Jurassic World (2015)
Adrenaline ten top, ook nog toen ik na de nachtvoorstelling van Jurassic World merkte dat ik een stuk sneller en zelfs ‘soepeler’ naar huis fietste dan normaal. Ik keek zelfs net wat anders naar de goudvissen in m’n vijver toen ik om 2:45u vannacht thuis kwam…
Dat was het gevolg van deze verrassend goede vierde film in de Jurassic Park-franchise, die qua verhaal niet bijster vernieuwend is – je zou het voor 85% een remake van het eerste deel kunnen noemen – maar die qua AWE wel één heerlijke trip is. Ik hoorde mezelf zeker vier keer “Holy shit!” denken (of zelfs hardop zeggen), waarbij het vrij simpel neergezette verhaal gewoon goed is uitgevoerd. En omdat ik dat de afgelopen tijd verdacht vaker zeg (bv. ook bij San Andreas en Man Up), vraag ik me af of hier een trend te ontdekken is: films niet meer volproppen met zoveel plot dat men de weg kwijt raakt, maar gewoon een goed werkende formule hanteren en dan al je energie in de uitwerking steken. Want dat werkt ook hier gewoon erg goed..!
Het verhaal
Zo’n 20 jaar nadat het helemaal mis ging in Jurassic Park heeft de puissant rijke Masrani (Irrfan – Life of Pi, Slumdog Millionaire – Khan) de taken van Hammond overgenomen en een compleet nieuw park gebouwd. En waar hij met best ‘zuivere’ motieven het park lijkt te willen runnen (dus vanuit het tonen hoe klein mensen in de geschiedenis van onze planeet zijn, zeker ten opzichte van de dinosauriërs), daar voel je direct dat (ex-?)militair Hoskins (Vincent D’Onofrio) het park met hele andere interesses volgt, al dan niet bijgestaan door het hoofd van het laboratorium Dr. Henry Wu (BD – Focus – Wong). In dat laboratorium worden namelijk hybride dinosauriërs gekweekt, omdat Claire (Bryce Dallas Howard), degene met de dagelijkse leiding, continu in de weer is om sponsors te vinden voor het dure park. Maar om mensen te blijven trekken – 20 jaar na Jurassic Park zijn kids niet meer zo onder de indruk van een stegosaurus of zelfs T-Rex – moet men dus continu de grenzen van het toelaatbare opzoeken, waarbij wij als kijkers natuurlijk allang weten dat ze daarin veel te ongecontroleerd ver gaan.
Bovenstaande is de wat meer ‘zakelijke’ kant van de film. Het hart van de film zit echter in de broertjes Zach (Nick – The Kings of Summer – Robinson) en Gary (Ty – Insidious – Simpkins), die door hun moeder (Judy – Adaptation, The Village – Greer) naar het park van haar zus Claire worden gestuurd voor een avontuurlijke vakantie. Als puber is Zach echter veel meer met meisjes dan met dino’s bezig, totdat een nogal opgefokte mosasauriër (a.k.a. maashagedis; inderdaad: naar ‘onze’ rivier) als een soort gevangen orka in SeaWorld het publiek vermaakt door een grote witte haai als snack te verorberen. Natuurlijk voel je aan je water al aan dat de rest van de film over de relatie tussen deze twee broertjes zal gaan, aangevuld met de oplopende spanning tussen Claire en velociraptor-trainer Owen Brady (Chris – Guardians of the Galaxy – Pratt). En ja, “velociraptor-trainer” klinkt nogal ongeloofwaardig, maar daar wordt in de film genoeg aandacht aan besteed.
En dat de genetisch gefabriceerde nieuwe dino, met de welluidende naam Indominus Rex, alles keihard in het honderd zal gaan laten lopen, ook dát weet je eigenlijk al voordat de film begonnen is…
En toch niet echt kritisch?
Hierboven kun je meerdere keren wat ironie gevoeld hebben, want als je een vette blockbuster wilt zien die ook qua verhaallijn verrast, dan kun je beter Mad Max: Fury Road kijken (wat ook een veel betere film is, maar dat is een ietwat onzinnige vergelijking). Door de werkelijk verbluffende special effects (zowel CGI als animatronics) zal Jurassic World namelijk jou ook achterover blazen, verwacht ik. En omdat dat erg goed gedaan is, in combinatie met gewoon een goed opgebouwde spanning, vind ik het niet echt nodig om te typen dat ze heel wat meer en mysterieuzers hadden kunnen doen met de relikwieën uit de eerste film (deze speelt zich namelijk ook op Isla Nubar af), jou eigenlijk ook duidelijker moeten hadden laten voelen dat het park al tien jaar geweldig loopt (zodat je de motieven voor het creëren van superdino’s ook ‘logischer’ zou voelen) en misschien iets kritischer om hadden kunnen gaan met D’Onofrio’s rol als vertegenwoordiger van de Amerikaanse military industrial complex, die zo’n beetje verantwoordelijk is voor alle oorlogen en conflicten in de wereld (omdat daar goed geld aan verdiend wordt). Maar Jurassic World is, net als het park in de film, natuurlijk voornamelijk gericht op families, dus dan is al te scherpe kritiek, op de commercialisering van werkelijk álles, mogelijk ook jezelf ietwat in de voet schieten…
Crew & cast
Toen ik zojuist pas de filmografie van regisseur Colin Trevorrow bekeek zag ik dat hij ook de regisseur is van het zeer fijne en verrassende Safety Not Guaranteed, over een jonge journaliste die ingaat op een advertentie, waarin iemand vraagt om een assistente om mee te gaan op een tijdreis (!). Dat was een mooie American indie, geproduceerd door de Duplass-broers (van o.a. Cyrus, Jeff, Who Lives at Home en The Puffy Chair). Apart dat hij dan juist gevraagd is om zo’n megaproject te regisseren. Maar eerlijk is eerlijk: hij levert een zeer strakke sequel/remake af die het licht tenen krommen van dat derde deel volledig doet vergeten. Trevorrow heeft ook één van de co-scenaristen van de set van Safety Not Guaranteed meegenomen, terwijl de andere co-scenaristen ervaring opdeden met o.a. Rise én Dawn of the Planet of the Apes en ook hebben meegewerkt aan de scenario’s van Avatar 2 én 3.
Vanuit Safety Not Guaranteed heeft Trevorrow waarschijnlijk ook Jake Johnson meegenomen, die hier een meer dan verdienstelijke bijrol speelt als één van de mensen die in de controlekamer van het park werken. Ik ken hem vooral van z’n mooie rol in Drinking Buddies. Zijn rol is in elk geval iets interessanter dan Omar Sy’s bijrol, die na X-Men: Days of Future Past in z’n tweede grote Amerikaanse blockbuster speelt. Maar hier kennen wij hem natuurlijk allemaal van z’n geweldige rol in het Franse Intouchables. De overige rollen/acteurs heb ik hierboven al benoemd, waarbij niemand er echt bovenuit steekt. Iedereen speelt gewoon ruim voldoende, wat mogelijk dan toch wel de verdienste van Trevorrow is. Enige wat ik nog op wil merken is dat ik wel onder de indruk ben van Chris Pratt, die na z’n slacker-rol in de TV-serie Parks and Recreation inmiddels toch één van de go-to-guys is geworden voor actiefilms met een licht wijsneuzerige hoofdrolspeler. Het is dan ook niet heel opmerkelijk dat hij binnenkort te zien zal zijn in Antoine Fuqua’s (onnodige!?) remake van The Magnificent Seven (zelf al een remake natuurlijk) en in het interessant klinkende Passengers (van de regisseur van Headhunters en The Imitation Game).
Final credits
Veel namedropping hierboven, mede doordat er over het verhaal dus niet al te veel te vertellen is, en m’n kritiek (ook mede door m’n vrij lage verwachtingen) ook vrij beperkt is. Natuurlijk is de manier waarop het allemaal fout gaat een beetje “Hoe vaak kan een ezel zich aan dezelfde steen stoten?“, maar zeker door de geheimhouding omtrent hóe Indominus Rex is gemodificeerd weten wij als kijker ook niet waar dit ‘monster’ allemaal toe in staat is, en dat levert meer dan genoeg spanning op voor een fijne toevoeging aan de Jurassic Park-franchise. Niet dat ik nu sta te trappelen voor een vijfde deel, maar voor alle fans van vooral de eerste twee delen is Jurassic World een heerlijke rit…