeden. Binnen vijf minuten hoorde ik Kings of Leon, The Black Keys en Adele door de boxen knallen, en verbaasde ik me hoe rustig de film eigenlijk begon (na de verplichte ‘heftige’ openingsscène natuurlijk). En dat bedoel ik als compliment.
I Am Number Four gaat over een aantal alien-kids die hun planeet hebben moeten verlaten voordat de Mogadorians aanvielen (Superman, anyone?). Nu hebben de Mogadorians echter hun zinnen gezet op onze Aarde, en staan deze negen kids hen eigenlijk in de weg. Want wat wij wel weten, maar hoofdrolspeler N° 4 (of John Smith, if you will) nog niet: hij en de acht anderen beschikken over ‘special powers’ die wél op kunnen tegen de Mogadorians, als ze maar samenspannen. En dus moet John leren omgaan met z’n krachten (Spider-Man e.v.a., anyone?)
Haha, als ik het verhaal zo typ dan is het echt een simpele bij elkaar gejatte film. Maar toch schaam ik me niet als ik zeg dat ik me gewoon wel vermaakt heb. Ik had al lang geen simpele quatsch-film meer gezien, en deze deed het wel voor me. Ik verwachtte ook niet meer, maar kreeg dus een onverwacht rustige opbouw, degelijk tot goede visual fx (thanks to producer Michael Bay, neem ik aan) en een film die ik net zo makkelijk weer kon vergeten. Soms is dat fijn hoor, soms… Zeker als Beck, The xx en Rockwell ook nog effe voorbijkomen.