High Noon (1952)
Yes, wederom was het heerlijk om een classic te ontdekken. Ditmaal was ’t High Noon uit 1952, over een marshall die vanuit eer en nobiliteit besluit een stadje te redden van een outlaw, ook al zijn de bewoners zwak en makkelijk te manipuleren. Zou dat kritiek op onze maatschappij zijn, of een teken dat we altijd helden nodig blijven hebben die wél op durven te staan tegen onrecht, hoe ‘zwak’ de grote massa ook is..?
Good ol’ Gary Cooper speelt de schijnbaar stoïcijnse held, Grace Kelly z’n nieuwe vrouw die ‘m ook niet echt lijkt te willen steunen. En guess the celebs in de bijrollen…
Cooper speelt marshall Will Kane, die vijf jaar geleden een beruchte crimineel (Frank Miller) oppakte. Hij werd ter dood veroordeeld, maar die straf werd al snel omgezet in levenslang, en vijf jaar later krijgt ie gratie. Op de dag dat Miller weer terug wil komen naar het stadje waar hij opgepakt is, trouwt Kane juist met Amy (Grace Kelly) en hangt ie z’n marshall-penning en pistolen aan de wilgen. De bewoners van het stadje zijn Kane erg dankbaar, want het stadje is nu weer ‘veilig’, maar ergens zijn ze ook wel blij met de komst van Miller. Miller zorgde namelijk wel voor beroering, voor volle hotels en voor drukke saloons. Daar zal best ergens een metafoor te vinden zijn, maar ik ga niet geforceerd zoeken…
Kane wordt door z’n vrienden en kersverse vrouw overtuigd om weg te zijn vóórdat Miller de stad bereikt, maar tijdens z’n ‘vlucht’ beseft ie zich dat het recht gehandhaafd moet worden, no matter what. Hij keert terug, maar komt er dan langzaam achter dat niemand bereid is hem te helpen in z’n aanstaande gevecht tegen Miller. Kane’s wanhoop en angst groeien naarmate de minuten verstrijken, en op die momenten voel je de kracht van een goed gemaakte film met eigenlijk maar een erg klein en simpel verhaaltje. De sfeer profiteert namelijk van het ‘klein’ houden van alles. Je wordt nergens afgeleid door onnodige plotwendingen en onploffingen, of ander secundair gedoe. Nu zouden mainstream-kijkers dat waarschijnlijk “saai” vinden, dus durft ‘men’ dat nu vrijwel niet meer, maar een film als High Noon toont aan dat een ‘kleine’ film ook gewoon groots kan zijn. Hij staat namelijk niet voor niets op #144 in IMDb’s top 250 aller tijden…
De film liet me goed meevoelen met Kane, zeker ook omdat er gekozen is om de film bijna in real time te maken. De film duurt 84 minuten, en loopt van ongeveer 10.30u tot 12.10u (ongeveer 100 minuten). Daardoor bekroop mij op een gegeven moment zo’n gevoel van ‘onvoorkoombaarheid’ dat Kane ook gevoeld moet hebben. En net als alles is dit niet overdreven aangezet, maar daardoor misschien juist wel intenser als je ’t wél voelt…
Een ander ding dat me opviel, was de structuur van het stadje. Waar een standaard Western-stadje (in films althans) meestal bestond uit één hoofdstraat, daar voelde je hier al echt de voorbode voor een grotere (en moderne) stad, met zijwegen die ook begaanbaar waren. Overlopende veranda’s tussen huizen die een voorbode waren voor onze ‘stoep’. Een white picked fence met voortuintje, etcetera. Dat deed me vermoeden dat de film meer over de huidige tijd (lees: de vijftiger jaren) wilde zeggen dan een standaard Western. Even dacht ik zelfs dat het misschien eenzelfde thema als No Country for Old Men zou gaan behandelen (“in een wereld waarin de normen en waarden van ‘oude mannen’ verdwijnen wordt het kwaad steeds ongrijpbaarder”), maar zo ‘cynisch’ lijkt de film niet te worden. De connectie tussen die films is echter wel degelijk te maken, want juist de instelling van de mensen in het stadje kan er uiteindelijk voor gezorgd hebben dat onze maatschappij zo is geworden, en dat de Coen-broers een film als No Country for Old Men konden/moesten maken…
Haha, ik verzin dit zo ter plekke. Ik hoop hier iets van ‘waarheid’ te raken, maar schiet me niet af als blijkt dat het wel wat genuanceerder had gemogen ;).
Maar: een film die je aanzet tot het maken van zulke vergelijkingen is natuurlijk een must-see voor filmliefhebbers.
Oh ja: de bijrollen… Je herkent zeer waarschijnlijk Lloyd Bridges (inderdaad: de vader van Jeff) wel, maar daarnaast speelt er ook een vrij jonge Lee Van Cleef mee, die later natuurlijk een household-western-name zou worden door films als The Man Who Shot Liberty Valance, For a Few Dollars More en The Good, the Bad & the Ugly. En inderdaad: hij heeft Nederlandse voorouders.
Mooi hé! John Wayne was destijds bijzonder ’tegen’ deze film; hij achtte het bijzonder soft en unamerican dat een sheriff om hulp ging smeken. Als tegenreactie maakte hij met Howard Hawks ‘Rio Bravo’ (1958). En… dat is ook een vettere film als ik eerlijk ben. Maar ‘High Noon’ heeft wel weer een innemende charme die tamelijk uniek is voor een Western.