The Man Who Knew Too Much (1956)
Tot zo’n tien jaar geleden ‘kende’ ik The Man Who Knew Too Much alleen van de parodiërende titel van die Bill Murray-film (The Man Who Knew Too Little), over een videotheekmedewerker (“I’m in the entertainment business” :)) die verzeild raakt in iets van een complot in Londen. Nu de laatste jaren m’n liefde voor Hitchcock-films heftig is gegroeid was het onvermijdelijk dat ik The Man Who Knew Too Much ooit zou gaan zien. Bleek dat ik ook nog de keuze had uit het origineel uit 1934 en deze door Hitchcock zelf gemaakte remake uit 1956, met in de hoofdrollen James – Vertigo, Rear Window, e.v.a. – Stewart en Doris Kappelhoff, beter bekend onder de naam Doris Day. Ik koos dus voor de ’56-versie en zag gisteravond wederom waarom Hitchcock terecht de “master of suspense” wordt genoemd.
Stewart speelt dr. Ben McKenna, die samen met z’n vrouw Jo (Day) en zoontje Hank van Casablanca naar Marrakech reizen per bus. Onderweg hebben ze al wat mot, maar worden ze geholpen door een Fransman, iemand die later iets te graag vrienden lijkt te willen worden. Jo is sowieso al wat achterdochtig, maar dat komt mogelijk ook doordat ze als zangeres nogal wat bekendheid geniet en wel vaker zomaar wordt aangestaard. Zo ook door een ander, wat ouder stel, waar ze al snel bevriend mee raken.
Als ze de volgende dag met z’n vijven over de markt lopen komt ineens eerdergenoemde Fransman naar de dokter toe gestrompeld, met een mes in z’n rug. Net voordat hij sterft vertelt hij McKenna iets, en dan ineens slaat de film van een naïef reisavontuur om in een thriller. En omdat Hitchcock niet alleen een “master of suspense” is, maar ook een “master of cinema”, voel je dat dat rustige begin van belang was om dan ineens te voelen hoe in één ogenblik de controle over je leven compleet weg kan vallen. Of toch niet…?
Yes, The Man Who Knew too Much is ook weer een opzienbarende Hitchcock. Hij maakte wel een minder ‘diepe’ indruk dan bijvoorbeeld The Birds, Vertigo of Psycho (mogelijk voelde ik dat deze keer (nog) niet), maar in deze is Hitchcocks perfecte techniek misschien wel het meest opvallend/zichtbaar. Vooral de scène in de Royal Albert Hall in Londen is geweldig gemonteerd. Je voelt de spanning naar een hoogtepunt kruipen, maar je ziet ook dat de hoofdrolspelers vrijwel machteloos zijn. En dat gaat maar door, en door, en door… Herinner ik me ineens ook de scène bij Ambrose Chapel, waar iemand uit de achterdeur verdwijnt, maar in datzelfde wijde shot zien we achter een muur aan de voorkant een unaware Jo ook nog wachten op Ben. En dan zien wij wat zij eigenlijk had moeten zien.
Haha, dat klinkt mogelijk wat simpel zo, maar het toont dat Hitchcock ook technisch een meester was. En dan is het mogelijk niet Hitchcock z’n beste film: The Man Who Knew Too Much is zeker wel een must-see voor Hitchcock-fans…