Train to Busan (a.k.a. Busanhaeng – 2016)
Door het succes van de TV-serie The Walking Dead zijn zombies wel wat ‘gemeengoed’ geworden, dus mogelijk is het daarom nóg verfrissender dat deze Koreaanse zombiefilm een beetje als ‘klassiek Romero’ aanvoelt qua maatschappijkritiek. Al zie je in de snelheid waarmee de zombies onze protagonisten achtervolgen wel het energieke animatieverleden van regisseur Yeon Sang-Ho. Alle klassieke ingrediënten worden netjes opgediend, waarbij een vader-dochter-relatie het hart van het verhaal vormt, en dat werkt allemaal verrassend goed. Minder futuristisch maar ‘more relatable‘ dan Snowpiercer (die ook van een Koreaanse regisseur was overigens), maar qua sfeer ook wel een beetje vergelijkbaar. En ondanks dat er (gelukkig?) nergens echt gore scènes met uitgetrokken ingewanden of zo voorbijkomen zijn het wel echt goed foute ‘kutzombies’ zeg. En ja, dat grove woord gebruik ik deels omdat ze me gewoon goed de creeps gaven…
Het verhaal
Aandelenhandelaar Seok-wu (Gong Yoo) werkt zich kapot, wat er ook voor gezorgd heeft dat z’n vrouw van hem gescheiden is en hij langzaam vervreemdt van z’n dochtertje Su-an (Kim Su-an). Als hij op haar verjaardag echter wéér het verkeerde cadeau gekocht heeft en z’n dochtertje daarom ter compensatie vraagt of hij haar naar z’n ex wil brengen, besluit hij om de trein naar Busan te nemen om haar daar voor een paar dagen af te leveren. Ondertussen zijn wij als kijkers echter al wat ‘geteased‘ met een aangereden hert dat ineens met wat rare ogen weer opstaat en is de autorit naar het station ook niet helemaal vlekkeloos, maar het knappe is dat hier enkel nog maar naar gehint wordt. In de achtergrond zien we af en toe wat TV-beelden van mensen die hysterisch zijn geworden, maar het ‘feest’ barst pas los als er op het laatste moment een ogenschijnlijk ziek meisje de trein in valt.
De aandacht voor dat meisje wordt echter afgeleid doordat het personeel (en de passagiers) van de trein zich meer bezighoudt met een zwerver op het toilet, die wat bazelt dat iedereen dood is. Volledig passend bij het snobisme dat de op succes gedreven maatschappij als de Zuid-Koreaanse tekent (met bijkomende schaamte en schuldgevoelens), en zeker niet het laatste moment waarop het klassenverschil in dat land bekritiseerd wordt. Als het meisje echter haar eerste slachtoffer gemaakt heeft barst de hel redelijk snel en hard los, en in zo’n afgesloten ruimte als een trein is er weinig ontkomen aan natuurlijk. Lukt het onze helden om eerst elkaar weer te vinden in de trein en daarna het hopelijk veilige Busan nog te bereiken, of zorgt de steeds homeriaanser aandoende reis voor zoveel vertraging dat uiteindelijk de hele wereld is opgeslokt door dat mysterieuze virus..?
Klassieke thematiek
Het mooie aan zombiefilms is dat je daar vrij ongegeneerd zeer duidelijke maatschappijkritiek in kwijt kunt, en die kans hebben de makers met beide handen meer dan aangegrepen. Thema’s als massahysterie, schuldgevoel, klassenjustitie, helden en bad guys onder de overlevenden en ‘mooie’ offers komen ruimschoots aan bod, en dat past erg goed in het ‘kleinere’ verhaal van een vader die in een op succes gedreven maatschappij geen tijd meer heeft voor de dingen waar het écht om gaat. Koppel dat aan een interessant en duidelijk thematisch einde, en je zult wel begrijpen waarom ik dit wel een klassieke zombiefilm noem. Maar dan wel stevig geüpdatet naar onze huidige tijd – zo wordt hedendaagse techniek eens een keer niet overboord gezet omdat het lastig te verwerken was in het verhaal – en met veel te snelle zombies, iets wat in bijvoorbeeld World War Z lang niet zo goed werkte, vond ik. Vooral die scène waarin ze met tientallen aan een locomotief hangen zet de haren op m’n armen nog altijd wat omhoog, als ik eerlijk ben.
Crew & cast
Nu deed ik hierboven wel net alsof ik Yeon Sang-Ho’s eerdere werk misschien ken, maar ik heb zijn animatieverleden vooral van IMDb gehaald hoor. Ik las echter dat hij daarin nog veel grover te werk gaat, en heel wat minder subtiel, waardoor ik direct aan mangafilms moest denken. Dat klinkt cultureel gezien mogelijk wat ignorant, want die zijn natuurlijk Japans, maar zijn de Japanse en Koreaanse cultuur niet ietwat vergelijkbaar inzake het onderdrukken van de vrijheden van het individu (zeker in vergelijking met het westen), iets wat in mijn ogen als tegenreactie juist zeer lompe kunst teweeg kan brengen?
Gong Yoo past goed als slick zakenman die mogelijk toch wat meer z’n hart moet volgen om z’n dochtertje te kunnen redden. En dat dochtertje wordt goed neergezet door Kim Su-an, waarbij het voor zo’n schattig meiske natuurlijk niet al te moeilijk is om ook jou als kijker voor zich te winnen, dus hoe ‘goed’ ze is, is dan iets lastiger te beoordelen. De coolste rol is echter die van Ma Dong-seok, als man van een zwangere vrouw die er werkelijk alles aan doet om z’n nog ongeboren nageslacht te redden van de bloeddorstige (en vooral ‘vleeshongerige’) zombies.
Final credits
Ik ben sowieso best wel fan van Koreaanse films, ook al moet ik daarin natuurlijk meenemen dat we hier in Nederland waarschijnlijk alleen de toppers te zien krijgen. Maar waar The Handmaiden dit jaar waarschijnlijk in m’n top 25 gaat komen en The Wailing in die van vorig jaar stond, daar is Train to Busan in elk geval in het zombiegenre één van de betere die ik in tijden gezien heb. Waar makers van Amerikaanse zombiefilms volgens mij denken dat het almaar grootser en spectaculairder moet, daar blijft deze juist trouw aan de klassieke thematiek, en plaatst die erg goed in de Koreaanse cultuur van klasse, schuld, schaamte, en dergelijke.
Plus dat het ook gewoon een heerlijk vette en flink stevige trip is hoor…