The Royal Tenenbaums (2001)
The Royal Tenenbaums is Wes Andersons derde film die ik een jaar of tien geleden al eerder zag, maar ik afgelopen vrijdag toch weer vrij ‘vers’ herontdekte. Een komedie over een depressieve familie, maar dan wel zo’n komedie waarbij je niet helemaal door hebt of het wel altijd gepast is om te lachen. En achteraf gezien bezorgt Owen Wilsons betrokkenheid als schrijver mij een extra rilling. Maar ook als je hier niets over weet, dan heb ik maar één advies voor mensen die ‘m nog niet gezien hebben, en dat is: KIJKEN..!
Ik had deze van Anderson overigens wel specifiek uitgekozen voor deze avond, deels omdat dit de ‘leukste’ of ‘mooiste’ van hem is (buiten Moonrise Kingdom om dan, maar die is nog niet op video verschenen), maar vooral ook omdat ik ‘m met iemand ging kijken die nog helemaal maagdelijk die altijd licht surrealistische en melancholische maar ook zeer menselijke wereld van Wes Anderson mocht betreden. En dat was niet alleen erg leuk om te zien, maar ook lichtelijk jaloersmakend. Ik stelde me namelijk voor hoe gaaf het is om Bottle Rocket, Rushmore, The Life Aquatic with Steve Zissou, Moonrise Kingdom, The Darjeeling Limited en Fantastic Mr. Fox nog te mogen ontdekken, en bedenk me nu dat er maar een paar van dit soort topregisseurs is waar ik dus echt alles van gezien heb (zelfs van Scorsese, Kubrik, Lynch en Hitchcock heb ik nog niet alles gezien; ja, ik ga zo wel in dat hoekje zitten…).
Goed gedefinieerde karakter
Het verhaal gaat over de familie Tenenbaum, waarvan alle drie kinderen (Ben Stiller, Gwyneth Paltrow en Luke Wilson) ooit geniaal waren als kind. Ieder op zijn/haar eigen vlak (financiën, schrijven en tennis), maar als volwassenen zijn ze inmiddels vrij neurotisch en depressief geworden. Als hun moeder (Anjelica Huston) ‘dreigt’ te hertrouwen met haar jarenlange accountant (Danny Glover), dan ontdekt Royal Tenenbaum zelf (Gene Hackman) dat hij nog wel wat dingen moet verwerken, want hij trekt het idee van haar hertrouwen helemaal niet.
En natuurlijk hebben alle karakters zo hun eigen problemen te overwinnen, wat er niet alleen voor zorgt dat je jezelf naarmate de film vordert steeds meer deel van de familie begint te voelen, maar wat vooral opmerkelijk was: ik had twee of drie keer voor ’t einde al ’t gevoel dat de film ging eindigen, maar dan ging hij toch door. Meestal vind ik juist het tegenovergestelde geweldig (als ik denk: “Hoe vet is het als ze de film hier (durven) laten eindigen?”, en het dan ook gebeurt), maar hier werkte ’t op deze omgekeerde manier dus ook…
Topacteurs
Het acteerwerk is, zoals in alle films van Anderson, wederom geweldig. Bill Murray als een wat zielige en sullige professor, wiens hart gebroken wordt; Gwyneth Paltrow die al meer dan 20 jaar stiekem rookt en misschien wel de beste depressieve blik in de film heeft; Luke Wilson als hopeloos verliefde stiefbroer die besluit z’n Samson-lokken af te knippen; Ben Stiller in één van z’n beste serieuze rollen; Danny Glover als gedistingeerde oude man, waardoor ik mezelf afvroeg waarom hij niet vaker zo wordt gebruikt; Gene Hackman als geniepige ouwe vos; Anjelica Huston als force of nature; good old Seymour Cassel als liftbediende/dokter en Owen Wilson als ’n soort aan-komen-waaiende-cowboy.
Owen Wilson schreef overigens samen met Anderson deze film, iets wat hij bij Bottle Rocket en Rushmore ook al deed. Na deze film is hij hier echter mee gestopt, wat mij bijna verleidt tot ‘koude grond psychologie’, maar dat zal ik niet doen. Wilsons rollen raken me sinds 2007 namelijk extra, omdat hij in dat jaar een zelfmoordpoging ondernam omdat hij zwaar depressief was. En hoe raar het ook klinkt, dat geeft deze film achteraf gezien toch ook een extra ‘laag’…
Waarschijnlijk de beste film om Anderson mee te ‘ontdekken’, en natuurlijk een must voor al z’n fans.