Beautiful Boy (2018)
Dat de Vlaamse regisseur Felix van Groeningen erg goed de juiste dramatische snaren weet te raken, dat toonde hij al keihard met The Broken Circle Breakdown. Ja, hij maakte ook de geweldige boekverfilming De helaasheid der dingen en het heerlijk oprechte en dynamische Belgica, maar zijn Amerikaanse debuutfilm lijkt toch wel ’t meest op die prachtige film over hoe een jong gezin niet om kan gaan met de ziekte van hun dochter. In Beautiful Boy is het onderwerp verslaving, maar ook hier gaat het vooral over hoe een gezin daar niet mee om weet te gaan. Een ‘oplossing’ wordt er logischerwijs niet echt gevonden, maar hoop en kracht wel. En dat dat in de vorm van een gedicht van misschien wel mijn favoriete schrijver gebeurt, dat is niet de enige reden dat de tranen aardig over m’n wangen liepen…
Het verhaal
David Sheff (Steve Carrell) is een redelijk succesvol freelance schrijver, maar als hij een verslavingsdeskundige (een cameo van Timothy Hutton) vraagt naar crystal meth en andere drugs, is dat niet voor een verhaal, maar om beter te begrijpen hoe hij z’n zoon Nic (Timothée Chalamet) kan helpen. In goed verwarrend door elkaar geknipte tijdlijnen zien we namelijk hoe een jaar eerder Nic voor het eerst niet thuis kwam na een avondje doorhalen, en langzaam wordt duidelijk dat hij steeds zwaardere drugs gebruikt. Een reden daarvoor wordt overigens nooit gegeven, mogelijk wel omdat de schrijvers van dit waargebeurde verhaal daar ook nooit achter zijn gekomen?
David is overigens hertrouwd met Karen (Maura Tierney), en met haar heeft hij nog twee jongere kinderen, die knettergek zijn op Nic. ‘Gelukkig’ lijkt David het financieel aardig goed voor elkaar te hebben, want mede daardoor kan hij veel van z’n tijd steken in het proberen te helpen van z’n zoon. En dat doet hij met alle liefde en bezorgdheid, iets waardoor ik zelf wat privé-ervaringen op het verhaal kon projecteren. Want hoe hard David ook probeert, uiteindelijk moet ook hij “de drie C’s” accepteren: “you didn’t cause it, you can’t control it, and you can’t cure it!”
Na de overdosis van een vriendinnetje lijkt Nic weer vastbesloten om af te gaan kicken, maar zijn verslaving lijkt gedoemd zijn leven steeds verder richting afgrond te sturen. En dat wordt redelijk ‘uitgerekt’, wat sommige kijkers mogelijk tegen zal staan. Maar ergens lijkt me dat het rotgevoel, dat hiermee opgeroepen/versterkt wordt, juist ook een doel van de makers was. Dat je de wanhoop, dat er geen oplossing is, ook écht mee gaat voelen. Al eindigt Van Groeningen uiteindelijk met het volledige Let It Enfold You-gedicht van Charles Bukowski, wat ook het moment was dat ik “de goddelijk ‘gewone’ Bukowski!” met tranen in m’n ogen in m’n notities vermeldde…
Waargebeurd…
Bij zo’n enorm heftig verhaal is het als makers natuurlijk bijna ongepast om van het waargebeurde verhaal af te wijken. Aan de ene kant is dit dus een kracht van de film, maar daardoor konden ‘ze’ ook niet voor een 100% bevredigende spanningsclimax kiezen, omdat dit waarschijnlijk te ver van de waarheid af zou komen te staan. Nu werkte de film voor mij dus uiteindelijk wel aardig perfect, maar ik weet wel dat ik nooit zó geraakt zou zijn, als dat Bukowski-gedicht er niet in had gezeten. Ik herkende mezelf namelijk zo gigantisch in hoe zijn gedicht voor kracht gezorgd moet hebben in Nics moeilijkste momenten, dat ik me bijna voorstelde Van Groeningen ooit gesproken te hebben hierover. Als in: hierdoor kwam de film ineens zo ’thuis’ bij mij, dat ik dus ineens bijna dacht alsof een vriend van me het verhaal vertelde.
En laat mijn grootse woorden inzake Bukowski jou niet doen denken dat hij een elitair schrijver is of zo, want het tegenovergestelde is eerder waar. Ik kan me wel vinden in hoe Sean Penn zijn waardering voor Bukowski (schrijver van de verhalen achter Barfly, Tales of Ordinary Madness en Factotum) verwoordde als: “Waar de meeste kunstenaars iets bijna bovennatuurlijk moois trachten te maken, daar weet Bukowski op zo’n scherpe manier de rauwheid van het leven te beschrijven, dat hij zelfs uitglijden in de goot en met je neus in een hondendrol vallen in iets katharsisch weet om te zetten.”
Cast & crew
Allereerst verdient de casting agent, die de 4-/6- en 12-jarige Nic heeft gevonden, een enorme pluim. Ik schrok bijna van hoe goed deze jonge mannekes op Chalamet leken. Daarnaast is Chalamet natuurlijk met stip en gemak het grootste talent van zijn generatie. Waar hij vorig jaar minder opviel in Hostiles en z’n kleine rolletje in Lady Bird, daar knalde hij natuurlijk alle acteerpannen van ’t dak in Call Me by Your Name. Natuurlijk helpt z’n ietwat gedweeë uiterlijk wel mee in het oproepen van een soort van zorgzaam gevoel, waardoor ik me in elk geval ook goed kon identificeren met Carrells rol. Al wil ik daarmee niks afdoen aan Carrells performance hoor, want hoe hilarisch hij ook ooit doorbrak met z’n bijrolletje in Anchorman, hij lijkt zichzelf op drama-gebied bijna elke keer weer te overtreffen. Amy Ryan speelt Davids ex-vrouw en Nics moeder, en ook in hun onderlinge strijd zitten ontzettend veel geloofwaardige ‘menselijke onvolkomenheden’; iets wat mogelijk juist zo goed werkt, omdat de film (deels) gebaseerd is op David Sheffs eigen boek.
Felix van Groeningen werd in het vertalen van het waargebeurde verhaal naar een filmscenario geholpen door Luke Davies, die vorig jaar al op vergelijkbaar goede wijze een waargebeurd drama naar het witte doek wist te vertalen. Hij kreeg zelfs z’n eerste Oscarnominatie voor het scenario van Lion. Zijn doorbraak maakte hij echter met een scenario gebaseerd op z’n eigen boek Candy, wat een film met Heath Ledger en Abbie Cornish opleverde, die mogelijk helemaal niet zo toevallig ook over drugsverslaving gaat. Want dat er achter Beautiful Boy makers zitten met aardig wat zelfreflectie inzake drugs en/of verslaving, dat voel je aan alles. Juist doordat er nergens voor een ‘oplossing’ gekozen wordt…
Final credits
En ja, dat kan wat frustreren, maar ik verwacht dat dit ook de bedoeling is. Als er een oplossing voor dit soort verslavingen zou zijn, dan was het natuurlijk nooit zo’n groot maatschappelijk probleem. Maar als je dus gelooft dat verslaving gewoon ‘eigen schuld, dikke bult’ is en verslaafden gewoon een andere keuze moeten maken, dan moet je deze film niet kijken. En als je een film wilt die enkel vermaakt, sla Beautiful Boy dan ook over. Wil je echter zien hoe misschien wel het grootste acteertalent van deze jaren wederom schittert in een aangrijpend waargebeurd (en misschien wel té geloofwaardig?) verhaal over vooral de onmacht rondom verslaving, dan is Beautiful Boy jouw film.
Naast mijn held Bukowski bevat de film overigens ook opvallend veel goede muziek (eigenlijk had ik ook niks anders verwacht na The Broken Circle Breakdown en natuurlijk ook Belgica) én goed cynisme inzake hoe afkickklinieken in Amerika natuurlijk ook vooral commerciële bedrijven zijn, met compleet ‘gelogen’ succescijfers.