Madeo (a.k.a. Mother – 2009)
Koreaanse films zijn de laatste jaren behoorlijk aan een opmars bezig, althans: in mijn belevingswereld. Naast de spiritueel mooie films van Kim Ki-duk (Spring, Summer, Fall, Winter… and Spring, Bin-jip) strijden Park Chan-wook (van de ‘vengeance-trilogie’ met o.a. Oldboy) en Kim Jee-woon (I Saw the Devil, A Tale of Two Sisters) om de titel van coolste en hardste filmmaker van ’t land en maakte Bong Joon-ho eerder al indruk met z’n maatschappijkritische films als Memories of Murder en The Host.
En dan komt laatstgenoemde nu met ’t subtiele conventie-ondermijnende Madeo, hier uitgebracht onder de naam Mother. Ik denk dat er nóg een land is waar we ‘filmtechnisch’ vrij jaloers op mogen zijn…
De naamloze moeder uit de titel is logischerwijs extra bezorgd om haar geestelijk niet volledig ontwikkelde zoon Do-joon, die ergens in de 20 zal zijn, maar geestelijk niet ouder is dan 7 of zo. Z’n beste vriend gebruikt hem vooral als speelbal, en als Do-joon een keer dronken uit de kroeg komt gerold en toevallig achter een meisje aan loopt die de volgende dag vermoord teruggevonden wordt, dan is het voor de luie politie-agenten niet zo moeilijk om een bekentenis uit Do-joon te krijgen. Hij snapt amper wat ze hem vragen en het lijkt alsof “ontoerekeningsvastbaar” moeilijk vertaalbaar is naar ’t Koreaans, want zo’n bekentenis zou in een Nederlandse rechtbank volgens mij geen seconde serieus genomen worden. Maar het toont wederom een kritiek op het Koreaanse politie-apparaat, waar men meer bezig is met reputaties en het verschil ik sociale klasse dan met rechtvaardigheid. Waarschijnlijk een behoorlijk issue in de Koreaanse cultuur, want daar ging Memories of Murder ook al deels over, en het wordt ook direct aangehaald in Poetry, nóg zo’n mooie en rustige Koreaanse film.
Want rustig is Mother wel, althans aan de oppervlakte. De film begint ook met een scène die een mainstream-publiek mogelijk zal wegjagen, want het beeld van een dansende oude vrouw in gras dat zeker ’twee kontjes hoog’ is houdt wel net zo lang aan dat het lijkt alsof de makers wilden zeggen: “Verwacht geen conventionele film“. Nu wil ik zeker geen mensen vooraf al afschrikken, maar een open mind moet je wel hebben om optimaal te kunnen genieten van deze film. Roger Ebert beschreef het leuk door de mogelijke reactie van het mainstream-publiek op een ’trouwe’ Amerikaanse remake te voorspellen met “Dat kun je toch niet maken!” en “Ehm, maar wat deed je nou eigenlijk?“. Want de film lijkt in eerste instantie een standaard plotverhaaltje te vertellen, maar uiteindelijk gebeuren er wat dingen die op z’n minst nogal verrassend zijn. Niet dat het mega-spectaculair wordt inzake lompheid of dat je ineens met wijd opengesperde ogen zit te kijken, maar het is wel een film die aardig blijft ‘meanderen’ in m’n hoofd…
Achterop de DVD-hoes proberen ze de film te verkopen met een quote uit de Telegraaf-recensie – “spannende thriller die niet zelden doet denken aan de klassiekers van Hitchcock” – en ik kwam nog ergens anders een verwijzing naar Hitchcock tegen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik die link niet zo snel zou willen leggen, want dan wek je mogelijk de verkeerde verwachtingen. Inderdaad, in Hitchcock-films gaat het ook (bijna?) altijd over iemand die ten onrechte wordt verdacht of veroordeeld voor iets dat hij niet gedaan heeft, en Hitchcock was ook niet vies van thema’s als allesoverheersende moederinstincten (The Birds bv…), maar ik vind de vergelijking wat snel gemaakt. Maar ik ben ook zo eerlijk toe te geven dat ik deze link mogelijk niet goed genoeg zie (of kan leggen), dat kan ook…
Maar inderdaad: de film toont dus hoe ver een moeder kan gaan in het beschermen van haar zoon. En nogmaals: dat wordt nergens lomp spectaculair, maar het is veel meer onderhuids. Ook de relatie tussen de zoon en z’n moeder wordt een stuk dieper uitgewerkt dan je in eerste instantie zou verwachten, en dat geeft de film een gelaagdheid die ik ergens wel voelde, maar er ook niet direct helemaal uit haalde. Maar het maakt de film dus wel intrigerend en interessant, en daarom wederom een fijne verrassing uit ’t land waar Guus Hiddink nog altijd op handen wordt gedragen. Want hoe onverwacht ook: zijn naam komt ook even voorbij.
Na Memories of Murder en The Host komt Bong Joon-ho dus weer met een interessante film met flink wat kritiek op de Koreaanse maatschappij waarin veel zaken vaak liever onder ’t tapijt geveegd worden. In Memories of Murder zag je dat al letterlijk gebeuren, terwijl de desinteresse van overheidsfunctionarissen ook één van de thema’s in The Host was. Yep, voor ’t juist publiek zeker een aanrader!