Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story by Martin Scorsese (2019)
Zoals je mogelijk weet, zijn mijn recensies altijd ontzettend persoonlijk. Zó persoonlijk zelfs, dat ik wel eens commentaar krijg van andere recensenten, dat ik ‘de regels’ (??) niet volg. Nu interesseert me dat eigenlijk geen barst (ik schrijf ze ook niet om bij een clubje te mogen horen natuurlijk), maar Rolling Thunder Revue: A Bob Dylan Story by Martin Scorsese raakte mij op zoveel (privé-)vlakken, dat het bijna ondoenlijk is onderscheid te maken tussen wat enkel voor mij zo vet was, en wat ik verwacht dat ‘iedereen’ interessant zal vinden. Laat ik vooralsnog volstaan met het noemen van wat namen die voorbijkomen: Bob Dylan, Allen – Howl – Ginsberg (!!), Jack Kerouac, Scarlet Rivera, Joan Baez, Patti Smith, Roberta Flack, Sam Shepard, Joni Mitchell en een 19-jarige Sharon Stone. En die gewéldige inkijk in het tourleven van enkele van de grootste muzikanten (en dichters) van de vorige eeuw: WAUW..!!
Het verhaal
Het is 1975, en de VS zijn nogal in turmoil. Het Watergate-schandaal rondom Nixon is net een half jaar geleden tot een hoogtepunt gekomen, met de val van Saigon trekken de Amerikanen zich met hun staart tussen de benen terug uit Zuidoost-Azië, en de high en hoop van het hippietijdperk is wat vervlogen. Hoog tijd voor een ‘herziening’ van Amerikaanse waarden, of althans: meester-regisseur Martin Scorsese heeft gekozen om dát verhaal te vertellen. En wie past er nou beter bij die herziening dan één van de literaire inspirators van de nieuwe president Carter? Inderdaad: Bob Dylans teksten passen zó perfect bij het verhaal, dat Scorsese me bijna achterdochtig kreeg (als in: het past zo goed, dat het bijna ongeloofwaardig wordt).
Maar de hoofdmoot van deze documentaire bestaat uit de backstage-beelden die Martin von Haselberg (of “van Dorp”?) maakte tijdens de titulaire Rolling Thunder Revue: een tour die Dylan opzette, om met andere muzikanten en dichters door Amerika te trekken, om in kleine zaaltjes publiek te verbazen/-rassen met hun aanwezigheid. En zo zien we een held als Ginsberg een groepje bejaarden in een verzorgingshuis shockeren met z’n gedichten, voel je de spanning als Dylan The Hurricane zingt in een gevangenis en probeert Joni Mitchell enkel haar nieuwste liedjes uit, als ze toevallig ook aansluit bij de revue. Die beelden heeft Scorsese geweldig gemonteerd met (vrij) recente interviews met onder andere Dylan, Boaz, Shepard (net voor z’n dood in 2017) en Stone, waardoor het verhaal nóg ‘kloppender’ wordt…
Rijkgevuld én uitgebreid
Die 2 uur en 22 minuten die deze Netflix-documentaire duurt, heb ik wel opgedeeld in twee stukken. Mede omdat ik ‘m laat instartte, maar zeker ook omdat ik me zo concentreerde op de door Netflix vertaalde lyrics van Dylan, dat het bijna als het lezen van een super-interessant boek aanvoelde. Maar dat is dus ook vrij intensief, dus na een uur besloot ik ‘m de volgende dag verder te kijken. Al was ik na dat uur al lyrisch hoor. Misschien wel versterkt door ’t feit, dat ik Dylan in 2015 wat teleurstellend zag. Binnen vijf minuten was mijn ‘fanschap’ weer op het niveau van vóór dat optreden, om daarna enkel verder door te stijgen. Die letterlijk vertaalde lyrics zorgden er dus ook voor dat ik veel van z’n nummers voor ’t eerst écht volledig ‘hoorde’, en dan blijkt die Nobelprijs voor de Literatuur inderdaad vrij gepast.
Dat de documentaire daarna ingaat op hoe de jonge Sharon Stone betrokken raakte (wist helemaal niet dat zij elkaar kenden!), hoe respectvol Dylan met Native Americans om ging – waardoor hij iets kreeg dat een letterlijke link heeft met een verhaal waar ik zelf al lang aan werk (!!) – om dan te eindigen met een geweldig inspirerende monoloog van meester-dichter Ginsberg, dat waren hele dikke kersen op een taart die dus sowieso al boordevol ingrediënten zat.
Final credits
Het enige niet-positieve dat ik over deze documentaire kan zeggen, is dat die kersen dus zó dik waren, dat ik bijna niet kon geloven wat ik zag. Als in: heeft Scorsese het verhaal té perfect vormgegeven, of kan ik als recensent mezelf niet inhouden en móet ik toch iets van kritiek uiten?
Maar laat ik niet zeiken. Ik was na dat optreden in 2015 in Muziekgebouw Frits Philips in Eindhoven behoorlijk teleurgesteld in Dylan. De documentaire raakt die dag echter ook letterlijk aan, want net voor de aftiteling zie je alle optreeddata van Dylan vanaf 1975 tot nu, en dan begrijp je niet alleen allang dat hij na duizenden optredens z’n ‘standaard’ hits natuurlijk niet zomaar meer wil spelen. Ik besefte me ook direct dat Dylan toch écht één van de allergrootsten is. Wat overigens ook weer een beetje in goed contrast staat met het juist ontzettend menselijke beeld dat de achter-de-schermen-beelden van hem schetsen…