The Incredible Burt Wonderstone (2013)
Het verhaal van The Incredible Burt Wonderstone verloopt vrijwel net zo standaard als Burt & Antons inmiddels suffe en routineuze goocheltrucs in de film. Maar mogelijk doordat m’n verwachtingen – door alle slechte kritieken die ik vooraf zo links en rechts opving – vrijwel tot nul waren gereduceerd, genoot ik juist keihard van deze nieuwe en erg foute komedie met Steve Carell, Jim Carrey, Steve Buscemi, Olivia Wilde, Alan Arkin én de zojuist overleden James Gandolfini. Zo hard zelfs, dat ik bij tijdens de aftiteling alsnog de slappe lach kreeg..!
Maar moet ik nu extra kritisch zijn en zo jouw verwachtingen verlagen, zodat jouw genot van deze film mogelijk net zo groot kan worden als het mijne, of moet ik eerlijk zijn en vertellen waarom ik zo hard gelachen heb..?
Het verhaal
Als jochies waren Burt en Anton makkelijke doelwitten van de pestkoppen op school. Maar daar bracht een goocheldoos, die Burt voor z’n 12e (?) verjaardag van z’n afwezige moeder kreeg, schijnbaar nogal verandering in, want 30 jaar later zijn Burt (Carell) en Anton (Buscemi) de hoofdnamen op het podium van Bally’s in Las Vegas. Met grootse decors en veel glamour weten ze het publiek al zeker tien jaar te vermaken, maar achter de schermen gaat het minder. Het succes is vooral Burt naar z’n hoofd gestegen, en langzaam zien we hun act afbrokkelen. Zeker als daar ineens de rebelse straatillusionist Steve Gray (Carrey) ten tonele verschijnt, die zichzelf door z’n steeds grootser wordende trucs inmiddels een “brain rapist” noemt.
En deze ‘hersenverkrachter’ blijkt dus nogal wat publiek weg te trekken bij Burt en Anton, wat helemaal niet zo gek is, als je ziet hoe ze achter de schermen alleen maar ruzie maken en dus elke dag dezelfde show moeten opvoeren, waarbij Steve Millers Abracadabra door de boxen schalmt. Vandaar dat de eigenaar van het hotel-casino (Gandolfini) eist dat ze hun act wat vernieuwen, maar dat gaat gruwelijk mis. Tegelijkertijd verdampt daarmee ook hun laatste greintje vriendschap, en niet veel later is Burt gedegradeerd tot entertainer in een verzorgings-/bejaardentehuis voor gepensioneerde Vegas-artiesten.
En het zal niet als verrassing komen als ik zeg dat hij dáár zichzelf terugvindt, mede geholpen door z’n voormalig assistente Nicole/Jane (Wilde) én iemand die z’n jeugd nogal beïnvloed heeft…
Over-the-top fout/slecht/camp..!
Burt Wonderstone deed mij als karakter het meest denken aan Will Ferrells Ron Burgundy in Anchorman. Tegen beter weten in volledig overtuigd van zichzelf en daardoor blind voor het onvermijdelijke en in desperate need of een flinke klap in z’n gezicht om eens tot bezinning te komen. En dat levert dus een vrij makkelijk invulbare formulefilm op met flink wat plaatsvervangende schaamte-momenten, maar de zaken die zo’n verhaal dan moeten ‘aankleden’ zijn in dit geval zó heerlijk fout, dat áls het je humor is, je daar hard om zult lachen. Als het je humor echter niet is, dan zul je vrij duidelijk zien hoe standaard de formule is, hoe jammer het is dat zulke geweldige acteurs aan zoiets meegedaan hebben en/of dat de karakters zo goed als geen geloofwaardige ontwikkeling doormaken.
Maar net zoals met Anchorman heb ik met The Incredible Burt Wonderstone ook keihard gelachen, en ik moet eerlijk toegeven dat ik ‘m al twee keer gezien heb. En dan heb ik nog wel een paar vrienden in m’n hoofd waarvan ik zeker weet dat ik deze met hen en in de juiste ‘stemming’ nóg een keer zal gaan kijken…
Kritiek
Natuurlijk had er veel meer gedaan moeten worden met bijvoorbeeld Alan Arkins karakter, die als de uitgebluste oud-mentor wel voor de nodige openbaringen zorgt bij Burt, maar dat zijn geen verrassingen. Daarnaast opent de film wel degelijk lichtjes wat deuren naar bijvoorbeeld het bespottelijke van onze ‘celebrity-cultuur’, waarin krantenkopgeile mentalisten zich “hersenverkrachter” noemen en megalomane zakenmannen gebouwen naar zichzelf vernoemen, maar daar blijft het dan ook wel bij. En eerlijk gezegd: dat het verhaal meerdere niet-uitgewerkte lijntjes bevat geeft de film ook wel weer iets van meer ‘body’. Als in: de wereld van Burt, Anton en Steve is ‘groter’ dan wat je in de film ziet. En hoe lachwekkend die wereld ook is, ik vrees dat als je in Las Vegas gaat zoeken naar types als Burt en Anton, dat je ze zeker nog wel vindt. En Carrey’s Steve Gray schijnt deels gebaseerd te zijn op straatillusionist Chris Angel, maar dan wel met een aardig vleugje David Blaine er doorheen.
Cast
Jim Carrey steelt de show als Steve Gray. Het is lang geleden dat ik zo hard om een karakter van hem heb moeten lachen. Steve Carell lijkt z’n rol met groot gemak te spelen, al is z’n onsympathieke karakter niet helemaal gelukt. Raar ook om over zijn karakter te typen in de week nádat ik zowel Liberace zag in Behind the Candelabra als ook de serieuzere illusionisten in Now You See Me, want er zijn duidelijk links te leggen met beide films.
Steve Buscemi’s Anton is helaas niet heel veel meer dan een sidekick voor Burt, alhoewel hij een aardige sneer geeft op de liefdadigheidsprojecten waarmee veel grote sterren hun belachelijk gevulde bankrekeningen trachten te vergoeilijken. Olivia Wilde blijft een geweldige verschijning, maar ze moet wel opletten dat ze haar acteertalenten niet teveel laat overschaduwen door haar redelijk mysterieuze schoonheid. En dan kom ik bij één van James Gandolfini’s laatste rollen, waarvoor hij zich ook niet al te veel hoefde in te spannen, maar je ziet hem genieten van z’n rol als succesvolle egocentrische zakenman. Later dit jaar komt er overigens nog een film aan van de regisseuse van Parks and Recreation, en Gandolfini heeft ook nog ’n rol in één van de meeste geanticipeerde films van het jaar, Michaël – Rundskop – R. Roskamps Tom Hardy/Matthias Schoenaerts-misdaaddrama The Drop.
Final credits
Slecht, fout, over-the-top, camp: allemaal termen die je zó als negatieve kritiek op The Incredible Burt Wonderstone kunt loslaten. Maar in de juiste stemming zijn het ook termen die ervoor kunnen zorgen dat het wél werkt, zoals dat dus al twee keer bij mij het geval was. Die slappe lach die ik tijdens de aftiteling kreeg kwam de tweede keer óók weer terug, dus je begrijpt dat ie het bij mij wel ‘deed’.
Niet lang geleden schreef ik m’n recensie van Now You See Me, en tijdens dat schrijven dacht ik ook veelvuldig met een glimlach aan The Incredible Burt Wonderstone. Waarschijnlijk omdat Now You See Me in mijn ogen te onevenwichtig is om de vermakelijke thriller te zijn die men nastreefde, maar ook omdat ze zo serieus omgaan met de wereld van de illusionisten. Dat deed 30 Rock-regisseur Don Scardino met The Incredible Burt Wonderstone dus zeker niet, en als ik eerlijk ben: ik heb me met zijn film ook beter vermaakt, hoe gruwelijk fout ie ook is…