Central Intelligence (2016)

Yes, Central Intelligence biedt precies het onschuldige en simpele vermaak dat je verwacht als Dwayne ‘The Rock’ Johnson met Kevin Hart gaat samenwerken in een film van de regisseur van Dodgeball en We’re the Millers. Met flink wat grote namen in bijrol-achtige cameo’s, een wat homeriaans verhaal over een highschool-reünie en The Rock in een behoorlijk onverwachte rol. En was zijn gezicht op een zeer dik tienerlichaam plakken nou ook een grap, of was dat serieuze CGI..?

Het verhaal
Robert Weirdicht (Johnson) is het makkelijk te pesten dikkertje op de middelbare school, waar Calvin (Hart) juist de beste scholier is die ze ooit gehad hebben: aanvoerder van het football-team, topspeler van het schooltoneel en de ‘most likely to succeed‘-gast bij de diploma-uitreiking. 20 Jaar later blijkt Calvin z’n potentie echter niet volledig waargemaakt te hebben. Het echte leven heeft hem een simpel baantje als accountant bezorgd, en z’n oude bijnaam “the Golden Jet” is totaal ongepast geworden. Wel getrouwd met z’n highschool sweetheart Maggie (Danielle Nicolet) voelt hij zich aardig mislukt, wat ook de reden is dat hij totaal geen zin heeft in een reünie van z’n oude school.

Als hij een nogal vreemd vriendschapsverzoek van ene Bob Stone krijgt, doet hij iets wat menig Facebooker niet direct zal herkennen: hij accepteert het. Een bierafspraak in de kroeg later blijkt Weirdicht dus omgetraind te zijn tot Bob Stone, een spierbundel met mogelijk nog wat woede-issues, maar hij lijkt vooralsnog gruwelijk blij dat Calvin – de enige die hem ooit beschermde op school – z’n verzoekje geaccepteerd heeft. Niet veel later blijkt Calvin echter bij een soort CIA-undercover-complot-wapendeal betrokken te zijn geraakt, en wie dan uiteindelijk de good en de bad guys blijken te zijn, daar kom je niet één-twee-drie achter. Maar uiteindelijk belandt Calvin natuurlijk wel op die reünie…

Central Intelligence-recensie: Hart en Johnson in een zeer makkelijke film, die net voldoende vermaakt...

Homeriaans
Ik weet niet waarom ik best mild ben in m’n oordeel over deze film. Mogelijk omdat ik vooraf al wist dat dit geen Oscarwinnaar zou zijn, of komt het doordat ik Johnson en Hart meestal wel leuk genoeg vind voor wat makkelijk vermaak? Ik val er deze keer namelijk niet echt over dat Calvin op een gegeven moment ene Phil weet te herkennen aan z’n stem, terwijl hij hem nog nooit gezien/ontmoet/gehoord heeft. Aan zulke scenariofoutjes erger ik me normaliter nogal, maar alles aan deze film straalt plezier uit, en zeker als je de bloopers tijdens de aftiteling ziet, dan voel je wel dat dit primair een funproject was voor de makers. Meest verrassende aan de film is dan ook de wat rustige opzet in een Odysseus-achtig verhaal, want waar deze film ook primair op Weirdichts wraak tijdens die reünie had kunnen focussen, daar is dat ‘slechts’ een wat verplicht onderdeel van de derde akte. De fun en het verhaal zit hem vooral in het vinden van een soort van Macguffin waar zo’n beetje iedereen achteraan zit, maar wat de motivaties van de verschillende spelers zijn, dat wordt niet direct duidelijk. En dat is echt niet top uitgevoerd hoor, waardoor ik nu ook merk dat hoe meer ik hierover zou blijven typen, hoe kritischer ik waarschijnlijk zou worden. Terwijl ik bij deze film dus helemaal niet al te ‘moeilijk’ wil doen…

Cast & crew
Johnson is als ex-WWF-worstelaar natuurlijk wel wat quatsch gewend, dus dat hij hier zichtbaar plezier heeft met het spelen van een kleerkast met een eenhoorn-shirtje aan, dat hoeft niet voor iedereen een verrassing te zijn. En natuurlijk werkt het ‘dramatische’ acteerwerk af en toe wat onbedoeld op je lachspieren, maar doordat het wel goed zit met de komische balans van deze film, heb ik ook dáár geen kritiek op. Hart speelt het bekende kleine schreeuwertje weer voldoende zelfkritisch/-bewust, maar zoals het bij dit soort films meestal het geval is: het acteren is niet van hoge klasse, maar echt nodig is dat ook niet. En verwacht/vrees niet dat ik enkele van die cameo-namen ga verklappen hoor, want dat verraste een paar keer erg leuk.
Rawson Marshall Thurber is een behoorlijk opvallende naam ja. Als schrijver/regisseur brak hij ooit door met Dodgeball, waarna hij een paar onbekende films maakte voordat hij gevraagd werd voor We’re the Millers. Die vond ik als film wel wat grappiger dan Central Intelligence, om eerlijk te zijn. Op scenariovlak werd Thurber dit keer overigens bijgestaan door Ike Barinholtz en David Stassen. Als duo schreven en produceerden ze flink wat afleveringen van The Mindy Project (??), maar verder hebben ze nog maar weinig ‘bekende’ ervaring. En dat ze het zoveelste deel van de Police Academy-franchise gaan schrijven, dat wekt ook niet echt veel vertrouwen. Mogelijk dus niet zo verwonderlijk dus dat Central Intelligence niet echt uitblinkt qua originaliteit…

Final credits
Zoals je mogelijk al geconcludeerd hebt, is deze film vrij makkelijk te missen. Aan de andere kant is het echter ook gewoon redelijk fijn en zeer makkelijk vermaak met een vrij verrassend rustige opzet. Zo rustig zelfs, dat ik een paar tienerjochies naast me even moest herinneren aan het feit dat ze niet op hun slaapkamertje zaten, en ze beter wat rustiger praatten om de rest niet te storen. Halverwege de film verlieten zij de zaal, zodat de rest zich kon focussen op de afwikkeling van het verhaal. Niet dat goede concentratie overigens ook maar een minuut belangrijk is bij een film als deze, maar toch.
Fijn genoeg voor een zaterdagavond, maar ook zo’n film die je zonder enig schuldgevoel weer mag vergeten. En soms is dat genoeg…

IMDb: http://www.imdb.com/title/tt1489889

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *