Bad Times at the El Royale (2018)
Bad Times at the El Royale was vrijwel precies wat ik ervan verwachtte en/of hoopte, misschien wel grotendeels omdat ik er vooraf vrijwel niets vanaf wist. Ja, doordat ie geschreven en geregisseerd was door Drew – Cloverfield, The Cabin in the Woods – Goddard, verwachtte ik wel iets dat commercieel maar wel ook off beat zou zijn, en ik wist dat er ook wel wat goede acteurs in zaten (dat het er zoveel waren, wist ik dus niet). Dus laat ik deze intro-alinea ‘veilig’ houden door enkel te stellen, dat als je van films als 2 Days in the Valley, Seven Psychopaths, Identity, Mystery Train en The Hateful Eight houdt – Goddard haalt inspiratie uit dezelfde verhalen-opknip-klassiekers als Tarantino – dan zul je waarschijnlijk net zo smullen van deze film als ik dat gisteren deed. Al voelde ik op ongeveer 60-70% van de looptijd m’n aandacht wel kort even verslappen…
Het verhaal
De film opent met een scène die me direct “Toneelverfilming!?” deed denken, maar niet veel later springen we tien jaar verder in de tijd. Het is dan ergens eind jaren 60 van de vorige eeuw – mede daarom zit de film vol geweldige muziek! – en we zijn letterlijk op de grens van de staten Californië en Nevada, waar het titulaire El Royale-hotel ligt. Ooit dé hotstpot voor de elite en rijken aan Lake Tahoe, maar na het verliezen van hun goklicentie blijven de gasten zo goed als weg. Behalve op deze avond en nacht, waarop de film zich afspeelt.
Langzaam druppelen een aantal gasten binnen. Zo is daar Daniel Flynn (Jeff – The Dude – Bridges), een dementerende priester op doorreis. Ook ontmoeten we Darlene Sweet (Cynthia – Widows – Erivo), een Afro-Amerikaanse achtergrondzangeres die de volgende ochtend een vrij kansloos optreden heeft in Reno. Laramie Seymour Sullivan (Jon Hamm) is een topverkoper die veel praat, maar best weinig zegt. En dan komt ook Emily (Dakota – Fifty Shades of Grey, Suspiria – Johnson) nog aan gescheurd in een vette muscle car. Alle vier checken ze in bij de wat creepy mysterieuze Miles (Lewis – Battle of the Sexes, en de zoon van Bill – Pullman), en dan blijkt al snel dat ze misschien wel allemaal niet zijn wie ze zeggen te zijn. In goed dynamisch wordende flashbacks worden de verhalen van de aanwezigen één voor één verteld, waarin genoeg nuance en verrassing zit voor een aantal in menselijkheid gevangen twists. Maar dan blijkt dat de meest charismatische én lompe gast nog eens niet gearriveerd is…
Zelfverzekerde visie
Misschien wel het overkoepelende gevoel bij films die Goddard geschreven en/of geregisseerd heeft, is dat hij overtuigd genoeg is van z’n eigen kwaliteiten om met licht-onverwachte verrassingen te komen. En dat is hier ook het geval: van elke scène voel je wel het belang in het grotere geheel – ook al wordt dat pas richting het einde allemaal volledig duidelijk – maar ook in de manier waarop hij het verhaal heeft opgedeeld, voel je een zelfverzekerde visie. En mogelijk weet hij daarom wel altijd net wat extra’s toe te voegen aan z’n films. Want omdat z’n ‘basis’ sowieso al goed zit, heeft hij de ‘ruimte’ om daar iets aan toe te voegen. Want naast het feit dat de karakters in de film sterke archetypes zijn die de diversiteit van Amerika tonen en er zeker invloed van de Manson-familie in het verhaal zit verwerkt (bijna zó letterlijk dat ik me afvroeg of dat stuk waargebeurd is), bevat de film richting het eind ook een speech van een vrouw, over hoe onzekerheid van in-eigen-illusies-gelovende-mannen zo’n beetje aan de basis van al het gezeik in de wereld staan, die in mijn ogen bijna perfect was. Zeker qua inhoud, maar ook hoe deze scène (en vooral de mannen daarin) zich verder ontwikkeld dan…
Cast
En die speech komt dus van een actrice die ik nog totaal niet kende, maar hier best goed acteert, maar nog veel beter zingt: Cynthia Erivo. Binnenkort te zien in Steve – 12 Years a Slave – McQueens Widows, en ik weet niet of het nu de kwaliteit van Goddard scenario of haar acteerkwaliteit is, maar de hierboven genoemde scène zal ik niet snel vergeten. Bridges lijkt zo’n rol met wat vingers in z’n neus te spelen natuurlijk, maar ook hij krijgt een paar scènes waarin hij nét wat meer mag laten zien, iets wat in mijn ogen verrassend goed werkte. Hamm is natuurlijk perfect in de rol van snelle verkoper, want speelde hij die niet jarenlang in Mad Men (al deed ie het daar iets meer ‘sophisticated‘ (wat etymologisch gezien helemaal geen positief woord is trouwens))? Dakota Johnson is wel een behoorlijke force of nature, en dat bedoel ik niet enkel doordat haar rol hier ook aardig fysiek is; ik ben wel fan van haar screen presence. Beetje de iets minder fragiele versie van die andere Dakota (en van haar zusje Elle): miss Fanning.
Nu wil ik natuurlijk niet alles verklappen, maar als je mijn tussen-de-regels-door-advies hebt opgevolgd, dan had je – als je de film nog niet gezien hebt – al moeten stoppen na het lezen van de intro-alinea. Bad Times at the El Royale bevat namelijk ook nog een shitload aan topacteurs in bijrollen. Chris – Thor – Hemsworth is daar wel de opvallendste in. Hij verloor in zeer korte tijd overigens vijftien kilo aan spiermassa, die hij voor Avengers: Infinity War wél nodig had. Toch vind ik het ook altijd leuk om te zien hoe een acteur – die iedere X-Files-fan kent als The Cigarette Smoking Man (William B. Davis) – hier in echt maar één shot voorbijkomt (als rechter in een flashback). Daarnaast zijn Nick – Parks and Recreation, The Founder – Offerman en Shea – Take Shelter, The Wolf of Wall Street – Whigham ook veel te groot voor slechts één of twee scènes natuurlijk. Maar de meest opvallende naam in de cast – wat mij betreft – is die van regisseur Xavier Dolan: dat Canadese wonderkind dat voor z’n 30e al meer dan 70 filmprijzen heeft gewonnen (hij regisseerde o.a. J’ai tué ma mere, Les amours imaginaires en Mommy). Hij acteerde ook al in enkele van z’n eigen films, maar ik wist niet dat hij dat ook in andermans films deed.
Final credits
Bovenstaande namedropping komt deze keer overigens niet dat ik over de film niks te vertellen zou hebben, maar ik vond deze film juist zo vet omdat ik vooraf vrijwel niets wist, en die ervaring gun ik iedereen. Al weet ik ook dat lang niet iedereen deze film zal trekken – op gegeven moment vond ik ‘m ook iets te uitgerekt, al maakte het einde alles weer goed hoor – en ik hoorde al dat sommigen deze film zien als een beetje een Tarantino-ripoff. Maar dat klinkt wat apart, omdat Tarantino vaak genoeg toegeeft zelf ook aardig wat te rippen.
Toch raar, dat ik mezelf hier wat tegenhoud om enthousiast te doen, omdat Bad Times at the El Royale ook zo’n film is, die voor een meer mainstream-publiek met te hoge verwachtingen juist tegen kan vallen. Ik zag de film met toch stiekem wel wat opgekrikte verwachtingen (ik hoopte precies op een film als Seven Psychopaths of Jim Jarmush’ Mystery Train, maar dan mogelijk iets commerciëler), dus ik was misschien wel extra tevreden toen ik met een aardig grote glimlach de bioscoop uit liep vannacht…