Dark Waters (2019)
Ik heb wel een idee waar de noodzaak vandaan komt, om de rotheid en/of corruptie van vooral het Amerikaanse rechtssysteem/samenleving te belichten in films, maar het valt me dus vooral op dat – na Just Mercy en Bombshell – dit al de derde film in een week tijd is, die een schofterig verhaal voor het voetlicht brengt. Zou het positieve aan het Trump-presidentschap zijn dat nu echt niemand meer kan ontkennen dat de VS inmiddels het corruptste land van de (westerse) wereld is? Iets dat ik recentelijk ook in levende lijve door een Amerikaanse Republikein met een rare trots beaamd/bevestigd hoorde worden.
Daarbij is de film ook ontzettend urgent, zoals dit The Guardian-artikel van gisteren (woensdag 22 januari) toont…
Het verhaal
Dark Waters vertelt het waargebeurde verhaal van een corporate defense lawyer die uiteindelijk chemiegigant DuPont juist aanpakte. Want waar Robert Billot (Mark Ruffalo) het tot partner van z’n advocatenkantoor schopte, juist doordat hij zo goed was in het verdedigen van dit soort bedrijven tegen aanklachten, daar zorgde één zaak – aangezwengeld door Earl Tennant (Bill Camp), een kennis van z’n oma – ervoor dat Billot uiteindelijk 180 graden draaide. Wat zijn onderzoek aantoonde zou ieder weldenkend mens zware twijfels moeten doen krijgen inzake de ‘vrije markt’, al kunnen wij ons hier nog verschuilen achter de gedachte, dat zulke dingen enkel in de Verenigde Staten van Amerika gebeuren. Dat is natuurlijk niet zo, want wij worden al behoorlijk lang geregeerd door een partij die de VS en haar corrumperende vrije markt volgens mij nog altijd als ideale voorbeeld ziet, maar het voelt wel lekker te denken dat hier zulke dingen niet gebeuren. Juist doordat we hier beter toezicht houden, toch?
De zaak gaat namelijk over een fabriek in Parkersburg, West-Virginia, gelegen naast de boerderij van Tennant. Zijn koeien zijn of dood, of raken zo f’ed up in hun hoofd dat ze hun eigenaar aanvallen. Van de lokale overheden en advocaten krijgt hij echter nul op z’n rekest. De fabriek die volgens Tennant verantwoordelijk is, is namelijk van DuPont, en laat daar nou het halve standje economisch van afhankelijk zijn. Erg fijn dat men in dat land zo’n beetje alles vermarkt, waardoor de stad ook afhankelijk is van dat grootbedrijf voor bijvoorbeeld de prullenbakken in het park, of het honkbalveldje waarop de kinderen spelen. Dat deze kinderen vrijwel allemaal slechte tanden hebben door iets in het water, daarvoor heeft de machtige PR-machine van het bedrijf genoeg mensen in dienst om de bevolking iets anders te laten geloven. Zodat het bedrijf gewoon door kan gaan met iets dat in Amerika zo’n beetje alles en iedereen verblindt: winst maken..!
Moedwillig corrupt of gevaarlijk naïef?
Deze vraag schiet altijd vrij snel door m’n hoofd, als ik iemand de strapatsen van de vrije markt hoor verdedigen met zinnen als “Maar als een bedrijf iets verkeerds doet, dan worden ze daarvoor toch gestraft doordat mensen hun producten niet meer willen?“. Prachtig naïef natuurlijk, iets waarvan ik ook (terecht?) word ‘beschuldigd’ als ik de goede kanten van een socialistisch systeem beschrijf. Maar is het naïviteit, of een vorm van corruptie die men ook wel weer goed gepraat krijgt? Het begint me de laatste tijd namelijk nog meer op te vallen dat Amerikanen de beste verkopers zijn ter wereld, of in elk geval heeeeeeeeeeel goed zijn in het verzinnen van verhalen, waarin mensen willen geloven. Misschien ook wel de reden dat ze veel nationalistischer zijn dan ‘wij’, veel sneller ten oorlog trekken, en misschien ook wel makkelijker (commerciële) films maken. Ze hebben zich echt enorm goed wijs weten te maken, dat als er ergens winst behaald kan worden, dat ze dan bijna een Confuciaanse ideologie hanteren: alles wat kan, dat mag! In het bankierswereld-fileer-boek Dit Kan Niet Waar Zijn beschrijft Joris Luyendijk dat de enkeling die hier bewust van is, dit goedpraat met de term caveat emptor. Vrij vertaald komt dit erop neer: als ik jou financieel kan naaien met iets waarvoor je zelf kiest, dan mag dat. Jij bent namelijk zelf 100% verantwoordelijk voor het checken van de kwaliteit, of de prijs niet te hoog is, et cetera..!
Gelukkig lijkt de Nederlandse overheid haar zorgplicht beter te voelen dan die swamp in Washington. Al voelde ik wel aardig wat wantrouwen, toen ik een dag na het zien van Dark Waters een nieuwsbericht last over 5G, en hoe de gemeten waardes allemaal onder de Europese norm vielen. Met andere woorden: let op, want deze film maakt je kritischer, wat niet altijd de makkelijkste weg is…
Cast & crew
Mark Ruffalo trekt de acteerregisters nogal open, overigens goed geholpen door z’n make-up artist. Hij speelt Billot met een wat scheefgetrokken mond en een steeds dikker wordende kop, maar als je dan tijdens de aftiteling de echte Billot ziet (die een cameo-/edelfigurantenrol heeft in de film), dan lijkt ie – nadat het filmverhaal is afgelopen – fysiek toch wel wat fitter geworden te zijn. Of zou Ruffalo Billot niet waarheidsgetrouw nagespeeld hebben? Billots vrouw Sarah wordt vertolkt door Anna Hathaway, maar haar rol – als vrouw van iemand die zich echt volledig in z’n werk gestort heeft – is echt een bijrol in de film. Er zat meer interessants in hun relatie dan de film toont, maar zoals ik al bedoelde: het gaat primair om de rechtszaak, niet om de invloed van Billots werk op z’n huwelijk. Bill – Joker, The Killing of a Sacred Deer – Camp toont wederom waarom hij mijn favoriete bijrolacteur is; hier mag ie ‘ineens’ een nogal norse boer spelen. Iets wat wederom volledig geloofwaardig overkomt. Tim Robbins is in real life – net als Ruffalo overigens – nogal geëngageerd inzake sociale misstanden, dus dat hij in deze film te zien is, dat voelde voor mij niet meer dan logisch. Victor – Sicario, The Flash – Garber mag in één scène goed uithalen, terwijl Bill – Lost Highway, Independence Day – Pullman lekker onverwacht scherp uit de hoek komt, als één van Billots collega-advocaten…
Regisseur Todd Haynes’ filmografie toont dat hij ook niet ongevoelig is voor maatschappijkritische thema’s. Safe en Velvet Goldmine kan ik me niet goed genoeg herinneren, maar ik weet nog dat ik stevig onder de indruk was van z’n Oscargenomineerde Far from Heaven. Carol (met Cate Blanchett en Rooney Mara in een verboden liefde) moet ik nog altijd zien, maar de Bob Dylan-‘film’ I’m not There prijkt al jaren in m’n DVD-kast. Het filmscenario is overigens geïnspireerd door/gebaseerd op een artikel in The New York Times uit 2016, geschreven door Nathaniel Rice. De ‘gearriveerde’ scenarist Matthew Michael Carnahan (bekend van de scenario’s van The Kingdom, Lions for Lambs, State of Play, World War Z, Deepwater Horizon en het hier nog niet verschenen Mosul en 21 Bridges) bewerkte het artikel tot filmscript, met de hulp van de minder ervaren Mario Correa.
Final credits
Dat ik hierboven zoveel namen ‘drop’, dat verrast mij ook wel wat. Misschien komt het wel doordat het verhaal dat de film vertelt me behoorlijk raakte en/of kwaad maakte, maar de film zelf is niet uitzonderlijk goed gemaakt. Althans: misschien is het juist wel een compliment dat het verhaal vrij obstakel-loos verder kabbelt, maar dat ik nu specifiek onder de indruk was een van de makers van de film (inclusief acteurs), dat is nu ook weer niet het geval. Qua belang zou dit best wel een Oscargenomineerde film mogen (of moeten?) zijn, maar ik begrijp het ook volledig dat de Academy deze film heeft overgeslagen.
Met andere woorden: kijk hem om te zien wat een belachelijk idee zelfregulering in een (commerciële) vrije markt is. Kijk hem ook om te zien hoe die totale fixatie op winst/geld zo’n beetje alles en iedereen corrumpeert. Verwacht echter niet dat je (totaal) flabbergasted de zaal zult verlaten, zoals dat – in mijn geval althans – bij films als Joker, Parasite en Jojo Rabbit wel het geval was…