Abrir puertas y ventanas (2011)
Er wordt erg weinig uitgelegd in Abrir puertas y ventanas (letterlijk: “deuren en ramen openen”, maar in ’t Engels verschenen als Back to Stay), een film over drie Argentijnse zusjes in een groot huis, waar ze schijnbaar zorgeloos wonen. Vrijwel de gehele film speelt zich in dat huis af, en langzaam maar zeker kom je erachter waarom ze alleen wonen, maar ook wel waarom regisseuse Milagros Mumenthaler juist voor zo’n lome (en slome) sfeer heeft gekozen. Best een fijne film voor een rustige zondagavond, ook al zal ’t publiek voor deze film niet al te groot zijn…
Het ongrijpbare aan de relatie tussen zussen ken je natuurlijk van Sofia Coppola’s The Virgin Suicides, of van bv. Inventing the Abbots (met o.a. Liv Tyler en Jennifer Connelly). Ik weet niet of mijn twee zussen er iets mee te maken hebben, maar ik vond Mumenthalers portret van drie zussen met elk hun eigen karakter, gezamenlijk verleden en ‘dreigend’ gezamenlijk lot, behoorlijk treffend. De onverwerkte ruzies, kleine irritaties die tot vileine sneren kunnen leiden, maar net zo goed de switch naar momenten waarop ze samen eten, zingen, of elkaar een masker opsmeren: ik voelde wel wat herkenning.
Langzaam wordt wel iets van het ‘mysterie’ onthuld, maar er blijft nog altijd erg veel open. Misschien iets teveel, alhoewel ik daar niet echt een probleem mee had. Het is en blijft een kleine film, die best verrassend ook gefinancierd is door het Rotterdams Hubert Bals fonds en het Nederlands Filmfonds. Daarnaast heeft het scenario een ‘begeleidingstraject’ doorlopen in Cannes, en als je de film niet ‘voelt’, dan zul je dit ook aangrijpen en zeggen dat het daarom misschien wel een pretentieuze festivalfilm is geworden (de film won ook diverse prijzen, o.a. in Locarno). Maar zoals ik al zei: ik voelde ‘m wel redelijk…
De drie zusjes, die vooral het eerste deel van de film nogal schaars gekleed door ’t veel te warme en grote huis slenteren, lijken nog niet echt klaar te zijn om af te rekenen met hun verleden. En daar zit volgens mij niks ‘groots’ achter, maar na de dood van hun grootmoeder voelen ze alle drie wel aan dat ze verder moeten, maar hoe doen ze dat? Marina is de wat conservatieve oudste zus, zit op de universiteit en heeft stiekem een oogje op de jongen die in een huisje op hun terrein woont. Wie hij is wordt overigens nergens duidelijk. Mogelijk de zoon van een voormalig huishoudster of zo? Sofía is de meest uitgesprokene met haar grote hoeveelheid kleding, een onduidelijke inkomsten- en ‘cadeautjesbron’, en zij lijkt de dromer van de familie. Of in elk geval degene met de grootste dromen. En we zien haar het meeste ‘worstelen’ met de verandering, door constant het huis te herinrichten, haar kleding aan te passen, etcetera…
Verrassend is het dan ook dat juist Violetta, de jongste en meest lethargische zus, degene is die het verhaal uiteindelijk ‘aanzwengelt’. Waar ze de hele film bijna te lui is om de telefoon op te nemen of zelfs maar een broek aan te trekken, daar neemt zij een beslissing die uiteindelijk ook haar zussen doet realiseren dat ‘verder gaan’ geen onmogelijke opgave is. En ook hier voel ik weer: denk niet al te groots, want het blijft een hele kleine en kale film zonder grote dramatische uitspattingen. Misschien is het wel net iets téveel een slice of life, en is het ontbreken van duiding en duidelijk drama wel de reden dat veel mensen ‘m niet echt trekken.
Niet dat ik het de beste film van ’t jaar vond, maar hij voelde wel wat aan als een semi-interessant gesprek in een relaxte tuin op een lekkere lome zondagavond. Met mooie, rustige en gestyleerde camerabewegingen en heel af en toe wat mooie muziek op de achtergrond…