Mandy (2018)
Mandy is een enorm vette horrordroom/midnight movie met een hoofdrolspeler in ‘full get-in-the-Cage‘-modus. Gelukkig is die hoofdrolspeler ook de naamgever van die bij vlagen maar zeker ook goed gedoseerde over-the-top-craziness, en het is lang geleden dat Nicolas Cage zo goed ‘los’ mocht gaan, op meerdere vlakken. De casting van deze film is sowieso perfect, met Andrea – Birdman, Shadow Dancer, Nocturnal Animals – Riseborough aan de top, net gevolgd door Linus – Batman Begins, Homeland – Roache. Al merkte ik ook dat deze ode aan talloze (horror)meesters niet voor iedereen geschikt is, mede gezien de irritante aanwezigheid van wat te hippe mensen – tijdens de voorpremière waar ik de film zag – die hun gepraat belangrijker vonden dan het genot van de aanwezige filmliefhebbers. Toch waren zij op een gegeven moment volgens mij ook wel redelijk om, want de film bevat – naast een goed verhaal en veel lomp bloederig geweld – ook genoeg goede lach-ontspanmomenten. Of zou dat gekomen zijn door de imponerende soundtrack van de helaas te vroeg overleden Johánn – Blade Runner 2049, Sicario – Johánnsson..?
Het verhaal
Red (Cage) is het archetype van de stoere Amerikaanse man: houthakker. Hij woont met z’n illustrator-vriendin Mandy (Riseborough) in de bossen van – ik denk – Noordwest-Amerika, in een fantastisch huis. Waar sommigen hier een hele wand bekleden met een natuurposter; hun huis heeft zo’n groot raam in de slaapkamer (met zo’n uitzicht waarvan je verwacht te gaan schrikken ergens, verderop in de film), dat zo’n poster niet nodig is. Verder is hun leven simpel en regelmatig; iets waarvan de reden nooit dieper uitgewerkt wordt, maar ergens had ik ’t gevoel dat Red en/of Mandy iets wilde ontvluchten. Al kan dat dus ook mijn projectie/conventie zijn…
Als Mandy een keer over een provinciaal weggetje naar het dichtstbijzijnde dorpje loopt (ze werkt ook in de lokale supermarkt), komt ze het busje van de reeds met bombastische titels aangekondigde “Children of the New Dawn“-sekte tegen. Leider Jeremiah (Roach) laat z’n oog op haar vallen en eist van z’n ‘discipelen’ dat ze haar gaan regelen voor hem. En dan begint de ellende natuurlijk, want ondanks de grote hoeveelheid psychedelica die Jeremiah gebruikt (en anderen dwingt te gebruiken) werkt Mandy natuurlijk niet zo mee, iets wat deze wat zielige ‘leider’ natuurlijk niet trekt. Een paar ontzettend lompe scènes verder is het wraakmotief voor Red meer dan invoelbaar neergezet. Al lijkt hij het kort even op te willen geven, iets wat in zijn situatie ook bijna ‘logisch’ aanvoelt trouwens. Maar dan krijgt ie gedomme van die nachtmerries (heel gaaf vormgegeven animaties, by the way) over het leed dat hem en z’n vriendin is aangedaan en dan weten wij als kijkers al: “Zeg maar ‘dag’ tegen jullie levens, slechteriken..!“. En dan heb ik dus nog niets verteld over die gemuteerde duivelachtige bad guys die door Jeremiah worden ingehuurd, of over de heerlijke over-the-top-wapens die Red vindt en/of maakt, waarmee hij z’n wraak ten uitvoer brengt…
Heerlijke balans
Mandy bevat zoveel heerlijke “What The F…!?“-momenten, gecombineerd met een goede genremix, waardoor het vooral opmerkelijk is dat regisseur Panos Cosmatos nergens volledig uit de bocht vliegt. Want met zo’n materiaal is het al lastig om een spreekwoordelijke rechte weg af te leggen, laat staan als je een bocht moet nemen. Maar hier weet Cosmatos dus een geweldige balans te vinden, zonder dat de film aanvoelt alsof er iets van ‘beperkingen’ waren. Zo mag Cage zelf ook weer een keer volledig los gaan, ook qua emotionele uitbarsting, en één scène voelde ook echt pijnlijk aan. Ook al ‘zie’ je aan zo’n scène ook wel duidelijk hoe vrij Cage op de set werd gelaten bij de opnames hiervan. Daarnaast zorgen bijvoorbeeld die gemuteerde bad guys niet alleen voor Mad Max-herinneringen, je weet als kijker dan ook niet of je nou naar iets bovennatuurlijks of naar iets ontzettend lomps zit te kijken, en ik denk dat je als kijker in die ‘onzekerheid’ moet durven rondwaren om écht van deze film te kunnen genieten. Dat zal niet lukken als je té conventioneel naar film kijkt, maar ik zat er gelukkig geweldig in. Koppel dat aan het goed neergezette thema – dat liefde mogelijk het enige is dat ons van het barbaarse afhoudt, of het wegnemen van die liefde juist onze barbaarse natuur openbaart? – en je begrijpt dat deze toch behoorlijk opmerkelijke film wel bij m’n topfilms van het jaar gaat horen, verwacht ik.
Cast & crew
Ik kan me goed voorstellen dat regisseur Cosmatos ook fan van Nicolas Cage is, dat hij het tevens jammer vond dat Cage de laatste jaren vooral in B- of C-films opdraaft, en dat hij deze film speciaal voor Cage’s talent heeft geschreven. Want of hij nou lomp grof of pijnlijk emotioneel moet doen, het werkt. Misschien wel omdat hij gedurende zeker de helft van de film onder de blood & gore zit, want dat ziet er ook aardig indrukwekkend uit. Dat Riseborough perfect gecast is meldde ik hierboven al, en toen ik zojuist even haar IMDb-pagina bekeek, bekroop me ook het gevoel dat heel veel regisseurs haar grote talent al eerder ontdekten, want haar filmografie is véél indrukwekkender dan jij waarschijnlijk nu nog denkt. Eén van haar eerste rollen was in Happy-Go-Lucky, maar ze heeft zo’n breed bereik dat je haar waarschijnlijk niet herkende in die Crocodile-aflevering van de laatste Black Mirror-seizoen, of dat ze met Tom Cruise te zien was in Oblivion.
Nog een paar opvallende namen in de cast zijn die van Bill Duke (!) en Olwen Fouéré. Duke herken je direct van z’n grote ogen, al waren z’n rollen in de Schwarzenegger-films Commando en Predator vooral erg cool. Maar hij was bijvoorbeeld ook te zien in Paul Schraders American Gigolo, terwijl hij ook als regisseur, schrijver en producent actief is. Fouéré toont overigens ook hoe geweldig het werk van het casting-team was, want haar ietwat heksachtige uiterlijk past perfect. Eerder werd ze hierdoor waarschijnlijk ook gecast voor topfilms als This Must be The Place en The Survivalist (al moet ik deze laatste nog zien).
Hoe meer je je verdiept in deze film, hoe meer je verbazing – door de grote hoeveelheid bekende/grote namen die meewerkten aan deze film – waarschijnlijk ook plaatsmaakt voor een instemmende knik, want eigenlijk is dit dus ook een best grootst opgezette film. Iets wat je mogelijk niet zou verwachten, gezien Cosmatos’ nog korte carrière, maar met een producent als Elijah Wood (naast een aantal Vlaamse producenten?), acteurs als Riseborough en Cage en de tot voor kort beste musical composer in de industrie verdient deze film dus wel wat meer aandacht.
Final credits
Ondanks dat ie dus zeker niet voor het grote publiek gemaakt is. Ik denk echter dat het selecte publiek dat dit soort films aantrekt, juist net zo ontzettend hard zal genieten als ik dat deed. Denk een beetje Brawl in Cell Block 99 meets Revenge, maar dan met een hooggespannen Nicolas Cage erin, met een gruwelijk sterke motivatie, maar een nog sterkere creativiteit in het doden van slechteriken. Zo creatief zelfs, dat er ook genoeg gelachen werd.
Ja, ik genoot ontzettend van deze film, en dat genieten was ook nog stevig voelbaar en werd mogelijk zelfs wat vergroot tijdens het schrijven van deze recensie… :)