Under the Silver Lake (2018)
Regisseur David Robert Mitchell maakte een paar jaar geleden de ontzettend goede en mega-creepy horrorfilm It Follows, en om te tonen dat ie ook andere genres op nogal opvallende wijze weet te gebruiken, dook hij voor Under the Silver Lake in een mix van film noir, misdaad, WTF-just-happened-mindfuck en Hitchcock, maar toch vraag ik me – weken na het zien van de film – nog altijd af of het nou lekkere gekte was, of toch net niet lekker genoeg. En dat m’n herinnering aan deze film nogal vermengd is geraakt met m’n herinnering aan het ietwat vergelijkbare, maar stilistisch gezien meer bevredigende Gemini, dat pleit natuurlijk niet echt voor deze film. Hoe goed Andrew – Never Let Me Go, Hacksaw Ridge – Garfield ook in z’n rol past, net zoals American indie– én Hollywood-ster Riley – Mad Max: Fury Road, American Honey – Keough overigens. Én hoe geweldig het vermakelijke aan de film ook gevangen wordt in onderstaande still (met naast Garfield een heerlijke Grace Van Patten)…
Het verhaal
Sam (Garfield) lijkt me een acteur zonder werk in zo’n welbekend appartementengebouw/motel dat je uit veel films kent. Heel veel meer kom je ook niet over hem te weten, maar wel dat hij nogal graag z’n buren in de gaten houdt. Als op een avond de mooie Sarah (Keough) hem al wat verdacht lekker verleid om ook te komen zwemmen, raakt hij snel in haar schoonheid verstrikt. Een zoen later en hij is verliefd, maar als de volgende ochtend Sarah niet alleen verdwenen lijkt, maar haar appartement ook ineens helemaal leeg is, gaat Sam op onderzoek. We weten dan van de voice-over al dat Sam best wat paranoia lijkt, want hij ziet overal ’tekens’ en verbanden. Hij is zo iemand die met Halloween of Carnaval aardig makkelijk te parodiëren is door bijvoorbeeld een aluminiumfolie-hoedje op te zetten.
Toch blijkt z’n paranoia wel aardig gegrond, want hoe dieper hij graaft, des te raardere dingen hij tegenkomt. En dan gaat het uiteindelijk zelfs zo ver, dat je aan alles aanvoelt dat de makers Southland Tales, Kevin Smiths Tusk en misschien ook wel Downsizing gezien hebben, want het vliegt dan nogal alle kanten op. Met niet al teveel inspanning mijnerzijds kan ik daar echt wel wat betekenis in zien, maar op één of andere manier voel ik heel sterk te neiging om daar niet al te diep in te duiken, uit ‘vrees’ voor een uiteindelijk onbevredigend resultaat. En dat is jammer, want ik genoot echt wel van deze film hoor, mede dankzij een flinke hoeveelheid lekkere muziek, waaronder REMs What’s the Frequency, Kenneth?
Californian ratatouille
Zoals ik al zei: het vliegt behoorlijk alle kanten op. Nu is daar in 2 uur en 19 minuten ook best wat tijd voor, maar uiteindelijk voelde ik tijdens de film m’n aandacht al wat verslappen. Waarschijnlijk omdat er te weinig narratieve structuur in het verhaal zat. Ik begrijp dat dat mogelijk een analogie voor Sams eigen doelloze leven was, of een beetje die dromerigheid van Hollywood diende te echoën, maar voor mij voelde het veel te stuurloos aan. Terwijl ik juist wel houd van dit soort ‘apartere’ films hè, maar ik kan deze film nog altijd niet echt plaatsen. Nu kan ik vanuit een geveinsde zekerheid deze film dan als ‘slecht’ betitelen, maar dat vind ik te arrogant; mogelijk heb ik ‘m wel gewoon niet door. Al blijkt deze film op het Cannes Film Festival ook niet al te goed ontvangen te zijn. Aan de andere kant: er draaien jaarlijks honderden films in de bioscoop die nog niet in de buurt van dat filmfestival ‘mogen’ komen natuurlijk.
Cast & crew
Garfield is wel goed als zo’n ‘moping loser‘ die nou toch eindelijk eens wél iets onderneemt. Dat die onderneming uiteindelijk tot (te) rare dingen leidt, daar kan Garfield zelf natuurlijk niks aan doen. Ik verwacht dat hij zich enorm heeft vermaakt op de set van deze film, al vraag ik me dus af of hij wel weet waar de film nou over gaat. Over Keough meldde ik eerder al dat ze zowel in Hollywood als in de onafhankelijke ‘movie scene‘ goed aan de weg aan het timmeren is, want naast eerdergenoemde films zat ze ook nog in de meidenband-biografie The Runaways, Robert Redfords The Discovery, dat post-apocalyptische familiedrama/horror It Comes at Night en Logan Lucky. En dan heeft Lars von Trier haar ook gecast voor z’n The House That Jack Built. Laatste opvallende dame in de cast is Sydney Sweeney, die je vooral kunt kennen uit twee van de beste TV-series van 2018: het tweede seizoen van The Handmaid’s Tale (ze speelt Eden, het meisje dat met Nick moet trouwen) en in flashbacks in Sharp Objects (met daarin ook geweldige rollen van Amy Adams en Patricia Clarkson).
David Robert Mitchell regisseerde deze film niet alleen, hij schreef ook het scenario. Na het zien van It Follows nam ik me overigens nog voor om ook zijn The Myth of the American Sleepover te kijken (alleen vanwege de titel al), maar dat heeft nog altijd niet plaatsgevonden. En nu moet ik eerlijk zeggen, dat Under the Silver Lake mijn drang naar Mitchells debuutfilm niet vergroot heeft, helaas.
Final credits
Ja, ik merk dat ik vooral teleurstelling voel, zo’n vijf weken na het zien van de film in een sneak preview. Misschien wel omdat de film juist zoveel wil, er ook echt een paar interessante en zelfs vette dingen in zitten, het qua kleur- en muziekgebruik ook een aparte mix van tijdzones lijkt te insinueren, et cetera. Maar dat ik tijdens de film ook al aan het absurde Tusk (van Kevin Smith) moest denken, dat is mogelijk ook wel een teken dat Mitchell mogelijk wat meer ‘creatieve feedback’ had mogen raadplegen voordat hij met z’n opgebouwde It Follows-credits deze film ging maken. Want ik vrees dus een beetje dat hij hierna weer nét iets harder moet strijden om z’n films gemaakt te krijgen…