Süskind (2012)
Ondanks dat ik de film niet zo heftig voelde als ik gehoopt had, merkte ik na afloop wel dat ik er redelijk goed in had gezeten. Het mij vrijwel onbekende verhaal van de nog altijd wat controversiële Walter Süskind en z’n samenwerking met én strijd tegen de Duitse bezetter in het Amsterdam van 1942-1943 sleepte me dus aardig mee, ook al had de film mogelijk profijt gehad als de makers zich meer gefocust hadden op z’n gewetensnood. Maar zoals bij alle belangrijke verhalen voel ik me wel wat bezwaard om hier echt over te gaan zeuren…
Ik moet eerlijk toegeven dat ik het vrij lastig vond om het gegeven van de gaskamers en de getrachte uitroeiing van de Joden door de Duitsers te ‘vergeten’. Het verhaal speelt zich namelijk af in een tijd waarin men nog dacht dat de Joden ‘enkel’ als arbeiders naar Duitsland moesten, en men nog niet wist wat voor gruwelijk lot de meesten van hen te wachten stond. Om zelf niet uit hun huizen gezet en getransporteerd te worden hielp de Joodsche Raad namelijk mee in het orderlijk laten verlopen van het transport. Süskind, als organisatie-deskundige, zag ook een goede kans om z’n gezin van deze ongewilde ‘reis’ te behoeden door de leiding te nemen van het ‘doorvoerstation’, dat werd gevestigd in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam.
Toen langzaam maar zeker de verhalen van de gruwelijkheden en gaskamers doorsijpelden besloot Süskind de Duitse ‘grundlichkeit’ te ondermijnen, en door het vervalsen van kaarten e.d. honderden (vooral) kinderen te redden van het transport. Hij begon daar echter al mee voordat de gruwelijkheden hem duidelijk werden (“Want kinderen kunnen toch niet werken in de fabrieken?”), wat er helaas wel voor zorgde dat het drama van de film wat minder sterk wordt. Hier had een iets meer ‘zwart-witte’ aanpak voor heftigere dramatiek gezorgd, denk ik.
Maar nogmaals: ik voel me bijna schuldig als ik te kritisch word.
De hulp van de Joodsche Raad in het zo goed als geweldloze transport (er was geen land in Europa waar het transport zo soepel verliep als hier, mogelijk dat we daarom nog altijd films over de oorlog ‘moeten’ maken; ons schuldgevoel hierover is mogelijk nog altijd niet verwerkt?) deed me kort even denken aan hetgene dokter Vogel in The Debt zegt. Hij poogt de Mossad-agenten, die hem gevangen houden, uit hun tent te lokken door aan één van hen te vragen waarom er maar vier soldaten nodig waren om zo’n duizend mensen de gaskamer in te krijgen. In zijn nazistische gedachtegang kwam dat doordat Joden enkel aan zichzelf denken en zich niet willen opofferen om de anderen te helpen. Maar zoals ik al zei: deze gedachte kwam waarschijnlijk vooral in me op omdat ik de ‘kennis van nu’ niet los kon laten. Logischerwijs konden Süskind en de Joodsche Raad de onvoorstelbare gruwelijkheden niet voorzien, wat natuurlijk zeer begrijpelijk is.
Zoals ik aan het begin al zei: ik zat goed in de film. Er wordt namelijk een goede sfeer neergezet, vooral in de verhaallijn waarin Süskind bezig is de kinderen te redden. De scènes bij hem thuis met z’n vrouw en dochtertje waren wat minder, en dat kwam volgens mij door de actrice die z’n vrouw speelt. Haar personage irriteerde me nogal, en dat past gedeeltelijk wel in het verhaal, maar een deel kwam volgens mij ook door de actrice zelf. Het toeval wil dat Nyncke Beekhuyzen de zieke Lotte Verbeek op het allerlaatste moment moest vervangen, dus mogelijk ligt daar iets van een reden…
Daarnaast moet ik ook toegeven dat het systeem van ‘Befehl ist Befehl’ in het Duitse leger aardig goed werd neergezet, want je voelt bij elke Duitse militair de angst voor z’n superieuren. Dat wordt overigens versterkt door het genuanceerde personage van Haupsturmführer Aus der Fünten, die niet enkel als barbaarse bad guy wordt neergezet.
Nog een technisch punt van kritiek: een klein percentage van de dialogen was weer eens niet goed te verstaan. Iets wat me sinds De Dominee (gelukkig) niet meer was opgevallen in een Nederlandse film, maar hier gebeurde het dus weer. Verder ziet de film er overigens erg goed uit. Kostuums, locaties, camerawerk, montage: alles is ruim voldoende. Het acteerwerk is – op één uitzondering na dus – behoorlijk sterk. Je kunt wel zien dat sommige acteurs vooral in het theater staan, maar dat stoorde nergens echt. Verder versterkt de muziek de sfeer en het drama, en dan kan de viool-solo (van Janine Jansen) natuurlijk niet achterwege blijven.
Maar daarmee bevestigt Süskind wat ik vooraf al dacht: niet alleen qua thematiek en verhaal, maar ook als film is Süskind de Nederlandse variant van Schindler’s List. En dat doet niets af aan het belang om dit verhaal te vertellen, maar als film kan Süskind hier natuurlijk ook niet tegenop.