Ready Player One (2018)
Dat Steven Spielberg z’n werk aan Ready Player One onderbrak om ‘even tussendoor’ The Post te maken begrijp ik wel, en zou ik nog beter begrijpen als dit Spielbergs laatste film zou zijn: in Ready Player One komt namelijk vrijwel z’n gehele oeuvre samen, zowel inhoudelijk als thematisch. Dus met een beetje een ‘ouwelullenboodschap’ aan het eind, perfect passend bij Spielbergs leeftijd en z’n welbekende ‘familie-entertainment-bestendigheid’. Maar ook met aardig wat eigen interpretatie-/projectiemogelijkheden, redelijk wat invoelbaarheid en een werkelijk ongekend aantal fanboy-verwijzingen naar zo’n beetje alles wat populair was in de 80’ies en 90’ies. Mogelijk niet zo opmerkelijk, als je weet dat de enige andere screen credit van één van de twee scenaristen (die ook het boek schreef waarom het scenario gebaseerd werd) de film Fanboys was…
Het verhaal
Wade Watts (Tye – Mud, X-Men: Apocalypse – Sheridan) woont in Colombus, Ohio. Het is het jaar 2045 en het proletariaat woont in opeengestapelde campers met weinig hoop op een betere toekomst. Hun enige en allesoverheersende vluchtmogelijkheid is de OASIS, een megagroot online spel waarin je als avatar zo’n beetje alles kunt worden (mits je er credits voor opbouwt). In die wereld is Wade Parzival, een vrij begenadigd speler die in het spel wat vrienden gemaakt heeft. Omdat vijf jaar gelden de illustere maker van het spel – James Halliday (Mark – Bridge of Spies, Dunkirk – Rylance) – z’n dood vergezeld deed gaan met de grootste easter egg-jacht uit de geschiedenis, speelt zo’n beetje iedereen dat spel nu op zoek naar deze verborgen schatten. Want als je de drie sleutels gevonden hebt, dan erf je niet alleen gruwelijk veel geld, je krijgt ook de controle over OASIS, inmiddels de grootste economische entiteit ter wereld.
Nee, er wordt niet uitgelegd hoe/waarom al die mensen zoveel tijd in het spel kunnen blijven, maar de link met de echte wereld wordt maar wat duidelijk als je ‘echte’ schulden worden overgenomen door het bedrijf IOI, dat wordt gerund door Nolan Sorrento (Ben – Darkest Hour, Killing Them Softly – Mendelsohn). Om de macht over OASIS te winnen zet IOI honderden eigen spelers in, maar zijn die zo gewiekst en gepassioneerd als Parzival en z’n groeiende groepje digitale vrienden?
Feest der herkenning
Veel meer ga ik over het verhaal ook niet vertellen, want dat avontuur mag je mooi zelf ontdekken. Ook al word je in die ontdekkingstocht waarschijnlijk wel net zo heerlijk afgeleid als ik met honderden verwijzingen naar alles wat populair was in de decennia dat ik (langzaam) volwassen werd. Met een enorm vette rol voor Stanley Kubricks The Shining, die me enkele van die veel te snelle ‘verhaal-vooruit-stuw-stappen’ wel deed vergeven. Waarschijnlijk vallen die bij 99% van de kijkers sowieso ook niet op hoor. Daarnaast wordt de ‘reële’ wereld van Ready Player One ook op de juiste manier niet ingevuld, waardoor het wat sci-fi mysterieus blijft wat al die mensen doen als ze niet in die virtuele wereld verkeren, maar wel net ‘geloofwaardig’ genoeg is als kapstok voor de slechte bedoelingen van IOI te dienen. Al zit daar dus wel wat spanning voor mij, in hoeverre deze film ook blijft staan als je daar wel wat analytischer in duikt.
Maar toen ik halverwege de film naar een vriendin rechts van me keek, en zag hoe zij – met 3D-bril – net zo in de film zat en met alles meeleefde als de karakters in de film in de OASIS meeleven, maakte m’n bewondering voor Spielbergs vertelkunst nog wel een sprongetje omhoog. Daarnaast bevat de film dus ook wel die wat ‘oude-mensen-anti-technologie’-boodschap die goed past bij Spielbergs leeftijd, aangedikt met bekende thema’s als “samenwerken brengt meer succes” en “kiezen voor eigen belang wint nooit van kiezen voor algemeen belang”. Daarnaast kun je jouw mogelijke kritiek op al die mensen die de hele dag op hun smartphones kijken ook handig projecteren op deze film, maar ook wat meer ‘complotterige’ theorieën inzake hoe overheden en/of bedrijven het gepeupel met schulden e.d. onder de duim houden (of letterlijk voor hun karretje spannen). Enige échte kritiekpunt waar ik aan het eind van de film mee zat – SPOILER ALERT – is hoe Ogden Morrows rol in het geheel past. Was die nou volledig georkestreerd (hij speelde het spel namelijk mee als die butler in die ‘geheugenbibliotheek’), maar klopt dat dan nog wel met Hallidays motivatie dat zijn breuk met Morrow z’n Rosebud was, als die breuk dus helemaal niet zo duidelijk was? – EINDE SPOILER ALERT. Voelt bij mij nog wat aan als iets waar best een grove fout in verscholen kan zitten (of een soort openheid om een uitleg in een vervolg mogelijk te maken?). Maar op dat vlak wringt deze film sowieso nog wel ietwat bij mij…
Cast & crew
Sheridan is natuurlijk veelvuldig als een digitaal karakter te zien – leuk overigens hoe door de keuze voor een game-omgeving de digitale wereld wat gepixeld eruit mag zien (al kan ik me voorstellen dat gamebouwers over meer dan 20 jaar toch wel volledig levensechte digitale avatars weten te bouwen?) – en dan hoor je enkel z’n stem. Dat hij de live-action scènes makkelijk aan zou kunnen toonde hij al in z’n prachtige rol in Mud, die hij niet veel later lichtjes herhaalde in Joe (tegenover Nicolas Cage). In de X-Men-films (de tweede waarin hij zit komt eraan) heeft ie z’n actiebenen kunnen testen, al hoeft ie die hier maar een paar keer in te zetten. Leuk hoe ik net pas ontdekte dat Olivia Cooke, die de enigmatische Art3mis speelt, eerder al veel indruk maakte als de doodzieke Rachel in Me and Earl and the Dying Girl, terwijl ze haar speelfilmdebuut maakte in het thematisch heel licht overeenkomende The Signal. En voor iedereen die ook zijn of haar hoofd breekt over wie de bad guy-avatar I-R0k van een stem heeft voorzien, dat was T.J. Miller. Als acteur herken je hem mogelijk uit de TV-serie Silicon Valley of uit films als Cloverfield en She’s Out of My League, maar hij lijkt de laatste jaren dus meer naam te maken als stemacteur. Zo was hij overduidelijk ook te horen in How to Train Your Dragon en Big Hero 6, al was hij ook nog te zien als Weasel in Deadpool. De beste rollen worden echter gespeeld door Rylance en Mendelsohn, die hier beiden volgens mij tonen ‘gewoon’ met Spielberg te willen werken (voor Rylance was het al z’n derde keer (na Bridge of Spies ook in The BFG (a.k.a. De GVR)), want voor de zwaarte van hun rollen waren zulke begenadigd acteurs niet echt nodig.
Het scenario is dus mede geschreven door auteur Ernest Cline, die ook het boek schreef waarop de film gebaseerd is. Daarin werd hij echter geholpen door een vrij succesvol ‘Hollywood-scenarist’: Zak Penn. Die schreef namelijk eerder al (mee aan) Last Action Hero, Behind Enemy Lines, X2, Suspect Zero, Elektra, X-Men: The Last Stand, The Incredible Hulk én The Avengers. Oftewel: geen groentje als het aankomt op grootse Hollywoodspektakels, iets wat ervoor gezorgd heeft dat de vele grote (digitale) actiescènes zeker goed werken. Ook al staat uiteindelijk natuurlijk alles in dienst van Spielbergs boodschap, die wel als een goede rode draad door alles heen loopt.
Final credits
Al voel ik me dus wel ietwat kritischer worden hoor, hoe meer ik over deze film nadenk. Ondanks dat ik dus heerlijk meegezogen werd in het verhaal en ik na afloop ook direct zei dat ik ‘m zeker nog een keer wil gaan zien in IMAX 3D. Ik zag ‘m nu namelijk in ‘gewoon’ 3D, en daarbij kreeg ik weer ‘ouderwets’ geïrriteerde traanogen.
Maar zeker voor iemand die is opgegroeid in de 80’ies en 90’ies biedt de film zoveel herkenning, dat ik af en toe het gevoel kreeg dat werkelijk alles uit m’n entertainment-geschiedenis voorbij kwam (ja, voor de oplettende kijkers: zelfs het A-Team-busje komt voorbij). En dat was dus zeker ruim genoeg voor één geweldige filmervaring (en mogelijk zelf wel meer). Al begrijp ik dus ook wel wat van die recensenten, die het ‘real life’-verhaaltje toch wat te simpel/dun vonden. Zou dat de reden zijn dat ik de film toch ook alweer lichtjes aan het vergeten ben..?