The Imposter (2012)
The Imposter is een documentaire met zoveel filmische elementen erin verwerkt dat je het net zo goed ’n psychologische thriller mag noemen, ware het niet dat het verhaal te ongeloofwaardig is dat het wel echt moet zijn gebeurd. Want als verzonnen scenario zou je het niet geloven.
Regisseur Bart Layton krijgt het voor elkaar om ook jou enkele keren van standpunt te doen switchen, verwacht ik. En dat is ontzettend knap, al haalt The Imposter het niet bij de koning van deze manier van documentaire maken: Capturing the Friedmans. Maar hij blijft wel aardig creapy hangen…
Heel kort het verhaal
Ik raad je aan je niet teveel te laten vertellen over deze documentaire/film. Dus let vooral op voor de Albert Verlindens van deze wereld, die ik nog altijd niet vergeven heb voor het verknallen van Million Dollar Baby voor mij. Maar ik las ook ’n Nederlandse recensie op ’n website die ik normaliter erg respecteer, waarin ook echt veel te veel werd verteld. Het enige dat je hoeft te weten is dat het gaat over de vermissing van ’n 13-jarig jochie uit San Antonio, Texas in 1994, en dat er drie jaar later in Spanje iemand opduikt die zegt hem te zijn, ook al heeft ie ineens bruine ogen en donker haar. En nu weet je mogelijk pas/slechts 2% van hoe deze thriller-documentaire zal verlopen, want het gaat net zo goed over hoe dit niet alleen aan jou ‘verkocht’ wordt als over de uiteindelijke afwikkeling…
Dubieuze vorm?
Ondanks dat de documentaire halverwege wel wat traag aanvoelde, iets waarvan ik overigens denk dat Layton hiermee jou ook de wanhoop van de familie van de vermiste Nicholas Barclay en de weirdness van het verhaal wat steviger wil laten voelen, heeft hij dramatische reconstructies gecombineerd met interviews met familieleden van Nicholas. En daarin heeft Layton eerder voor de sfeer van ’n duistere thriller dan van een documentaire gekozen, met flink wat lompe speculaties en een mogelijk nog heftigere afwikkeling, wat er bij mij in elk geval voor heeft gezorgd dat ie nu twee dagen later nog altijd ’n vrij ongemakkelijk gevoel oproept…
Layton zoekt de grenzen overigens wel op. Want zoals ik al zei: in ’n film zou je het verhaal nooit geloofd hebben. En daarin heeft Layton voor ’n ogenschijnlijk wat gekunstelde maar stiekem goed werkende vorm gekozen. Want naast de vele filmische elementen die hij in het verhaal heeft gemixt toont hij ’n paar keer ook vrij letterlijk dat je op moet letten met wat je gelooft, door zonder shot- of perspectiefwisseling tussen de schijnbare documentairebeelden en nagespeelde beelden te switchen.
Final credits
Het knapste aan de film is echter dat je de hele film door in het ongewisse blijft. Waarschijnlijk zal niet iedereen dat trekken, want sommige mensen zien liever duidelijke en afgeronde (en daarmee risicoloze) verhalen. Ik echter niet, dus ik vond het geweldig hoe ik de ene keer met het ene karakter mee ging, en direct daarna weer met ’n ander. En dat spelen met perceptie, waarbij je als kijker jezelf kritisch moet afvragen of dat wat je ziet ook wel de werkelijkheid is, dat is volgens mij iets waar we in deze tijd allemaal wel eens bewust van mogen worden…
En mocht je dit interessant vinden, dan raad ik zeker (of eigenlijk nog eerder) ook Andrew Jarecki’s Oscargenomineerde Capturing the Friedmans uit 2003 aan. En ja, de naam Jarecki kan een belletje doen rinkelen, want hij heeft maar liefst twee even zo opvallende filmmakende broers, namelijk Nicholas, die onlangs debuteerde met Arbitrage (met o.a. Richard Gere) en Eugene, eveneens documentairemaker, o.a. van Why We Fight en Freakonomics.