Slow West (2015)
Deze Brits/Nieuw-Zeelandse western won op Sundance de Juryprijs voor World Cinema: Drama en kun je een beetje zien als een mix van Meek’s Cutoff en No Country for Old Men, alhoewel die ‘instant classic‘-status van laatstgenoemde Coen-film mogelijk wat te hooggegrepen is. Desalniettemin zie je dus wel degelijk overeenkomsten met No Country for Old Men, en niet alleen thematisch, maar ook door het opvallende gebruik van humor, het ongemakkelijke maar heftige geweld en de intelligentie in de vertelling. Al ligt de metafysische moraal er bij deze indrukwekkende debuutfilm (!!) wel iets dikker bovenop, waardoor hij nog altijd ontzettend de moeite waard is voor mensen die van de ‘betere film’ houden, maar ik verwacht dus niet dat we over een paar jaar aan deze film zullen terugdenken als klassieker…
Het verhaal
Jay Cavendish (Kodi Smit-McPhee) is een jonge Schot die aan het eind van de 19e eeuw vanuit Schotland naar het Wilde Westen trekt omdat hij verliefd is op Rose Ross (Caren Pistorius), die met haar vader hun vaderland ontvluchtte en nu gezocht wordt. Dat weet Jay echter nog niet op het moment dat de stoere Silas (Michael Fassbender) hem bevrijdt uit een nogal hachelijke situatie. Silas ziet in Jay een makkelijke geldschieter, zeker als Jay hem inhuurt om hem te helpen in z’n zoektocht, alsmede van de nodige bescherming te voorzien. Jay is namelijk nogal naïef en onschuldig, iets waardoor Silas direct weet dat hij het nog geen 10 minuten zonder hulp uit zal houden in het ruige landschap van het Colorado van 1890.
Het is de opportunistische Silas die erachter komt dat het liefje waar Jay naar op zoek is gezocht wordt en een flinke bounty op haar hoofd heeft staan. Dat verandert Silas’ rol in het geheel, ongemerkt natuurlijk voor de naïeve en verliefde Jay, die z’n hele tocht ook als een ultiem romantisch avontuur ziet. En als je daarin mee kunt gaan, dan is het dat voor jou deels ook. Ware het niet dat het fatalisme van zo’n beetje alles afdruipt in deze film, alsmede een nogal sterk gevoel dat velen in dat wilde westen niet echt op hun plek waren. Plus dat er ook weinig sociaal-maatschappelijke regels geldden, buiten het recht van de sterkste…
Unheimisch…
Dat unheimische gevoel weet regisseur John Maclean zeer goed neer te zetten, zeker geholpen door het werk van z’n cameraman. Mogelijk dat de Nieuw-Zeelandse locaties dat juist versterken, omdat het een filmisch Amerika toont dat je niet vaak op deze manier zag. Daarbij zit er een mooie scène in de film waarin de gevolgen van de wanhoop van sommige settlers nogal cynisch worden neergezet, als een tweetal overgebleven kinderen aan hun lot wordt overgelaten. Maar dáár zit ook de overduidelijke thematiek van Slow West: dat er in die wereld weinig plek was voor naïviteit en onschuld. Daarom wordt Jay ook wel een beetje neergezet als een verliefde jongeman die ogenschijnlijk geblinddoekt een metaforisch mijnenveld in stapt. En de film gaat verder ook vooral over outsiders die hun plek nog moeten vinden, wat versterkt wordt door de totaal niet-Amerikaanse cast & crew. Dat geeft de film een avontuurlijk reisgevoel, maar dan wel een reis waarin mensenlevens wat minder waard blijken…
Cast & crew
Dat er eigenlijk niets echt opvalt op acteervlak, dat kun je natuurlijk wel als compliment zien. Alle karakters zijn zo geloofwaardig dat het niet direct opvalt dat je naar acteurs kijkt. Daarbij heeft Fassbender bijvoorbeeld maar weinig tekst, maar dat heeft hij ook niet nodig. Hij dient namelijk een stoere vent neer te zetten, waar wij, samen met Jay, een beetje tegenop (moeten) kijken. En dat werkt wel. Smit-McPhee’s rol lijkt wel wat op die in The Road, alleen dan – logisch ook – wat volwassener, maar ook nog wat hoopvoller. Ben Mendelsohn speelt z’n rol lekker op het randje, wat natuurlijk op zijn lijf geschreven is en wat nog extra geaccentueerd wordt door z’n zeer aanwezige bontjas.
John Maclean (nee, geen grapje over de auditieve overeenkomsten met Bruce Willis’ naam in de Die Hard-franchise) studeerde ooit tekenen en schilderen aan een kunstacademie, waarna hij wonderbaarlijk genoeg z’n eerste filmcredits verdiende als muzikant, op de soundtrack van geweldige films als High Fidelity, Igby Goes Down en It’s All Gone Pete Tong. Schijnbaar maakte hij al alle videoclips voor z’n eigen band, en na een aantal kortfilms (waarin Fassbender ook al speelde), maakt ie hier dus z’n speelfilmdebuut, zowel als regisseur en als scenarist. Op visueel vlak goed geholpen door cinematograaf Robbie Ryan, die vooral in Andrea Arnolds Wuthering Heights al toonde een zeer goed oog voor weidse shots te hebben. En ergens lijkt het daarmee ook wel een lichte ‘kliek’ te zijn geweest, want of hij Fassbender nou op de set van één van Macleans kortfilms of op Arnolds Fish Tank-set heeft ontmoet, dat weet ik niet zeker. De credits van een aantal cast- en crewleden lopen op meerdere plaatsen nogal parallel op, wat natuurlijk wel wat wil zeggen.
Final credits
Soms kun je trachten een wiel opnieuw uit te vinden, maar ik las net bij een ‘college’ het volgende, waar ik het wel mee eens ben, inclusief het wat ongemakkelijke einde: “Slow West is defined by a kind of loving ambivalence—about its hero, its genre, and perhaps most of all about a landscape so harsh and so beautiful it almost makes a man hope to die.” Er zit namelijk ook wel wat opofferingsgezindheid in de film, en koppel dat aan Jay’s door romantiek gedreven zoektocht, en dan krijgt die “a mans hope to die” dramatisch gezien een prachtige heftige lading. Mogelijk grotendeels in je hoofd, maar is dat niet sowieso de plek waar al het drama zich vormt?
Ja, een goede aanrader, deze opvallende en wat ongemakkelijk aanvoelende western. Ondanks dus dat de betekenis er ietwat dik bovenop ligt…