Everybody Wants Some!! (2016)
Damn, Richard Linklater keert zó subtiel terug in de wereld van de slackers, die zich dazed & confused een weg zien te banen door hun jonge levens, dat het de meesten waarschijnlijk niet op zal vallen hoe knap hij te werk is gegaan. Everybody Wants Some!! werd ooit aangekondigd als “Dazed and Confused 2“, maar het is net zo goed een ‘vervolg’ op Linklaters fantastische meesterwerk Boyhood. Maar laat het ogenschijnlijke gemak waarmee de karakters en de film voorbij ‘meanderen’ jou niet denken dat dit een wat makkelijk tussendoortje was, want juist in dit soort films kan werkelijk ALLES mis gaan. Des te opmerkelijker dat ik echt zo goed als 0 kritiekpunten heb op deze film, waarbij ik wel dien te vermelden dat ik waarschijnlijk tot de perfecte (niche?) doelgroep voor deze film behoor.
Maar daarom durf ik ook wel te stellen dat dit wat mij betreft de beste film in jaren is in een genre dat vroeger mijn favoriete was: de highschool-komedie. Al is dit officieel een ‘college-komedie’, waarin zowel momenten zitten die zo uit Animal House kunnen komen als geweldig scherpe dialogen die Linklater perfectioneerde in z’n Before-trilogie. Maar na het zien begrijp je ook wel waarom Linklater zelf deze film als een soort vervolg op Boyhood ziet, want eindigde die niet met Mason op weg naar z’n studentenleven?
Het verhaal
Deze film begint namelijk met onze protagonist Jake (Blake Jenner), die in z’n vette muscle car op weg is naar een fictieve universiteit in Texas, waar hij op een honkbalbeurs z’n studententijd tegemoet gaat. De film speelt zich af in de drie dagen vóór het begin van de colleges, waarin Jake z’n behoorlijk diverse huisgenoten leert kennen: allemaal honkballers die continu de strijd met elkaar aan gaan. Of dat nou in het drinken van bier, het versieren van meiden of pingpongen is: iedereen wil wat!
De film is gezet in 1980, nog net voordat Reagan aan de macht kwam in Amerika. De vier feestjes die de jongens in dat pre-college-weekend bezoeken tonen dan ook perfect hoe dat jaar een kruispunt was waarin disco nog altijd populair was, in Amerika de country weer wat opkwam, maar ook die rauwe subcultuur van de punkers zich steeds meer begon te roeren. Mooi om te zien hoe de mannen zich daar vrij gemakkelijk doorheen bewegen, mooi tekenend voor de ‘reis’ die ze allemaal op één of andere manier moeten doormaken om zichzelf te ontdekken. En dat daarin juist een setting wordt gekozen die normaliter vrij plat en dom wordt neergezet (de sportievelingen), dat is des te opmerkelijker. Want gaat het wel om honkbal..?
“I’m too philosophical for this game”
Aldus één van de karakters in de film. En die uitspraak is dus ook tekenend voor de film, want ik dacht lange tijd dat het honkballen zelf(s) helemaal niet meer in beeld zou komen. De film focust zich namelijk op zovele herkenbare onderwerpen – ik heb twee dagen later nog altijd meer het gevoel een film ‘meegemaakt’ dan ‘gezien’ te hebben – waar ook nog eens in geweldige dialogen over wordt gesproken. Zo zit er een mooie scène in waarin de onderlinge rivaliteit juist wordt bekritiseerd, als iemand een meisje staat te versieren en z’n ‘maten’ het voor hem verpesten. Maar de film is zo divers, dat naast hele flauwe piemelgrappen ook een erg mooi en realistische romance wordt neergezet. En het grappige is: de jongens praten wel continu over honkbal, maar je hoeft daar echt geen fan van te zijn om optimaal van deze film te genieten. Toch viel voor mij de film pas écht in elkaar op het moment dat de eerste training getoond werd, al gebeurde dat pas in de 80e minuut. Maar het honkballen blijft bijzaak in dezen, want de film gaat dus vooral over filosoferen over het leven, meiden versieren en die oeroude mannelijke competitiedrang…
Linklaters kracht
Dat de film bij dat honkballen pas in elkaar viel komt door het allemaal zo losjes gemaakt lijkt te zijn, dat ik me lange tijd afvroeg of het wel acteurs waren. Maar als het amateurs waren (wat sommigen ook echt waren), dan moet je Linklaters regie dus nóg hoger inschatten. Af en toe voelt het namelijk bijna als documentaire aan, of dat er ontzettend veel geïmproviseerd is. Dat laatste kan natuurlijk altijd nog, maar het lijkt wel alsof Linklater heel goed door had wat hij wilde maken, en daarin z’n ‘acteurs’ precies de juiste vrijheid in gegeven heeft. Daarnaast speelt het verhaal zich 36 jaar geleden af, maar toch is de film nergens belerend. Vaak kijkt men in zulke films terug naar een tijd waarin men dommer en/of meer bekrompen was, maar dat is hier niet het geval. Het nostalgische zit hem wel in het “Wat was ik toen nog leergierig naar het leven zeg, ondanks dat het vooral ook feest was!“-gevoel dat de film continu oproept, maar doet dat dus wel respectvol en zelfs zo cool, dat het eerder aanvoelt als een soort heimwee dan als licht medelijdend terugkijken.
Cast
De toegevoegde kracht van het bijna verwarrend naturelle acteren zorgt dat het allemaal nog ‘authentieker’ aanvoelt, waardoor je zo lekker in het moment wordt getrokken. Dat wordt ondersteund doordat de karakters ook niet veel verder denken dan het aankomende weekend (of de komende wedstrijd), waardoor het dus eerder aanvoelt dat je erbij bent, dan dat je naar een film kijkt. Of is dat ‘wishful feeling‘..?
De slimme castingkeuze, om geen grote namen te gebruiken in de film, betekent overigens niet dat je geen enkele acteur kunt herkennen hoor. Ik ken Glee echter niet, dus daar herkende ik Jenner niet van. De grootste naam in de cast is waarschijnlijk Glen Powell, die de suave versierder Finnegan speelt. Hij heeft wat bijrollen gespeeld in bijvoorbeeld The Dark Knight Rises, The Expendables 3 en Ride Along 2, maar hij kent Linklater al sinds diens geweldige anti-bio-industrie-film Fast Food Nation, waarin Powell een rolletje speelde. Daarnaast bevat de film het archetype van de blowende student die zeer wijze/diepzinnige uitspraken denkt te doen, maar waar dat vaak echt stonede praat is, daar zijn zijn uitspraken hier wél interessant. Iets wat je van Linklater natuurlijk inmiddels ook wel mag/kunt verwachten. En als laatste veer tussen Linklaters billen nog iets over die juiste mix van karakters, waardoor iedereen er volgens mij wel iets in kan herkennen. Als je dan ook nog door hebt hoe pittig het is om iets zó naturel aan te laten voelen, dan verwacht ik dat jij ook stevig zult genieten…
Final credits
Ja, deze wil ik heel graag vaker zien. Het liefst nog een keer in een bioscoop, maar thuis met wat vrienden en een kratje bier e.d. zal ie ook zeker werken. Everybody Wants Some!! is zo’n rijke film qua gevoel/nostalgie/betekenis zoeken/opgroeien, dat je die tijdsperiode bijna kunt ruiken, zo goed is het gedaan. De geweldige after-the-credits-scène is 100% de moeite waard, al werd ie eerder al ‘aangekondigd’ in een leuke meezing-autoscène.
En dan, als de film is afgelopen, dan drijft dat heerlijke nostalgische gevoel weer weg. Een beetje zoals een droom weg kan ebben, maar je wel met een glimlach achterlaat…
Ok.. hij stond op mijn lijst, maar na deze lovende woorden moet ik m echt heel snel gaan kijken. Weet niet of ik tot de niche hoor.. i ll let you know :)