Ip Man (2008)
Na veel te veel goede reacties van echte martial arts-fans bij de videotheek besloot ik ‘m afgelopen zondagavond te kijken: Ip Man, met Donnie Yen. En waar de film een must is voor alle martial arts-fans, lijdt de film ook wel wat onder z’n eigen drang om waarheidsgetrouw te zijn…
Allereerst is het fantastisch om te zien hoe een 46-jarige Donnie Yen iedereen nog de ballen uit de broek ‘wing chun’t (pardon my French). Wing Chun is de kungfu-techniek die later door Bruce Lee werd geperfectioneerd (or so I’m told), en deze film vertelt ook dat Ip Man uiteindelijk één van de meesters van Bruce is geworden. Nu wil de legende dat Bruce Lee juist zichzelf veel geleerd heeft, maar zoals je al gemerkt zult hebben: ik weet hier niet echt gruwelijk veel van ;-) .
Ip Man speelt zich aan de vooravond én tijdens de Tweede Wereldoorlog af, waarin China acht jaar bezet werd door de Japanners. De film begint echter met een heerlijk levende Ip Man, die zich enkel bezig hoeft te houden met z’n vrouw, zoontje én kungfu. Hij heeft genoeg bedienden om ’n relaxed leven te hebben, en z’n klasse in de vechtsport zorgt er ook nog eens voor dat de hele stad hem vereert.
Als de Japanners het land en de stad binnenvallen valt ook het doek voor z’n luxe leventje, en moet ie écht gaan werken. Maar niet voordat hij een paar bandieten uit het Noorden op hun plek heeft gezet natuurlijk.
Sorry, ik typ mogelijk met een licht ironische ondertoon, die ik niet echt meen. De film zit goed in elkaar, maar door alle reacties bij de videotheek waren m’n verwachtingen natuurlijk ook erg hoog. En door het rijtje Invictus, The Hurt Locker, New York, I Love You, Shutter Island, The Book of Eli en The Chaser was ik natuurlijk érg verwend. Samen met The Book of Eli zijn dit de minste films in het rijtje, dat overigens een dag later aangevuld werd met Un Prophète en nog wat later door een tweede viewing van The Bad Lieutenant: Port of Call New Orleans. Ik weet het: misschien wel het beste rijtje uit m’n leven, want de minste uit dit rijtje zijn nog gewoon (boven)gemiddeld goede films.
Okay, nog kort even het probleem met de waarheidsgetrouwheid. Het finale climax-gevecht wordt nooit een climax, mede doordat acteur Donnie Yen dit zo authentiek mogelijk wilde draaien. En mogelijk komt het door m’n gewenning aan fijne climaxen in dit soort films, maar toch had hier wel wat meer naar toegewerkt kunnen worden. Want film is film, toch?
Donnie Yen begint eindelijk de erkenning te krijgen die hij verdient, want zijn kunsten hoeven echt niet ander te doen voor die van Bruce Lee, Jackie Chan en Jet Li. Ip Man is de film waarin hij helemaal tot zijn recht komt (die pijlsnelle vuistkanonnade bijvoorbeeld). Het tweede deel was ongeveer even goed, dus als je die nog niet gezien hebt, kan ik hem aanraden. Daarin neemt hij het bijvoorbeeld op tegen Sammo Hung.