Okuribito (a.k.a. Departures – 2008)
Dat deze film vorig jaar de Oscar voor ‘Best foreign language film’ won is helemaal niet zo raar, want Okuribito (in jouw videotheek te huur als Departures) is een erg mooie film over een behoorlijk origineel en onverwacht onderwerp.
Daigo Kobayashi is cellist bij een orkest in Tokyo. Het orkest leidt echter verlies en als het wordt opgeheven vertrekt Daigo met z’n jonge vrouw terug naar z’n geboorteplaats in het noorden van Japan. Het is er koud (“kouder dan vroeger”), maar ze hebben het huis van z’n moeder georven (of “geërfd”, wat jij wil), en zonder baan is een gratis huis toch altijd relaxter…
Na een tijdje besluit Daigo toch weer werk te gaan zoeken, en dat heeft hij eigenlijk vrij snel en zeer makkelijk gevonden. De eigenaar van een ‘opbaarbedrijf’ zoekt namelijk een assistent, en aangezien het volgens zijn vrouw een ‘onrein’ beroep is vertelt hij het haar maar niet. Ook één van z’n oude vrienden beschimpt hem met z’n nieuwe baan, maar wij als kijker – en als westerlingen? – weten al lang dat hij, juist vanwege het getoonde respect voor de overledene én de nabestaanden, hier mogelijk z’n waardering voor en eigen betekenis in het leven terug kan vinden.
Klinkt mogelijk wat wazig, maar Departures ‘beklijft’ gruwelijk. Daigo en z’n moeder zijn namelijk op z’n zesde verlaten door z’n vader, en ergens heeft hij dat verlies nooit kunnen verwerken. Zou hij dat door z’n nieuwe werk wel leren? Roger Ebert beschrijft de kracht van de film mooi door te vertellen wat hij ontdekt heeft over de Japanners: “the Japanese reveal a deep and unsensational acceptance of death. It is not a time for weeping and the gnashing of teeth. It is an observation that a life has been left for the contemplation of the survivors.”
Als ze die contemplatie nou ook eens toonden inzake de gruwelijk geslachte dieren in de zeeën en oceanen, dan had The Cove nooit gemaakt hoeven te worden, maar dát is een ‘sidestep’ die bij zo’n mooie film als Okuribito eigenlijk niet op z’n plaats is.