Don’t Worry, He Won’t Get Far on Foot (2018)
Don’t Worry, He Won’t Get Far on Foot is een overduidelijke en degelijke gemaakte Gus Van Sant-film, over het leven van de rolstoelgebonden en alcoholistische cartoonist John Callahan uit Portland. Met wederom een goede rol van Joaquin Phoenix en een nogal opvallende Jonah Hill, Jack Black die z’n ‘komedie-acteur-die-z’n-echte-acteerkwaliteiten-toont-door-drama-te-doen’-validatie (nog een keer) uitvoert in een bijrolletje, en een ietwat overdreven normaler/lelijker gemaakt Mara-zusje. Het ‘probleem’ dat ik met deze film echter ervoer, was Van Sants herkenbare afstandelijkheid. Hij lijkt wat dogma-tisch in z’n regel om niets te dramatiseren. Dat werkte in een film als Elephant geweldig, maar hier liet dat mij teveel afstand houden tot het verhaal en de karakters. En dat is jammer, want je merkt aan alles wel aan dat er in dit waargebeurde verhaal prachtig drama zit, maar het krijgt hier een wat meer een documentaire-feel, en dat komt de kwaliteit van de film niet ten goede. Interessant hoor, maar daardoor helaas niet zo memorabel als ik had gehoopt (zeker met zo’n geweldig zelfspottende titel)…
Het verhaal
Gebaseerd op Callahans eigen boek focust de film zich vooral op het 12 Step Program dat hij doorloopt bij de lokale AA. Als ‘sponsor‘ heeft John in Donnie (Hill) een flamboyant rijke surfer-dude achtige mentor gevonden die heerlijk hard zegt waar het op staat. Nu is Callahan zelf ook aardig grof, iets wat hij later weer om te zetten in dat waarmee hij uiteindelijk beroemd werd: politiek ontzettend incorrecte spotprenten, waarin hij ook z’n eigen handicap meermalen op de hak neemt. Maar ongeveer een derde van de film toont Callahan vóór het auto-ongeluk waarbij hij verlamd raakte, waar hij in de vorm van flashbacks over vertelt tijdens de AA meetings. Ook vertelt hij over z’n ongeluk, z’n ontmoeting met Annu (Rooney Mara), hoe zijn moeder hem vroeger niet wilde en hem ter adoptie aanbood, et cetera. Maar lukt het Callahan om z’n demonen iets beter te accepteren en/of overwinnen om uiteindelijk z’n leven zonder alcohol aan te kunnen..?
Missend drama…
Van Sant is volgens mij altijd een ‘strijder’ geweest voor homo-emancipatie, dus dat het hier eigenlijk totaal geen issue meer is hoe zijn film deels gezet is in de vrije Portlandse gay scene, dat voelt zelfs wat raar om te typen. Maar juist op dat vlak werkt die meer registrerende vertelstijl van Van Sant ook erg goed, juist door er totaal niet op te focussen. Maar aangezien het verhaal zich in de jaren 80 van de vorige eeuw afspeelt, lijkt ook hier wel iets van drama in te ‘missen’ of zo. Zeker omdat Van Sant z’n karakters wel heel expliciet over alle vormen van seks laat praten in deze film. Koppel dat aan het lichtelijk religieuze dat om dat 12 Step Program hangt, en je krijgt een best opvallende combinatie, die zeker gezien Van Sants ‘drama-onderdrijving’ uiteindelijk dus ook lichtjes stuurloos aanvoelt…
Mogelijk komt dat, doordat origineel ooit Robin Williams dit verhaal wilde laten verfilmen, en dan zelf de hoofdrol nemen. John Callahan schijnt namelijk een stuk grover te zijn dan hoe Phoenix hem speelt in deze film, en dat lijkt me iets dat Williams mogelijk wat ‘wilder’ had kunnen spelen. Nu heeft Van Sant komedie-acteurs als Hill en Black in bijrollen gezet, en zij zorgen zeker wel voor de nodige humor, maar helaas zullen we nooit weten hoe de film met Williams was geworden.
Cast
Niet dat Phoenix z’n rol niet geweldig speelt hoor, maar mogelijk is zijn uiterlijk al wat te nors/duister om dan ook nog totaal respectloos naar anderen te zijn. Mogelijk dat dit zijn karakter te ‘negatief’ had gemaakt, en ik kan me voorstellen dat dat wat moeilijker gewerkt had qua gewenste identificatie. Ik vond Hills rol de meest verrassende, en volgens mij herkende ik hem in z’n eerste scène(s) ook nog niet. Rooney Mara is een wat vreemde keus voor de Zweedse verpleegkundige Annu, op wie Callahan uiteindelijk gek wordt, juist omdat ze zich niet zo makkelijk laat veroveren (zoals hij dat voor z’n ongeluk wèl gewend was op het gebied van vrouwen). Maar hier zit haar ‘reguliere’ schoonheid wat in de weg, want ze is wel redelijk opvallend lelijker gemaakt. Jack Black heeft maar een paar scènes, waarbij ik vooral de scènes aan het eind van de film erg goed vond. Natuurlijk zijn de échte komedie-acteurs zo goed omdat ze ook tragiek/drama ‘in’ zich hebben. Ik was even vergeten dat ik die van Black ook al in Noah Baumbachs Margot at the Wedding (met Nicole Kidman) had gezien, maar het blijft fijn als je die kwaliteiten ziet. Daarnaast komen er stiekem een paar ‘grote’ namen uit de alternatieve muziek voorbij en maakt zelfs Udo – Total Recall, Downsizing – Kier z’n opwachting, al speelt hij hier – zeker voor een Van Sant-film – opvallend ingetogen.
Final credits
Ja, terugdenkend aan de film glimlach ik wel weer als ik Callahan keihard door de straten van Portland zie scheuren in z’n gemotoriseerde rolstoel, en vind ik het ook jammer dat ik hierboven wat moest ‘zeuren’. Ergens is dat ook wel een compliment voor het drama in het verhaal, want dat had ik gewoon best wel harder willen voelen. Nu begrijp ik ook wel de ‘weerstand’ tegen standaard Hollywood-dramatiseringen, maar hier miste ik dat dus wel een beetje. Vooral ook in de wat missende chemie tussen John en Annu in de film; hun relatie komt meer over als een gegeven, dan als iets heerlijk ontluikends…
Maar verder is het op en top Van Sant hoor: gezet in een wereld met liberale linkse personen, maar dan wel in de 80’ies, toen de angst voor AIDS onder bepaalde bevolkingsgroepen op een stevig hoogtepunt was. Al is dat slechts een zijpaadje hier hoor.
En voor iedereen die de TV-serie Portlandia kent: ja, die sfeer zit ook wel aardig in deze film.