Hotel Mumbai (2018)
Allereerst: Hotel Mumbai is een Australische productie. Dus nee, vrees niet – net als ik kort deed – voor overdreven Amerikaans heroïsme en/of Westerse borstklopperij. Wat je krijgt is namelijk een ontzettend spannend thriller-achtige vertelling van de terroristische aanslagen in Mumbai in 2008 (zo lang geleden alweer ja). Mét snoeihard geweld dat ik wel herkende uit Australische films, waarin individueel drama toch net wat ondergeschikter lijkt te zijn dan in Hollywood.
Ja, ik was best onder de indruk van deze film, al blijft het vooral een verslag van wat er toen gebeurde, vooral in het beroemde Taj hotel in Mumbai. Thematisch en/of maatschappijkritisch gebeurt er vrij weinig, al tonen de makers wel aardig wat scènes, juist vanuit het perspectief van de terroristen…
Het verhaal
Het is 26 november 2008, als Arjun (Dev – The Newsroom, Slumdog Millionaire – Patel) z’n zwangere vrouw en dochtertje achterlaat om naar z’n werk in het Taj hotel in Mumbai te vertrekken. Ondertussen hebben we al gezien hoe een tiental jonge mannen met een bootje aanleggen aan een van de kades van deze Indiase miljoenenstad (en het financiële hart van dat immense land). Via mobieltjes en oortjes staan ze afwisselend in contact met ene ‘broeder Bull’, die perfect uitgedacht lijkt te hebben hoe ze zoveel mogelijk slachtoffers kunnen gaan maken. Ze beginnen hun actie op een treinstation – om de lokale politie weg te lokken van andere plekken – en trekken daarna naar een paar grote en vooral luxe hotels.
Op dat moment is de Russische ‘zakenman’ Vasili (Jason – The OA, The Death of Stalin – Isaacs) al geïntroduceerd als gast van het hotel, alsmede het Indiaas/Amerikaanse stel, gevormd door Zahra (Nazanin – Iron Man, Homeland – Boniadi), David (Armie – Call Me by Your Name, Sorry to Bother You – Hammer), hun zoontje en hun nanny Sally (Tilda Cobham-Hervey). Een groot deel van de film draait namelijk om de groep gasten in het restaurant van chef-kok Oberoi (Anupam – Silver Linings Playbook, The Big Sick – Kher), die z’n personeel ervan heeft weten te overtuigen dat de gasten ‘god’ zijn, en dat men dus alles voor hen over moet hebben.
Wat volgt is een zenuwslopend beleg van dat hotel, waarbij de gruwelijk amateuristische reactie van de Indiase autoriteiten op deze aanslagen wel erg in het oog springt…
Snoeihard
De reden dat de film dus opvalt, is juist doordat het niet een standaard-gedramatiseerd verhaal vertelt. Althans: niet Hollywood-standaard. Het is vrij duidelijk dat de makers het drama op vrij logische plekken zagen, maar de Australische cultuur zit toch iets anders in elkaar dan de Amerikaanse. Daarnaast valt de film dus ook vooral op, door ’t stevig getoonde en lompe geweld, waarbij sommige hoofdpersonen toch iets minder happily ever after de film eindigen. En misschien is het knapste aan deze film wel, dat het drama niet gefocust blijft op de hooggeplaatste gasten in het hotel. Naast Arjun volgen we ook één van de terroristen meer dan gebruikelijk, waarbij er overigens niet voor makkelijk drama is gekozen, maar juist de twijfel bij één van die gastjes getoond wordt. Een twijfel die overigens elk moment in gevaarlijke, cynische onverschilligheid om kan slaan. Daarmee krijgen we ook een iets grijzer beeld van zo’n terrorist. Maar ook andere rollen in het verhaal zijn – deels vanwege ’t waargebeurde van de feiten, maar mogelijk ook deels vanwege dat Amerikaans-Australische cultuurverschil? – minder standaard dan je vooraf mogelijk denkt…
Cast & crew
Patels succes levert ook wel wat lichte ‘jeuk’ op, omdat in een land met meer dan 1.000.000.000 inwoners, elke hoofdrol (in een buitenlandse productie althans) altijd als eerste aan hem aangeboden lijkt te worden. Om ‘m nu de Barry Atsma van India (of buitenlandse films die iemand met een Indiaas uiterlijk nodig hebben) te noemen, dat gaat wat ver, maar denk dat je wel begrijpt wat ik bedoel. Wat overigens niets afdoet aan z’n acteerprestatie, want Patel toont al jaren ook gewoon een goed acteur te zijn. Hammer speelt z’n bijrol goed, ook zonder standaard ‘irritant Amerikaans’ te worden. Isaacs zag ik laatst nog in het tweede seizoen van The OA, maar lijkt met z’n uiterlijk ook best makkelijk een Rus te kunnen spelen (al heb ik natuurlijk geen Russische blik in dezen). Boniadi is niet alleen een prachtige vrouw (de reden dat ze bijvoorbeeld ook in Zoolander 2 te zien was?), ze mag ook aardig wat van haar bereik/kunsten laten zien hier, want emotioneel gezien lijkt zij de meest gevarieerde rol te hebben.
Regisseur Anthony Maras maakte hiervoor enkel kortfilms. Waarbij het opvalt dat hij daarin ook niet-standaard Westerse verhalen lijkt te vertellen. Script-technisch werd bij bijgestaan door John Collee, die de nogal opmerkelijke combinatie van Master and Commander én Happy Feet (1 én Two) op z’n filmografie heeft staan. Maar ook dat zijn volgens mij Australische producties, dus mogelijk is Collee wel voor Australische scenaristen als wat Patel voor Indiase acteurs is..?
Final credits
Ontzettend veel heb ik niet te melden over deze film. Ik liet ‘m even links liggen dus, omdat ik dacht dat het een standaard heldenfilm zou zijn. Toen ik hoorde dat het een Australische productie betrof, plus dat ik een aantal positieve reacties hoorde, besloot ik ‘m dus alsnog in de bioscoop te gaan kijken. En daar heb ik totaal geen spijt van.
Nu kan ik me voorstellen dat het herbeleven van zoiets grofs, dat toch alweer ruim tien jaar geleden is, niet direct op ieders to do-lijstje zal staan. Daarnaast neemt de film ook niet echt een thematisch standpunt in waar je bijvoorbeeld iets van kunt leren (en/of inzicht door krijgt). Heel lang zal deze dan ook niet top of mind blijven, verwacht ik. Toch raad ik deze film zeker niet af, mogelijk ook wel doordat het getoonde geweld toch best stevig binnenkomt..?