Mudbound (2017)
Lang geleden dat ik zo hard moest huilen na het zien van een film. Mogelijk was de reden daarvoor wat ‘breder’ dan enkel het zien van deze film (door een lichte buikgriep was ik emotioneel wat ‘labieler’ volgens mij), maar wat maakte deze film me verdrietig over de slechtheid van sommige mensen zeg. Ik schrok ook een beetje van het feit dat de film mij liet voelen (of denken?) dat racisten van mij allemaal direct dood neer mogen vallen, iets wat natuurlijk ook de heftige emotie toont die deze film – die ik in het kort ‘this year’s Loving‘ zou kunnen noemen – bij me opriep. Al was dat door m’n labiliteit dus mogelijk ook wat over-gedramatiseerd.
Deze Netflix-film ontving overigens vier Oscarnominaties, waarvan één voor de eerste vrouwelijke director of photography en twee voor Mary J. Blige! Daarnaast begrijp ik die nominatie voor Beste Aangepaste Scenario ook best goed, als je weet wie het boek schreef waarop deze prachtige film gebaseerd is.
Het verhaal
Het is 1939 ergens in het zuiden van de Verenigde Staten. De jonge Laura (Carey Mulligan) is bang een ‘ouwe vrijster’ te worden, en om haar wat verstikkende thuis te ontvluchten, stort ze zich vrij snel in haar best liefdeloze relatie met de wat saai-serieuze Henry (Jason Clarke). De eerste keer dat ze Henry’s meer flamboyante broer Jamie (Garrett Hedlund) ontmoet denk je eigenlijk al direct: “Damn, daar springen wel wat vonken vanaf, maar ja, ze heeft al voor Henry gekozen,” en voordat we het weten heeft Henry een boerderij in de kleigrond van de Mississippi-delta gekocht, is de VS bij de Tweede Wereldoorlog betrokken, en vertrekt Jamie om als piloot tegen de Duitsers te vechten.
Op de boerderij woont de zwarte familie Jackson, bestaande uit vader Hap (Rob Morgan), moeder Florence (Blige) en hun drie zoons, waaronder Ronsel (Jason Mitchell). Ronsel vindt het niet erg het zwaar racistische Mississippi te verlaten om geld te verdienen als soldaat in het Amerikaanse leger, dus een deel van de film zien we ook zijn verhaal – als tankcommandant – in het leger dat Europa vanuit het westen mee bevrijdde. Als de oorlog is afgelopen komen Ronsel en Jamie beide terug naar Henry’s boerderij, en Ronsel merkt direct dat hij in Mississippi veel minder geliefd en gerespecteerd wordt dan in het leger het geval was. Maar beide kerels kunnen hun oorlogstrauma’s beter met elkaar dan met anderen delen, en dat zorgt voor een vriendschap waar heel racistisch Mississippi schande over spreekt. En laat vader Pappy (Jonathan Banks) net beste vriendjes zijn geworden met de lokale Ku Klux Klan…
Waargebeurd of boekverfilming?
Toen ik de film zag, vroeg ik me continu af of het gebaseerd was op een waargebeurd verhaal. Maar wat bleek: de film is gebaseerd op de debuutroman van een vrouwelijke en blanke schrijver. Nu wil ik haar mogelijke kwaliteiten als schrijver niet direct wantrouwen, maar dat een blanke vrouw zo’n gevoelig verhaal over racisme heeft kunnen schrijven, dat vond ik nogal opmerkelijk. En toen las ik dat regisseuse Dee – Bessie – Rees, samen met de vooral voor TV schrijvende scenarist Virgil – 24, Criminal Minds, ER – Williams, het boek naar het witte doek had vertaald, toen viel het wel iets beter op z’n plek (mogelijk zitten hier inderdaad wat conventionele gedachten van mij achter hoor…). Toen ik het einde van het originele boek vergeleek met het einde van deze film – SPOILER ALERT – de laatste scène van de film zit niet in het boek, en kan dus zeker als droomsequentie gezien worden – EINDE SPOILER ALERT – voelde ik inderdaad nog meer ontzag voor de scenaristen, want met dit filmeinde geven ze de film nog een extra emotionele laag…
Al begrijp ik de functie van dat gezin, waarvan de man uiteindelijk gedood wordt door z’n vrouw, nog altijd niet. En dit lijkt ook zo’n onnodig subplotje in het verhaal, dat ik er ook geen “spoiler alerts” omheen heb geplaatst. Mogelijk dat het er juist in zit om dat waargebeurde gevoel extra te versterken, dat je omgekeerd moet gaan denken: als zoiets ‘functieloos’ erin zit, dan zal het wel waargebeurd zijn, toch? Wat me overigens ook nog opviel, verhaaltechnisch, is dat in die harde modderwereld waarin het verhaal zich afspeelt, enkel de niet-racistische mensen ook plezier lijken te kunnen hebben. Mogelijk dat de zwarte familie zó gewend is aan de schofterigheid van de wereld om hen heen, dat het harde werken hen relatief gezien minder chagrijnig maakt. Maar ergens wil ik graag denken dat de makers hiermee bedoelen dat zij de ‘magie’ van het leven beter kennen dan de racisten, die compleet vast lijken te zitten in die racisme-veroorzakende gedachten van ongelijkheid en het denken te moeten strijden tegen ‘de ander’. Dat zou ook de reden kunnen zijn waarom ik kort aan m’n recensie van Black Panther moest denken, juist vanwege het ontbreken van wraakgevoelens…
Cast
Ik moet eerlijk zeggen dat ik Mary J. Blige niet echt vond opvallen tussen de andere acteurs hoor. Ze speelt haar rol gewoon erg goed, maar dat doen de anderen ook zeker, zo niet beter. Garrett Hedlund viel me positief op, door van flamboyante womanizer – vergelijk het met z’n rol als Dean Moriarty in de verfilming van Jack Kerouacs On the Road – langzaam te veranderen in een door oorlog getekende alcoholist, die nog iets van menselijkheid terugvindt in z’n vriendschap met Ronsel. Ook Jason Mitchells karakter blijft me nog goed bij, niet enkel om wat hem overkomt, maar vooral ook doordat ie goed zelfverzekerd en ‘specifiek’ gespeeld wordt. Mitchell kun je herkennen als Eazy-E uit Straight Outta Compton, maar hij was afgelopen jaar ook al te zien in Kong: Skull Island. Jason Clarke past perfect in z’n rol van de wat norse maar serieus-volwassene oudere broer, en het viel me laatst bij de uitreiking van de Screen Actors Guild-awards pas op dat hij Australiër is. Terwijl hij eerder ook al een behoorlijke Amerikaanse redneck speelde in Lawless. Al ken je hem mogelijk ook van Zero Dark Thirty, Terminator Genisys (als John Connor!) of Dawn of the Planet of the Apes. Rob Morgan zag ik een paar dagen na z’n rol in deze film ook in het geweldige en gruwelijk gewelddadige Brawl in Cell Block 99 (recensie volgt nog). Carey Mulligan toonde wederom dat haar Oscarnominatie voor An Education geen ‘eendagsvliegmoment’ was, terwijl Jonathan Banks zo goed zo’n racistische klootzak neerzet, dat ik vrees dat ik hem voorlopig daar niet meer los van kan zien.
En ja, natuurlijk zijn al die geweldige acteerprestaties ook de verdienste van regisseuse Rees, die waarschijnlijk ook op een Oscarnonimatie-shortlist voor Beste Regie gestaan moet hebben. Al ben ik dus blij dat ze reeds geëerd wordt met die Best Adapted Screenplay-nominatie…
Final credits
Ondanks de behoorlijk lange speelduur – de film duurt 2 uur en 14 minuten – vloog de film aardig voorbij. Er is ook voor een vrij aparte vertelling gekozen qua voice-overs, want waar die meestal beperkt blijft tot één karakter, daar hoor je hier meerdere voice-overs naast elkaar. Mogelijk een ‘overblijfsel’ van het boek waarop het scenario gebaseerd is, maar het maakt het verhaal in dezen nóg wat rijker. En doordat de film goed ‘gevuld’ is met meerdere verhalen, is dit zo’n film die zó goed blijft hangen, dat ik me niet kan voorstellen dat deze m’n top 10 van het jaar niet gaat halen.
Aanrader en makkelijk toegankelijk, want het is dus een Netflix-film..!