Perfect Sense (2011)
Mogelijk pretentieus of niet – ik ben er nog niet helemaal uit – maar ik vond Perfect Sense wel echt een prachtig en magisch-melancholisch liefdesverhaal met een sterke Ewan McGregor en een werkelijk onweerstaanbare Eva Green. Dat de film ook over een erg subtiele apocalyps gaat zorgde best knap (en risicovol) voor een onbehaaglijk gevoel, ook al trekt het ook de verkeerde kijkers naar deze film. En hun voornamelijk negatieve reacties vormen waarschijnlijk de reden dat ik deze film ineens wil gaan ‘verdedigen’…
Maar eerst kort het verhaal. Michael (Ewan McGregor) is een chef-kok in een restaurantje in Glasgow, met een achterdeur die toevallig op hetzelfde pleintje uit komt als epidemioloog Susans (Eva Green) appartement-ingang. Hij heeft intimiteitsproblemen, zij kiest altijd de verkeerde mannen. Als ze elkaar ontmoeten voel je op je sloffen al aan dat er iets gaan ontstaan, en waar sommige recensenten hun pech dat ze dit niet voelden veralgemeniseren door te stellen dat de film “…characters who never win our heart.” bevat, daar is dat gewoon hun persoonlijke beleving, en spreken ze zeker niet voor mij. Ik werd aardig hard geraakt door vooral de worsteling met hun zelf opgelegde/gecreëerde obstakels. Maar inderdaad: subtiliteit werkt niet voor iedereen…
Hun ontmoeting, aftasting, afstoting en mogelijke hereniging speelt zich echter af tegen een schijnbaar wereldwijde uitbraak van een onbekend virus of ziekte. Mensen verliezen namelijk één voor één hun zintuigen, na een bijpassende emotionele uitbarsting. Ze worden eerst zó gruwelijk verdrietig dat ze niets meer kunnen ruiken, maar later ontsteken ze ook in zulke woede-uitbarstingen dat ze naar niets of niemand meer willen luisteren. Gevolg is dat ze daarna ook hun gehoor kwijt zijn.
Ik denk dus dat er meer connecties te maken zijn die ik nog niet echt gemaakt heb, en dat is één van de redenen waarom ik deze film zo intrigerend vond.
Een andere reden was dat deze ‘uitbraak’ juist heel geleidelijk gebeurt. Niks geen groot Armageddon-achtig spektakel, maar een realistische blik op de afdeling waar Susan toevallig werkt, waar de paniek wordt onderdrukt, tot ’t moment dat zij ook slachtoffer worden. En daar schuilt juist de kracht in mijn ogen: het blijft klein en menselijk, in de fragiele wereld van de ontluikende liefde tussen Michael en Susan. Dat versterkt ook de gedachte dat deze film niet om het plot draait, maar om iets ‘metafysischers’ of ‘filosofischers’. Neemt overigens niet weg dat regisseur David – Hallam Foe – Mackenzie wel degelijk een second unit de wereld rond heeft gestuurd om beelden te schieten die het globale karakter van de uitbraak neerzetten…
Ja, ik vond ’t een behoorlijk prachtig melancholisch liefdesverhaaltje, dat me nog altijd intrigeert. Ook al hoop ik ook dat het nog ‘grootser’ is dan wat de “Without love there is nothing.“-tagline doet vermoeden. Maar misschien wilde Mackenzie niets anders dan een klein liefdesverhaaltje vertellen, gezet tegen een verontrustende apocalyps. Verontrustend, als in: realistisch, en niet groots a la Michael Bay of Ronald Emmerich.
Ik kan ook nog niet zeker zeggen of de film nu pretentieus is of de film wél precies doet wat Mackenzie ermee bedoelde, maar kreeg dus wel ’t gevoel dat ik ‘m wil verdedigen tegen de onwaarheden en verkeerde interpretaties die ik bv. op IMDb las. Ik ben wat terughoudender in m’n reactie, omdat ik niet de indruk wil wekken dat ik (al) een duidelijke mening heb die ik met 100% zelfvertrouwen zou kunnen verdedigen. Klinkt mogelijk als zwaktebod, maar ik bedoel het vooral eerlijk…