Black Panther (2018)
Toch erg dat je op IMDb ziet dat deze film slechts een 7 krijgt omdat er full blown racisten deze film een 1 geven met redenen die ik niet wil herhalen. Ik vond Black Panther namelijk een heerlijke toevoeging aan het Marvel Cinematic Universe (met maar liefste twee tijdens-/na-de-aftiteling-scènes) en fietste met flink wat adrenaline in m’n lijf naar huis na afloop. Maar het beste aan de film is de bijna inwisselbaarheid van de motivaties van onze pro- en antagonisten, als in: ondanks dat het een stripboekverfilming is, worstelen de hoofdrolspelers net zo goed met zichzelf als met hun vijanden. Voornamelijk natuurlijk op vrij oppervlakkig niveau, maar het lijkt een trend te zijn om helden en bad guys niet meer ‘zwart-wit’ neer te zetten. En zeker in een film die ook over de empowerment van mensen met Afrikaanse roots gaat had ik een minder ‘verzoenende’ boodschap verwacht (daar zit ook wel wat kritiek in ja). En nu schieten zowel ineens Nelson Mandela’s politiek als het ‘fenomeen Trump’ door m’n hoofd. Bij een Marvel-film ja..??!
Het verhaal
Okay, het exposé in de opvallende openingsscène vergt wel wat van je bereidheid om je ongeloof los te laten, maar waar de Spaanse conquistadores ooit half Midden- en Zuid-Amerika afstroopten op zoek naar El Dorado, blijkt die mythische plek – in overigens nogal andere vorm – in Afrika te bestaan. De naam: Wakanda. Voor de rest van de wereld een arm Afrikaans land, maar als je door een Wonder Woman-achtig scherm weet te geraken bevind je je in een hoogtechnologische wereld die wij enkel uit science-fiction kennen. Blijkt dat er ooit een meteoor is neergestort, bestaande uit het buitenaardse metaal vibranium. Dit heeft niet alleen een plantje beïnvloed, waardoor de hartvormige bloemen tot superheldensap kunnen worden vermalen, maar op een niet verder verklaarde wijze blijkt dit metaal ook geschikt om dus technologisch gruwelijk voorop te lopen.
In een andere verhaallijn hebben we echter gezien hoe koning T’Chaka (John Kani) in 1992 op bezoek ging bij z’n wat afvallige broer N’Jobu (Sterling K. Brown) in Oakland. Hij is door z’n tijd in Amerika geradicaliseerd is, omdat hij ziet hoe z’n zwarte medemens nog altijd ontzettend onderdrukt wordt. N’Jobu wil Wakanda’s kennis juist gebruiken om de onderdrukten van de wereld te bewapenen, maar daar is de koning het niet mee eens. Bijna 25 jaar later wordt T’Chaka echter gedood bij die VN-aanslag in Captain America: Civil War, dus dan wordt z’n zoon T’Challa (Chadwick Boseman) de nieuwe koning. Dat hij ook die zwarte panter-superheld is, dat wisten we al uit die eerdere MCU-film. Maar wat als blijkt dat T’Challa toch niet de enige blijkt die aanspraak mag maken op die troon..?
Einde van een tijdperk..?
Allereerst: geweldig om eens een keer een vrijwel volledig zwarte cast te zien in zo’n film. Ik kan me namelijk never nooit niet voorstellen hoe het voelt om op te groeien in een beeldcultuur waarin je maar weinig helden hebt die op jou lijken, die dezelfde huidskleur hebben als jij. Alleen daarom al is Black Panther dus opmerkelijk en misschien zelfs wel ‘belangrijk’. Qua verhaal is het natuurlijk vooral een film om wat losse eindjes in de MCU-verhaallijnen aan elkaar te knopen, maar ook om het Black Panther-karakter wat meer body te geven. En met deze verhaallijn erbij, lijkt ie in één film bijna net zoveel body te hebben gekregen als waar Thor een stuk of drie films voor nodig had. Okay, de CIA wordt wel erg naïef geportretteerd, maar ik snap ook heel goed hoe Amerikaanse makers iets willen vertellen waar ze graag in willen geloven. Dat dat dan wat ver van de ogenschijnlijke waarheid staat, daar hebben vooral niet-Amerikanen problemen mee volgens mij…
Waar (sommige) Amerikanen dus schijnbaar wél problemen mee hebben, is met die black empowerment-boodschap. Nu vond ik ‘m juist wat minder hard dan ik verwacht had, waardoor de woorden “goody two shoes” kort even door m’n hoofd schoten, maar toen ik dat hierboven al wilde typen, moest ik dus ineens aan Mandela’s verzoeningspolitiek denken (na z’n vrijlating). Waar heel wit Zuid-Afrika bang was voor represailles, ook vanuit de overheid, daar had Mandela al door dat wraak niet echt duurzame vrede op zou leveren. En zou het juist ook een beetje die angst zijn – dat blanke mannen, al dan niet onbewust, echt wel voelen dat de enorm ongelijk verdeelde macht over deze wereld langzaam uit onze vingers glipt – die mensen naar een type als Trump jaagt, of die zulke gruwelijk racistische reacties oproept, gewoon in plain sight op IMDb? Ik kan me wel voorstellen dat die angst voor het ‘einde van de (wit) patriarchale samenleving’ iets als Trump voort kan brengen, als soort van laatste stuiptrekking van een in het nauw gedreven ‘overheerser’? En dán is die juist verzoenende boodschap eigenlijk best prachtig. Zeker ook nog met dit erg goed onderbouwde artikel van De Correspondent in m’n achterhoofd, dat ik net voor het zien van de film las (over die Forum voor Democratie-rassenleer-controverse)…
Cast & crew
Okay, de CGI kon mogelijk wel wat beter af en toe, maar dat kan in mijn geval ook zijn gekomen door het feit dat ik deze film vanaf rij 4 van de lokale IMAX-zaal zag (ongeveer twee rijen vóór de ideale plek, volgens IMAX zelf althans), waardoor ik sowieso moest opletten niet teveel aan m’n 3D-bril te zitten. Maar buiten dit heb ik weinig op te merken over deze film. Regisseur Ryan Coogler verraste vriend en vijand volgens mij met die Rocky–spinoff Creed, en maakte daarvoor ook al Fruitvale Station met Michael B. Jordan, die hier dus de rol van antagonist speelt. Wat een screen presence heeft die gast zeg! Boseman ken ik eerlijk gezegd enkel van z’n Black Panther-rol uit Civil War, maar qua mimiek heeft hij wel de juiste bagage. Daarnaast acteert ie ook meer dan geloofwaardig. En nu zat ik tijdens de film mezelf al continu af te vragen wie die W’Kabi was, blijkt dat gewoon Oscargenomineerde Daniel – Get Out – Kaluuya. En zo zit de film dus vol met aardig wat bekende gezichten, maar past het ook wel bij de thematiek dat ik veel van die namen wel moest opzoeken. Zoals die van Letitia Wright, die me ook al zo bekend voor leek te komen in die Black Mirror-aflevering Black Museum. Sterling K. Brown won ongeveer een maand geleden een Golden Globe voor z’n rol in de TV-serie This is Us, en uit één van m’n favoriete series, The Walking Dead, maakt Danai Gurira haar opwachting. Haar zul je waarschijnlijk direct herkennen, mede omdat ze al haar vechttechnieken uit The Walking Dead hier ook kon gebruiken (al zegt Coogler in interviews dus dat hij die serie helemaal niet kent, en dus niet wist dat zij daarin Michonne speelt). Oscarwinnares Lupita – 12 Years a Slave – Nyong’o toont haar grote bereik door hier (voor mij althans) bijna onherkenbaar leuk en sexy te zijn als T’Challa’s love interest, en Andy Serkis heeft eindelijk een keer niet zijn motion-capture-greenscreen-pak aan hoeven te trekken (enkel z’n linkerarm). Als Zuid-Afrikaanse wapenhandelaar met een nogal dikke nek komt ie aardig overtuigend over. En laat ik voor al die andere grote namen in de cast (waaronder tal van Oscargenomineerde en zelfs -winnende acteurs zitten) naar de ’tags’ onder deze recensie verwijzen. En voor de echte filmfreaks: ik daag je uit te ontdekken welke acteur uit Black Panther al in vier Jim Jarmush-films opdraafde, en dan bedoel ik dus niet Forest Whitaker…
Final credits
Dat Coogler Kendrick Lamar zo ver kreeg muziek te maken voor deze film zegt natuurlijk ook wel wat, want als er iemand zich sterk maakt voor eerdergenoemde empowerment (wat is het juiste Nederlandse woord?), dan is Lamar dat wel.
Maar goed dat ook Hollywood dus volwassener lijkt te worden. Vorig jaar verraste Coco al enorm door juist de rijkheid van de Latijns-Amerikaanse cultuur te tonen, in plaats van die standaard stereotypes in films en TV-series, waar die ene president veel van z’n meningen over hele volkeren op lijkt te baseren. En nu komt Black Panther met een rijk verhaal over Afrikaanse stammen, helden, antihelden en de kracht om van mening te veranderen. Natuurlijk nog altijd verpakt in Hollywood-glamour hoor, maar hoop dat dit toch meer is dan enkel een goede truc van marketeers om andere doelgroepen aan te spreken. Ik zat er in elk geval zo heerlijk in, dat ik gedurende die ’tijdens-de-aftiteling’-scène al glimlachte voordat de boodschap van die scène helemaal duidelijk was…