Hasta la Vista! (2011)
Ja, eigenlijk is er vrijwel niks mis met Hasta la Vista!, een Belgische roadmovie over drie gehandicapten die nu eindelijk wel eens willen ‘poepen’ en daarmee hun maagdelijkheid verliezen. Hun streven wordt prangender als blijkt dat één van de jongens nogal haast heeft, want zijn rolstoelkluisterende ziekte is terminaal. De film zit qua balans tussen humor en drama behoorlijk goed, is zelfs lichtjes gebaseerd op feiten, maar neemt ook nergens écht risico’s. Dat kun je als zwakte betitelen, maar door het sterke spel van de drie (of vier) hoofdrolspelers vergeef je dat deze film wel, mocht het je überhaupt opvallen…
Hasta la Vista! is toch vooral een komedie. En zoals je weet: er is geen genre zo persoonlijk als komedie. Mogelijk lach jij om een scheet en ik om ’n boer, dus neem dat even mee. Ik was vooral onder de indruk van de rol van de vrijwel volledig verlamde Philip (knappe rol van de ‘volledig valide’ Robrecht Vanden Thoren), die af en toe zo lomp en egoïstisch is dat je hem wel een mep zou willen geven. Maar ja: hij zit wel in zo’n rolstoel die hij nog net niet enkel met z’n mond hoeft te bedienen. En met die lompheid (hij is degene die in een verzorgingstehuis bewust veel te hard roept “Ik wil poepen!”) toont hij vooral dat wij als kijkers geen medelijden met ‘m moeten hebben. Ook al is hij volledig afhankelijk van z’n ouders, zelfs tot de meest privé-aangelegenheden aan toe…
Naast Philip wordt het groepje misfits gevormd door Lars (Gilles De Schrijver) en Jozef (Tom Audenaert). Lars heeft een terminale ziekte die hem in een rolstoel heeft doen belanden, terwijl Jozef vrijwel volledig blind is. Lars lijkt initieel de minst gehandicapte, totdat je z’n rolstoel ziet en het duidelijk wordt dat zijn ziekte terminaal is en ervoor gaat zorgen dat hij almaar hulpbehoevender zal worden. De keuze voor de blonde De Schrijver pakt goed uit, want zijn ogenschijnlijk ‘ongeschonden’ en vrolijke uiterlijk past niet alleen goed bij z’n karakter, maar verhoogt de tragiek ook. Tom Audenaert speelt Jozef als een combinatie tussen iemand uit Man bijt Hond en Little Brittain, en het voelt politiek incorrect om meteen om z’n hoofd te moeten lachen, maar gelukkig is de film zelf ook nergens ‘correct’, dus kijk naar bovenstaande thumbnail en zie wat ik bedoel.
Natuurlijk zijn de ouders het niet echt eens met de reis van de mannen, maar als ze een ervaren hulpverlener/chauffeur vinden, krijgen ze hen wel om. De reis voert namelijk naar Punta del Mar in Spanje, waar een bordeel is voor mensen met een handicap. Nadat Lars’ ziekte echter verergert wordt de toestemming ingetrokken, maar daar laten de mannen zich niet meer door tegenhouden. Een nieuwe chauffeur – de Franstalige en ‘vrouwelijke’ Claude – wordt gelukkig snel gevonden en de mannen zijn op pad…
Hoe meer ik de film terug haal in m’n hoofd, des te meer voelen bepaalde scènes ook wel ietwat gekunsteld aan. De tragiek blijft vrijwel overal op de vlakte, en af en toe kun je – als je kritisch bent – zeggen dat regisseur Geoffrey Enthoven teveel voor risicoloos mainstream gaat. Maar zoals ik al zei: ik vergeef de film dat wel vanwege het ontwapenende spel van de drie/vier hoofdrolspelers. Toch zorgt dit er ook wel voor dat deze film niet in m’n top 25 van ’t jaar gaat komen.
Hasta la Vista! is een beetje een combinatie van Simon, Rabat en Fanboys. Simon is qua balans tussen humor en tragiek wel beter, en is ook de beste film van de vier (met Hasta la Vista! op een tweede plek). Daarnaast heeft de film op dramatisch vlak een beetje dezelfde problemen als Rabat: de dramatische scènes zijn helaas net niet goed genoeg. Gelukkig voor de film zal dat veel mensen niet opvallen. De film won ook diverse publieksprijzen op meerdere filmfestivals. En de vergelijking met Fanboys is vrij logisch, alhoewel Hasta la Vista! als pluspunt die heerlijke Belgische zelfspot bevat.
De reis die Philip, Jozef, Lars en Claude maken is ontzettend vermakelijk om te zien, en de scène op het strand raakte me ook behoorlijk. Dat de film dan een beetje ‘mwah’ eindigt is dan eigenlijk niet echt erg meer, want gaat het in het leven inderdaad niet om de reis..?
Gelukkig hebben wij Simon, anders had ik me WEER moeten afvragen waarom wij in NL niet dit soort films kunnen maken. De verwijzing naar die film begrijp ik dan ook meteen, ik tip deze film zelf altijd als ‘de Belgische Simon’, een hele eer want Simon vind ik misschien wel de beste Nederlandse film ooit en was de laatste film die mij trots op de Nederlandse cinema maakte. Verwijzingen naar Rabat en Fanboys snap ik echter, behalve dat het ook road movies zijn, helemaal niet.
Van de tientallen mensen die ik al over deze film gesproken heb vond volgens mij ook niemand het einde ‘mwah’.
Sorry, je recensie is helemaal niet negatief, maar in mijn ogen ook niet positief genoeg. :P