22 mei (2010)
Het zou wat van ‘krantenkopgeilheid’ getuigen als ik zou zeggen dat een film over een bomaanslag in een Belgisch winkelcentrum blew me away. En uiteindelijk deed 22 mei dat ook niet, want de film is – ondanks grote thema’s als schuld, pijn, vergeving – veel te ‘persoonlijk’ om dat wegblazen nodig te hebben. Ik denk er alleen aan, omdat ik vrijwel de gehele film erg diep in de film zat, wat mijn kijkervaring enorm en geweldig maakte. Ook al raakte ik tegen het einde de draad lichtjes kwijt. Misschien komt het omdat het toen reeds 02.00u was, maar ik baal daar eigenlijk wel hard van, want 22 mei is een gruwelijk sterk staaltje cinema van Koen – Ex Drummer – Mortier.
Ik schreef hierboven “persoonlijk” tussen enkele aanhalingstekens. Die gebruik ik wel eens, niet om iets te citeren (daarvoor zijn de dubbele), maar om aan te tonen dat je dat woord iets ‘breder’ moet zien dan de letterlijke betekenis. Want met dat persoonlijke bedoel ik dat de film erg ‘privé’ aanvoelt. En nu doe ik het weer…
Ik bedoel dat ik heerlijk mee kon gaan in de vrij surrealistische wereld waarin hoofdpersoon Sam (wederom een geweldige Sam – Any Way the Wind Blows – Louwyck) terechtkomt nadat het winkelcentrum, waar hij bewaker is, slachtoffer is geworden van een terroristische aanslag. Maar ik kon meegaan doordat ik merkte dat mijn interpretatie van deze wereld wel eens perfect aan zou kunnen sluiten bij wat Mortier uiteindelijk wil zeggen met deze film. Tegelijkertijd kon ik me echter net zo goed voorstellen hoe dit veel mensen mogelijk niet zal lukken. Nu zal ik niet cynisch zijn door te zeggen dat dat soort mensen maar films als Crank of Blitz moeten gaan kijken, want dat zou veel te bekrompen en zwart-wit zijn. Maar ik kan me goed voorstellen dat ook mensen die film als iets ‘groters’ kunnen zien dan enkel vermaak, toch ook moeite kunnen krijgen om op de Mortiers golf mee te blijven surfen, want veel houvast geeft ie je niet in deze film.
Mogelijk dat ik net tegen het einde van de film dus ook van m’n surfboard viel. Maar of dat een zwakte van de film is, of dat ik gewoon nog net niet goed genoeg kan surfen om het deze hele film vol te houden, dat weet ik niet zeker…
Okay, in een paar zinnen iets over het verhaal. We volgen bewaker Sam, als hij op een doodgewone dag naar z’n werk in een wat troosteloos winkelcentrum gaat. Hij kent de winkeliers en ook de meeste klanten, want je ziet aan alles dat hij (vrijwillig?) gevangen zit in z’n routine. De openingsshots zijn geweldig en indrukwekkend gefilmd met een steadicam, waardoor ik een neurotisch tellen van het aantal shots bijna niet kon tegenhouden. Het eerste shot duurde ruim drie minuten, en tot aan minuut 8 telde ik slechts tien shots. Gelukkig miste ik toen een paar cuts, waardoor ik m’n neurose los kon laten (ja, ik zit mezelf wel eens lichtjes in de weg).
Maar terug naar ’t verhaal. Als Sam buiten de zaken wat overziet, ontploft er ineens een bom in het winkelcentrum achter hem. Hij wordt letterlijk weggeblazen, en ik moet zeggen dat die ontploffing mij toch ook wél wegblies. Je voelt wel aan dat er iets gaat gebeuren, maar toch kwam de knal goed binnen. Naast de geweldige steadicam-shots toonde Mortier hier ook weer z’n cinematische kunde, door de audio af te stemmen op hetgene dat Sam hoort. Dat is een trucje dat vaker wordt gebruikt, maar hier werkt ’t zeker.
Sam strompelt het verwoeste winkelcentrum binnen om mensen te redden, maar op een gegeven moment trekt ie het niet meer en rent ie weg. Hij blijft maar rennen, maar je voelt al lang dat hij niet van z’n ervaring kan vluchten. Als hij uiteindelijk neervalt wordt ie gewekt door de stem van één van de mensen die hij eerder redde, en dat is het begin van een trip door een surrealistisch leeg Brussel, waar Sam enkel mensen tegenkomt die betrokken waren bij de aanslag. Waarom lette Sam niet op? Waarom hield hij de jongen met capuchon en rugzak niet tegen?
Op dat moment voel je al lang dat je met rationaliteit deze film niet gaat begrijpen. Heel even deed de film me denken aan Jarmush’ Dead Man, maar waarom vergelijken, inderdaad. Mij viel het dus vooral op hoe ‘diep’ ik mee kon gaan met de verschillende verhaallijnen van de diverse mensen die Sam op z’n trip tegenkomt, die allemaal hun eigen verhaal hebben. Uiteindelijk komt ie zelfs bij de jongeman terecht die zichzelf opblaast in ’t winkelcentrum, en ook daar voelde ik ’t allemaal nog goed.
Dat ik uiteindelijk toch van m’n surfplank viel vond ik daarom ook erg jammer. Ik heb nog wel mee gepeddeld tot ’t einde van de film, dus de film is voor mij zeer zeker geslaagd, maar toch voelde ik een lichte teleurstelling. En zoals ik al zei: misschien ligt dat wel aan mij, en niet (helemaal) aan de film. Maar daarmee wil ik wel aangeven dat ik ook weet dat er heel veel mensen zullen zijn die deze film niet gaan trekken. Ook mensen die zichzelf als filmkenner zullen typeren kunnen best zeggen dat het een pretentieus en arty farty ‘gedrocht’ is geworden, en dat Mortier z’n hand overspeelt. Maar de film straalt wat mij betreft teveel potentie en cinematische klasse uit. Ik voel dan ook geen drang om mijn ‘onbegrip’ goed te praten door de film af te kraken.
Yes, ik was fijn onder de indruk van 22 mei. Ik hoop dat jij dat ook zult zijn, maar geen harde gevoelens als dat niet blijkt te zijn. En: ik ben erg benieuwd wat Mortier nu gaat doen, want dat hij iemand is om in de gaten te houden, dat staat voor mij als een paal boven het spreekwoordelijke water…
Top film. Ik heb ‘m 4 sterren gegeven. Wat me vooral aansprak was dat het verhaal zo warrig begint te worden dat ik ging twijfelen of het begin eigenlijk nog wel ‘echt’ was.