Tirza (2010)
Ik ben de afgelopen weken betrokken bij de productie van een nieuwe Nederlandse speelfilm, waarin Gijs Scholten van Aschat ook een rol speelt. Omdat ik benieuwd was naar meer dan wat ik van hem sporadisch op TV voorbij heb zien komen keek ik afgelopen woensdag daarom Tirza, die ik wel al een half jaar níet mee had genomen uit de videotheek. En ondanks het sterke spel van Gijs (en zeker ook Silvia Hoeks) viel de film me – ondanks de niet al te hoge verwachtingen – wel wat tegen. Ik herkende de kracht van het verhaal en de thematiek wel, maar voelde ’t niet echt. Wat ik wél voelde, is dat het echt een boekverfilming was, en dat de vertaling naar film niet helemaal gelukt lijkt.
Als je het boek gelezen hebt, en daarna de film ziet, dan zullen de verschillende thema’s uit het boek altijd nog (onbewust) zorgen voor invulling op plekken waar de film dat minder doet. Als je het boek van Arnon Grunberg niet gelezen hebt (zoals ik), dan kan het zijn dat jij ook voelt dat sommige scènes net niet genoeg raken; net niet scherp genoeg neergezet zijn. Ook al schijnt regisseur Rudolf van den Berg op chronologisch vlak het verhaal compleet door elkaar gegooid te hebben, waardoor je als kijker van de film langzaam maar zeker onthuld ziet worden wat er gebeurd is, en waarom Tirza uiteindelijk naar Namibië vertrok…
Maar Tirza gaat eigenlijk niet over Tirza zelf. Tirza gaat over Jörgen Hofmeester (Scholten van Aschat), de vader van Tirza (Hoeks), die langzaam z’n leven uit z’n handen ziet glippen. Hij leeft al jaren gescheiden van z’n überbitch/vrouw, terwijl z’n ene dochter al eerder naar Frankrijk is vertrokken en z’n lievelingsdochter Tirza nu ook met haar nieuwe vriendje naar Namibië uitwijkt. Volgens z’n ongelofelijk naargeestige ex is het allemaal zijn schuld, maar waarom zij zich zo druk maakt om Tirza’s bestemming is wat raar, want ze haatte haar aan het begin van de film toch zo?
Ja, dat zal één van de dingen zijn die in het boek mogelijk meer ‘body’ hebben. Ook z’n ontslag, de verwijzingen naar 9-11 (z’n moslimangst richting het nieuwe vriendje van Tirza) en de verstikkende druk die een vader een kind kan opleggen: onderwerpen waarvan ik verwacht dat die in het boek meer aandacht hebben gekregen, maar in de film soms niet meer dan genoemd of aangestipt worden.
Nu moet ik mogelijk niet teveel zeiken. Het acteerwerk is behoorlijk sterk. Het ‘probleem’ met Gijs Scholten van Aschat is dat het bij hem zo ‘makkelijk’ lijkt. Ik heb ‘m nog nooit niet-goed zien acteren, maar dat neemt natuurlijk weinig weg van z’n prestatie. Silvia Hoeks toont wederom aan één van Nederlands grootste acteertalenten te zijn, ook al is haar rol niet zo heel groot. Johanna ter Steege speelt de bitchy ex zó gruwelijk goed dat ik ’t bijna als zwakte van de film/het verhaal ga zien: waarom heeft ie haar niet al lang weggeslagen, maar ook: wat zijn haar drijfveren om zo ongelofelijk hard en lomp te zijn. Als ‘filmmaker’ ken ik de neiging om alles ‘groter’ en ‘dramatischer’ te maken (en haar daarom zo evil mogelijk neer te zetten), maar het maakt de relatie tussen hen niet geloofwaardiger.
Of zou ik iets missen? Misschien had ik iets niet door, maar ben bang dat het komt doordat ik ’t boek niet gelezen heb…