Oslo, 31. august (2011)
Oslo, 31. august is een behoorlijk indrukwekkende en poëtische film over depressiviteit, die me een stuk dieper raakte dan ik vooraf verwachtte. Gelukkig ben ik nooit zó depressief geweest als Anders in deze film, alhoewel de ‘dramatist’ in mij aardig ver mee kon gaan in zijn verhaal. En ondanks dat ’t verhaal gebaseerd is op ’n boek uit 1931 – Le feu follet van Pierre Drieu La Rochelle, in 1963 al verfilmd door Louis Malle – verwacht ik dat regisseur Joachim Trier of mede-scenarist Eskil Vogt ook wel wat persoonlijke ervaring in het scenario heeft gestopt…
De film bevat namelijk een flink aantal mooie open gesprekken over depressiviteit en hoe daar mee om te gaan. Er worden dingen gezegd die ik in sommige films wel eens naar ’t scherm wil roepen, omdat daar de karakters deze dingen niet zeggen (ook al heeft het ontbreken van dit ‘niet-gezegde’ in de betere film natuurlijk net zo goed een functie). Maar gelukkig worden hier ook zeker niet disfunctioneel téveel ‘juiste’ dingen gezegd, en dat levert een mooie balans op. Aan de ene kant willen z’n vrienden ‘m helpen, voeren ze ook de juiste gesprekken, maar je voelt dat Anders eigenlijk te ‘detached’ is om hier iets aan te hebben. Eng herkenbaar, prachtig genuanceerd gespeeld door Anders Danielsen Lie en mooi geregisseerd door Trier.
Maar eerst even ’t verhaal, kort…
Anders zit in een afkickkliniek en krijgt een dag vrij om te gaan solliciteren als assistent-redacteur bij ’n tijdschrift in Oslo. Mooi ’n dag om ook wat oude vrienden en z’n zus op te zoeken, en we volgen hem op deze ene dag. Het sollicitatiegesprek verloopt wat anders dan Anders vermoedt (op meerdere vlakken), en in de volgende subtiele en behoorlijk prachtige scène in ’n cafeetje wordt zijn ‘detachement’ (“depersonalisatie” zou wel eens de medische term kunnen zijn, maar ik ben geen expert) getoond. Alles wat hij van de gesprekken om hem heen opvangt lijkt over hem te gaan, wat in een positieve uitleg ook voor mooie ‘magie’ kan zorgen, maar in Anders’ geval eerder ’n teken van z’n grote isolement is. Zoals meerdere gebeurtenissen in de film tweeledig geïnterpreteerd kunnen worden, en Anders vrijwel uitsluitend voor de negatieve uitleg ‘kiest’.
Ja, de keuze voor een positieve of negatieve invulling van die leegte die we allemaal schijnen te voelen (aldus een therapeut die ik gesproken heb) is er één die we ook allen op ieder moment kunnen veranderen. Maar in een zware depressie is deze keuzemogelijkheid compleet onzichtbaar, en daar doen alle goede bedoelingen van mensen om je heen vrijwel niets aan. Prachtig hoe dat in deze film is gevangen. Anders krijgt genoeg kansen om dingen te doen die niet-depressieve mensen als ‘gelukzalig’ zouden bestempelen, maar hij zegt ’t ook letterlijk: “ik voel niks”.
Nu verwacht je waarschijnlijk een zwaar deprimerende film, maar hij is lang niet zo ‘donker’ als je mogelijk denkt. Er zit niet alleen mooie symboliek en zelfs poëzie in de film, maar ook aparte muziek. Zo hoor je A-Ha voorbijkomen, maar ook Under your spell, dat ik best vaak hoor als ik de soundtrack van Drive luister. Daarnaast herkende ik zoveel dingen uit ’n periode uit m’n eigen leven, waar ik gelukkig goed doorheen ben gekomen, dat de film mij juist ook een ‘mooi’ positief gevoel gaf.
Ja, zeer indrukwekkend en gewoon erg goed. Weet alleen niet hoe hij valt als je geen kennis van of ervaring met depressiviteit hebt…
Hmmm, ben erg benieuwd! 'Depersonalisatie' én 'derealisatie' ben ik destijds door de psychiaters en psycholoog mee bestempeld. De beruchte permanente combo. Naast dat ik het enigszins fijn vind om een soort van noemer te hebben hecht ik er echter niet zo bijzonder veel waarde aan; slechts een alledaagse houvast richting anderen. Voor mij is het gewoon 'het normale leven', en zou absoluut niet meer zonder willen/kunnen. Daarbij is het ideaal voor een filmmaker – als je het aankunt. Het was het startpunt en technisch uitgangspunt van 'Voorbijgangers'.
Btw, hier beschrijven ze het aardig: http://www.depersonalisatie.nl/derealisatie.htm