Berberian Sound Studio (2012)
De film vergt wel wat van je doorzettingsvermogen/openheid, want regisseur Peter Strickland heeft het niet zo op conventies, maar als je je mee kunt laten voeren door Berberian Sound Studio, dan krijg je een fijne mix van liefde voor het filmvak, paranoia en waanzin, een geweldig acterende Toby Jones, prachtige Italiaanse vrouwen én een spiritueel-psychologische reis die ik initieel wat onverwacht vond eindigen. Anderhalve seconde later had ik gelukkig door wat Strickland bedoelde, of althans: mijn interpretatie leek te kloppen…
Het verhaal
Want dat Strickland bewust jouw fantasie prikkelt en daarmee jou dus ook de gelegenheid geeft je eigen interpretatie los te laten op deze cultfilm, dat blijkt al uit de manier waarop hij de film heeft vormgegeven. Het verhaal vertelt namelijk over Gilderoy, ogenschijnlijk een zeer goede Britse sound engineer/foley artist/sound designer die door een Italiaanse regisseur wordt ingehuurd om aan zijn nieuwe meesterwerk te komen werken. In Italië aangekomen blijkt niet alleen de productie wat mysterieus, Gilderoy komt er ook al snel achter dat de film waar hij aan werkt – The Equestrian Vortex – een zogenaamde giallo-film is: heerlijk overdreven lompe Italiaanse horror, waarin vooral vrouwen het moeten ontgelden.
Maar wat ik bedoel qua vormgeving: Strickland laat bewust niks zien van de film die in deze film gemaakt wordt, buiten de openingcredits om. We zien enkel Gilderoy’s reactie op de lugubere beelden, door hem vakkundig ondersteunt door geluidseffecten en gillende dames. En doordat we ons ‘natuurlijk’ identificeren met Gilderoy krijgt Strickland het voor elkaar dat je die horror wel echt voelt, wat het mogelijk nog wel enger maakt dan wanneer we die film wél zouden zien, omdat je nu je eigen interpretatie erop los kunt laten. Want ook al is Berberian Sound Studio zelf helemaal niet zo eng, wat ik me voorstelde bij The Equestrian Vortex was nogal verontrustend, to say the least. En dat Gilderoy langzaam door begint te draaien en steeds lastiger werkelijkheid en fantasie uit elkaar weet te houden, dat voelde voor mij vooral ook aan als een noodzakelijke initiator van het coming of age-verhaal dat Berberian Sound Studio óók is…
Cast
Toby Jones past geweldig in de rol van een sukkelige maar succesvolle vakman die nog bij z’n moeder woont (ik voelde dat typetje van Wim de Bie ook een paar keer opkomen, die niet zo graag bij z’n moeder woont, maar liever “een geile vriendin” heeft), maar zich helemaal niet op z’n plek voelt in zo’n ‘platte’ horror-omgeving. Toch kreeg ik al snel het gevoel dat om écht ’tot leven te komen’, hij toch uit die zelfopgelegde en veilige cocon dient te stappen, desnoods via een licht waanzinnige omweg…
Satire..?
Berberian Sound Studio voelt deels ook aan als satire op de zelfingenomenheid van liefhebbers van de ‘giallo’-films, die in de meest foute films nog wel iets van diepgang weten te vinden. En natuurlijk zit er in écht goede horror altijd veel meer dan je op het eerste gezicht denkt, maar de manier waarop regisseur Santini in de film reageert op Gilderoy’s opmerking dat hij het niet gewend is om aan een horrorfilm te werken is veelzeggend: “This is not a horror film, it is a Santini-film…“.
Final credits
Berberian Sound Studio is sowieso een heerlijke cultfilm voor iedereen die meer wil weten over het maken van film en voor mensen uit het vak ook meer dan interessant. En deze keer wordt een vakgebied dat bij velen onbekend is niet alleen op intrigerende wijze getoond, de film zelf maakt ook ‘extra’ gebruik van geluidseffecten en dergelijke. Verder is de film heerlijk weird, rebels, helemaal niet zo toegankelijk, maar wel doorspekt met enkele prachtige filmische momenten die bijvoorbeeld aan David Lynch doen denken, plus gemaakt met liefde voor een vakgebied dat (onbewust) een veel grotere invloed op je filmbeleving heeft dan je waarschijnlijk door hebt. Peter Strickland laat met Berberian Sound Studio en de in de film groeiende paranoia van onze protagonist echter precies voelen hoe groot die invloed kán zijn, naast het feit dat de film dus ook een interessante ‘spirituele’ thematiek heeft.
En ook al kwam het einde voor mij dus initieel ook wat verrassend, anderhalve seconde later begreep ik wel waarom Strickland ‘m zo liet eindigen, want dat klopt best perfect bij mijn interpretatie van deze thematiek. Het rondt het verhaal mogelijk niet voor iedereen bevredigend genoeg af, maar het is wel een passend einde voor de ‘reis’ die Gilderoy tijdens de film maakt…
GREAT CINEMA!
Holy shit..! Now this is a film, damned. Took me by the soul, and punched me…
This cinematic masterpiece is pure art, at its shocking best. A profoundly aesthetic poem about a man who loses his soul to the dark side of filmmaking; a talented but vulnerable loner, drowning between the treacherous natures of reality and illusion.
This film is especially poignant to filmmakers and cinephiles. On the first hand this film lives in the style and context of giallo classics by Lucio Fulci, Dario Argento, Giulio Questi and Mario Bava. But pretty soon during watching you’ll notice that this film belongs much more in the category of Antonioni, Bergman, Bunuel, Roeg and Cronenberg. If I had to be even more specific I’d say this film is a fusion of Antonioni’s BLOW UP, Powell’s PEEPING TOM, Cronenberg’s VIDEODROME and Coppola’s THE CONVERSATION, with some PERSONA and INLAND EMPIRE on the side. But… in a totally original, unique and powerful way. This horse of a different color certainly ranks among my top favorites this year; only rivalled by The Master and The Place Beyond The Pines. Inspiring!