The Hobbit: The Desolation of Smaug (2013)
The Hobbit: The Desolation of Smaug is gelukkig een stuk beter dan The Hobbit: An Unexpected Journey, wat ik enkel al kan illustreren door het feit dat in dit tweede deel het reisgezelschap opgesplitst wordt en ik me daadwerkelijk een paar keer afvroeg hoe het nou met Gandalf of Kili en Tauriel was, en Peter Jackson me gelukkig nergens al te lang liet wachten om te switchen tussen deze verhaallijnen. Maar The Hobbit: The Desolation of Smaug is ook nog altijd meer spektakel dan verhaal, ook al viel het me hier dus minder op dan in dat eerste deel en durft Jackson zelfs een héél klein beetje meer aandacht te geven aan de motivatie van z’n hoofdkarakters. Want juist het ontbreken van iets van focus op deze motivatie is de reden dat ik geen fan ben van z’n Tolkien-verfilmingen.
Oh ja, heb een dag na het zien van de 48fps High Frame Rate-versie in een IMAX 3D-zaal nog wel last van geïrriteerde ogen…
Het verhaal
Zoals ik al zei: nog altijd meer spektakel dan verhaal, en qua verhaal heb ik het dan niet over plotontwikkelingen e.d., want daarmee zit dit tweede deel natuurlijk ook weer VOL, maar verhaal in de vorm van karakterontwikkeling. Als ik zou willen zeuren, dan – SPOILER ALERTje – zou het enige interessante inzake de karakterontwikkeling Bilbo’s gebruik van de RING én de twijfel van Thorin zijn, waarin je wel degelijk een neiging naar het kwaad kunt zien – EINDE SPOILER ALERTje. Dat is dus eigenlijk het enige écht interessante aan dit tweede deel van deze kunstmatige trilogie, al zit daar stiekem wel iets van mysterie in…
Maar het verhaal: na een goede flashback naar het waarom van deze Hobbit-trilogie zijn Bilbo c.s. dus op weg naar de Eenzame Berg, omdat daar het voormalige dwergenrijk Erebor onder verscholen ligt. Helaas wordt de berg door draak Smaug bewoond, en schijnbaar hebben ze dus Bilbo (Martin Freeman) nodig om de Arkensteen te vinden in die immense stapel goud en juwelen. Waarom ze hem precies nodig hebben weet ik niet, want echt gewiekst of stealthy is hij niet, maar mogelijk heeft het iets met z’n onverschrokkenheid te maken (wat je ook uit kunt leggen als domme onwetendheid, maar dan zou ik mogelijk teveel zoeken naar iets van ‘diepgang’ achter dit karakter, dat domme onwetendheid wordt misbruikt door grotere machten??). Feit is wel dat ze eerst door een bos moeten dat wordt beschermd door elven, waardoor Tauriel (Evangeline – Lost – Lilly, die ik toch verdacht veel op Jessica Biel vind lijken) en ook Legolas (Orlando Bloom) geïntroduceerd kunnen worden, waarbij de mogelijke spark tussen Tauriel en dwerg Kili best interessant is, als ik eerlijk ben.
Gandalf verlaat het gezelschap om de opkomst van wat duistere krachten te onderzoeken (want ze worden al gevolgd door een flinke groep Orks), en dat geeft Jackson ook de gelegenheid om een ‘oude’ bekende te introduceren én een link te leggen met de zich later afspelende LOTR-films. Dus al bevestigt dit tweede deel wederom dat de Hobbit-serie een mogelijk nóg commerciëler uitgebuite franchise is dan de Harry Potter-franchise – waarvan ik vind dat die zeven boeken in totaal in drie of vier (goede) films om hadden moeten zetten, niet in acht (!) – Jackson gebruikt z’n bijna drie uur wel om de echte Tolkien-fans flink wat puzzelstukken aan te reiken.
Murw gebeukt, of toch positief..?
En dat doet hij met prachtig visueel geweld, dat moet gezegd worden. En door dat ‘shock & awe‘-entertainment wordt ook mijn kritische blik bijna murw gebeukt, vandaar dat ik nu misschien ook wel een stuk milder ben dan bij het eerste deel. Want nogmaals: qua karakterontwikkeling stelt de film, ondanks een paar lichtpuntjes, niet heel veel voor. Dus vroeg ik me toch weer af waarom Jackson het bijna lijkt te vertikken (zoals ook al in z’n LOTR-films) om op de motivatie van z’n karakters te focussen. Want als ik niet mee kan voelen met de twijfels van een karakter in z’n keuze voor het ‘goede’ of het ‘kwade’, dan moet je me wel héél erg afleiden met technische zaken om daar niet over te vallen. Nu lukt het dat Jackson in dit tweede deel misschien wel beter dan in de vorige vier films die ik in deze ‘wereld’ zag, maar ik kan ook nog altijd pissed worden als ik terugdenk aan Jacksons Oscar voor Beste Regie voor LOTR 3: The Return of the King. Want daarin vond ik de mogelijk allerbelangrijkste scène van die hele trilogie, het moment dat Frodo twijfelt om die ring nu wel of niet in dat vuur te gooien, echt bijna amateuristisch geregisseerd.
Maar serieus: hier is m’n kritiek op dit gebied dus milder dan bij die vorige vier films, en dat komt niet enkel door het overrompelende visuele geweld…
Computer-Generated Imagery (CGI)
Naast het hierboven beschreven optimisme over hoe geweldig veel van The Hobbit: The Desolation of Smaug er uitziet (vooral Smaug zelf is indrukwekkend, en niet alleen qua ‘grandeur’), lukt het Jackson nog altijd niet om wat voor rare beesten dan ook op een volledig realistische manier over de ondergrond van hun omgeving te laten lopen, zonder dat je letterlijk ziet dat je naar CGI zit te kijken. Dat was bij de LOTR-films misschien wel m’n enige kritiek op de visual effects, maar dat dat in de afgelopen 12-13 jaar niet verbeterd is, dat is toch best jammer. En waar ik in m’n recensie van The Hobbit: An Unexpected Journey nog ‘hoopte’ dat HFR juist de redding van 3D zou zijn, was m’n ervaring hier dus aardig negatief. Ondanks dat ik de 48 frames per seconde HFR-versie in IMAX 3D zag, in het midden van rij 5, wat volgens IMAX zelf dus één rij voor de perfecte plek in een IMAX-zaal is. Ook al had ik dit keer geen last van ‘3D-focus-problemen’ (dat je maar moet accepteren dat de 3D-generatoren bepalen waar je op moet focussen). Al moest ik de eerste twee minuten wel behoorlijk wennen, want ik dacht (wederom) naar zo’n introvideo van World of Warcraft of GTA5 te kijken, zo digitally enhanced ziet alles eruit…
Final credits
Maar laat ik niet in technisch geneuzel blijven hangen. Eerlijk is eerlijk: ik ben nog altijd geen fan van de manier waarop Jackson vorm en plot zover boven motivatie en karakterontwikkeling plaatst, maar toch voelt het alsof hij dat zelf ook wat door begint te krijgen, want hij zet hier een paar kleine en ook wel aardige stapjes in. En ondanks m’n afkeer tegen het feit dat Jackson het Hobbit-boek net zoveel films ‘geeft’ als de drie LOTR-boeken, moet ik ook respect tonen voor de manier waarop hij z’n films produceert. Want voor fans van de boeken, en zeker voor de fans die gewoon lekker vermaakt willen worden, is het één groot geweldig spektakel.
M’n respect voor z’n manier van regisseren heeft ie met The Desolation of Smaug nog niet teruggewonnen, al zie ik dus wel een paar lichtpuntjes…