The Lobster (2015)
Dat Yorgos Lanthimos zijn visie op de mensheid in absurdistische satires weet te vangen, dat bewees hij eerder al met Kynodontas (a.k.a. Dogtooth) en Alpeis (a.k.a. Alps), en met The Lobster trekt hij die lijn niet alleen internationaal door. Want waar je zijn kenmerkende en geforceerd gekunstelde werelden in z’n eerdere films nog kon zien als een rare niche in onze ‘werkelijkheid’, daar lijkt hier – met een onverwachte grote sterrencast – de héle wereld overgeleverd aan deze gekunsteldheid. En dat maakt z’n metafoor ook duidelijker en grootser, al lijkt de film wel bewust enorm multi-interpretabel. En dat levert een leuke wirwar van onderwerpen op, die wel allemaal een link hebben met onze al dan niet wanhopige zoektocht naar ‘de liefde’, waarbij het het opvallendste aan deze film mogelijk is dat, als je je hebt kunnen overgeven aan zijn rare wereld, die behoorlijk rijke wirwar nergens in de knoop raakt. The Lobster blijft de volledige twee uur lang boeien, tot aan het einde, dat net als de rest van de film zeer veel ‘napraat-puzzel-materiaal’ oplevert.
En als je me echt zou dwingen tot het maken van vergelijkingen, dan zou ik zeggen dat je deze film kunt zien als een combinatie van z’n vorige films, sterk aangevuld met een ‘Antichrist meets Intacto meets Invasion of the Body Snatchers‘-gevoel.
Het verhaal
Met z’n bekende gortdroge humor vertelt Lanthimos hier het verhaal over een dystopie waarin het vinden van een partner zo ‘gealgoritmificeerd’ is, dat alleenstaanden naar het Hotel vertrekken, waar ze 45 dagen de tijd krijgen om een levensgezel te vinden. Mocht dat niet lukken, dan worden ze na die periode getransformeerd tot een door hen gewenst dier. “What the F’ing HELL?” hoor ik je nu terecht denken, maar dit wordt allemaal als heel normaal gezien door de hotelgasten (en eigenlijk iedereen). Daaronder ook David (Colin Farrell), die net door z’n vrouw is gedumpt, en nu de regels uitgelegd krijgt door de hotelmanager (Olivia – Tyrannosaur – Colman). En hoe absurd die regels dus ook mogen klinken, in de gecreëerde filmwerkelijkheid zit daar dus best wel wat logica in, wat in die scène een geweldige zelfbewuste knipoog oplevert. Concreter ga ik hier niet worden, maar toen ze de woorden “…because that would be absurd” bezigde, verwachtte ik bijna dat ze naar de camera zou draaien en inderdaad zou knipogen.
De noodzaak tot het vinden van een partner krijgt een wat scherper randje als blijkt dat de gasten bewust seksueel wat gefrustreerd gemaakt worden, plus dat ze bijna dagelijks op jacht mogen naar zogenaamde loners, afschietbare prooien die los door het bos lijken te rennen. Want voor elke loner die je schiet krijg je een dag extra de tijd in het Hotel om een partner te vinden. Als David zich om totaal begrijpelijke redenen op een gegeven moment bij deze anarchistische loners voegt, aangevoerd door een strenge leider (Léa – La vie d’Adèle – Seydoux), blijkt al snel dat er buiten het Hotel net zulke streng-absurdistische regels gelden als er binnen. Iets wat nogal lastig is, want op dat moment weten wij als kijker al dat de interessante en goed ondersteunende voice-over stem toebehoort aan Rachel Weisz’ karakter, en is zij nou net zo bijziend als David? Maar durven ze toe te geven aan hun duidelijk ontluikende liefdesgevoelens, tegen alle regels van het loner-bestaan in?
Rijke wirwar van multi-interpreteerbaarheid
Want ondanks al die rare regeltjes – mogelijk vooral grote overdrijvingen van (suffe) redenen waarom ‘echte’ relaties soms niet werken – daar lijkt Lanthimos te willen zeggen dat het juist herkenbare en overeenkomstige onvolkomenheden zijn die ons tot elkaar brengen, niet de positieve eigenschappen waarvan we denken dat die ons aantrekkelijk maken. Zo was een manke vent (Ben – The Zero Theorem, Perfume: The Story of a Murderer – Whishaw) ooit erg gelukkig met (en daarom ook weer op zoek naar) een net zo manke vrouw. En licht een hartloos persoon (Angeliki – Attenberg – Papoulia) eindelijk op als iemand anders vertelt hoe een zichzelf suïciderende vrouw beter maar snel kan sterven, want die jammerende doodskreten van haar zijn maar irritant. En ja, de ongemakkelijke lompheid daarvan lachte ik tijdens de film een paar keer goed weg. Wat ik echter vooral zo gaaf vind aan deze film, is dat Lanthimos zeer bewust nogal veel ruimte lijkt te geven aan aardig wat interpretaties, mede ook doordat de film tal van sub-onderwerpen aansnijdt. Waarin je bij elk onderwerpje volgens mij wel weer een metafoor kunt vinden. Zo is ‘onnatuurlijkheid’ nogal een thema in deze film, maar hoeveel onnatuurlijker is het om je toekomstige partner enkel op iets oppervlakkigs als een mank been te selecteren, dan om dat via platte vleeskeuringsapps als Tinder of online dating-sites te doen, waar je elkaar initieel ook beoordeelt op platitudes als uiterlijk, hobby’s, werk, et cetera..? En de gehele film vroeg ik me af of hij in het neerzetten van de karakters nou juist één eigenschap (logica, verstand, compassie, menselijkheid?) weggelaten heeft. Welke eigenschap dat precies is weet ik nog niet, maar thematisch gezien zou dat wel eens compassie kunnen zijn. Maar je kunt je ook afvragen of hij vooral wil zeggen dat het enige verschil tussen ons en dieren misschien wel het voelen van liefde is..?
Cast & crew
Na tal van stoere-kerel-rollen toont Farrell hier weer eens waarom hij een beter acteur is dan menig mainstream-kijker zal denken. Hij heeft hier een bepaalde naïeve sulligheid, waardoor hij aan de ene kant een makkelijke speelbal lijkt in de over-strak geregisseerde wereld van de film. Aan de andere kant voel je dat juist die onschuldigheid ook kan wringen met zijn wereld, en dat versterkt onze identificatie met hem waarschijnlijk, want ik denk dat alle kijkers zich continu wel willen afzetten tegen al die gelatenheid. Dat Jason – Terminator Genisys – Clarke initieel gecast was voor deze rol vind ik wat opmerkelijk, want een betere invulling dan die door Farrell kan ik me maar moeilijk voorstellen.
De “onverwachte grote sterrencast” bestaat verder dus uit Colman, Weisz, Lanthimos-bekende Papoulia en Ben Whishaw, die zeer recent in Spectre ook al speelde met Seydoux. Daarnaast is Ariane – Alpeis, Before Midnight– Labed er ook weer bij, plus een zeer zielig ogende John C. Reilly. De aanwezigheid van dit soort acteurs is natuurlijk ook een slimme manier van Lanthimos om een veel bredere doelgroep naar z’n ‘zeker-niet-voor-iedereen-geschikte’-universum te lokken. Plus dat dit Lanthimos’ eerste Engelstalige film is, met opvallend genoeg ook Nederlandse steun en inbreng. Daarnaast bevat de film een zeer fijne musical score, waarbij een aantal bekende nummers op eigen en soms ongepaste wijze zijn gecoverd, waarbij Nick Cave’s Where the Wilde Roses Grow een zeer belangrijke rol speelt…
Final credits
Zoals je merkt raak ik maar moeilijk uitgepraat over deze film. En dan heb ik het nog eens niet over de beste, interessantste en/of coolste scène gehad, waarin de voorbeeldliefde van de hotelmanager nogal anarchistisch op de proef wordt gesteld. Mede door het aantal bewust geplaatste vraagtekens hierboven zal het niet onverwacht zijn dat ik graag nog door fantaseer over het gevolgen van die scène voor dát stelletje, en voor het Hotel an sich.
Ja, door de droge humor (zeer goed versterkt door Weisz’ voice-over, die de film ook iets Wes Anderson-achtigs geeft), de fantastische geheime code-taal tussen David en Weisz’ karakter en het bij vlagen erg lompe geweld zal deze film nog erg lang blijven hangen, verwacht ik. Iets wat ik overigens helemaal niet erg vind…