Les misérables (2019)
Veel persoonlijker wordt een vertelling niet, en mogelijk is dat ook de reden dat deze film – die zich afspeelt in de banlieu waar Victor Hugo ooit zijn beroemde titelverhaal situeerde (wees dus niet bang voor in zang uitbarstende karakters) – de vrij automatische vergelijking met La haine wel aardig weet te doorstaan. Regisseur Ly mocht zijn prijswinnende kortfilm uit 2017 uitbouwen tot speelfilm, en deed dat zo indrukwekkend, dat dit de Franse inzending voor de Oscars was dit jaar. Een inzending die terecht bekroond werd met een nominatie, want in m’n aantekeningen was m’n eerste korte samenvatting: La haine meets Detroit (qua foute politiecops) meets Cidade de Deus (qua generatieoverdracht geweld)…
Het verhaal
Pento (Damien – Dunkirk – Bonnard) is net verhuisd naar Parijs om dichter bij z’n zoon te kunnen zijn. Omdat hij eerder al politiecop was, sluit hij zich in Parijs ook aan bij de politie. In de wijk Montfermeil wel te verstaan, inderdaad: de wijk uit Victor Hugo’s beroemde roman. Hij merkt al snel dat de sociale situatie niet veel beter is dan in dat boek, want er wordt nergens ‘opbouwend’ omgekeken naar de bewoners. Het enige dat Pento’s collega’s Chris (Alexis – mede-scenarist – Manenti) en Gwada (Djebril Zonga) van de lokale anti-misdaad-eenheid belangrijk lijken te vinden, is iedereen laten merken dat zij de baas zijn in de wijk, iets dat wij als kijkers allang betwijfelen. Want naast de ‘burgemeester’ (Steve Tientcheu) heeft ook de lokale moslimgeestelijke Salah (Almamy Kanouté) nogal wat in de pap te brokkelen, en alle belangen beginnen steeds meer door elkaar te lopen…
Reden is dat de jonge Issa (Issa Perica), beetje de Zé Pequeno van deze film, z’n kwajongensstreken heeft uitgebreid en een leeuwenwelp heeft gestolen van het lokale circus. De zigeunerfamilie van het circus komt natuurlijk verhaal halen bij de burgemeester, en die situatie loopt door Chris en Gwada nét niet uit de hand. Feit is wel dat de mannen nu dat leeuwtje moeten zien te vinden, en daarvoor moeten ze op ‘jacht’ naar Issa. Eenmaal gevonden blijken de jochies als groep best bedreigend, en Gwada vuurt per ongeluk een rubberen kogel af op het gezicht van één van de kids. Waar Pento vooral bezorgd is om het jochie dat geraakt is, raken Chris en Gwada pas in paniek als blijkt dat de stille Buzz (Al-Hassan – familie van? – Ly) met een drone het ‘ongeluk’ heeft gefilmd…
Autobiografisch confronterend
In 2008, toen hij zelf 30 was, filmde Ladj Ly voor ’t eerst zelf een politieactie die echt totaal niet door de beugel kon. Zijn opnames zorgden er, voor de eerste keer, voor dat betrokken agenten gestraft werden. Koppel dat aan heftige rellen net drie jaar daarvoor, en het idee voor dit verhaal werd geboren. Ly had namelijk al veel vaker over-gewelddadige politieoptredens gefilmd, en verwacht dat de volgende ‘revolutie’ mede daardoor ook in de banlieus zal starten. Het eind van de film verwijst ook lichtelijk naar de start van die 2005-rellen. En dat, terwijl de film juist opent met een prachtig verbroederend evenement: het winnen van het WK Voetbal door Frankrijk in 2018. We zien hoe de jonge Issa met z’n maten keihard aan het genieten is op de volledig door voetgangers overgenomen Champs-Élysées – lijkt me zo’n geweldig onverwacht pareltje dat Ly tijdens de productie toevallig mee kon pakken? – maar we zien dus ook hoe hij langzaam afglijdt naar iets steeds lompers. Maar als je dan ziet hoe de volwassenen in de film met deze kids omgaan, dan maakt Victor Hugo’s citaat aan ’t eind het verhaal op vrij cynische wijze rond.
Cast & crew
Ik herkende eigenlijk geen van de acteurs in deze film, wat deels komt doordat ik de Franse hedendaagse cinema niet echt op de voet volg, maar ook omdat het voor het verhaal beter werkt als de acteurs misschien wel uit de wijk zelf komen. Nu weet ik niet zeker of dat het geval is, maar het feit dat zo’n Issa bijvoorbeeld in het echt ook Issa heet, dat draagt wel bij aan dat authentieke ik-werk-met-echte-karakters-gevoel, wat je eigenlijk bij vrijwel elk karakter wel voelt. Enige dat me echt opviel was de kwaadmakend arrogante kop van de acteur die Chris speelt, Alexis Manenti. Hij speelt die rol zo goed, dat ik echt een hekel aan de acteur zelf zou kunnen krijgen (reden dat ik Meryl Streep heel lang niet trok, omdat ik haar in m’n jeugd ooit te goed een ‘onaardige vrouw’ zag spelen), maar wat blijkt: Manenti vond het verhaal schijnbaar zó belangrijk om te vertellen, dat hij ook meegeschreven heeft aan het scenario (en ook al betrokken was bij de originele kortfilm).
Samen met regisseur Ly overigens, en Giordano Gederlini, die wel meer maatschappijkritische scenario’s heeft geschreven (zoals dat van het indrukwekkende L’envahisseur (a.k.a. The Invader) uit 2011). Ladj Ly is als kind van Malinese ouders zelf opgegroeid in de wijk uit Victor Hugo’s roman. Op z’n 17e kocht hij z’n eerste camera en startte hij een filmcollectief met wat vrienden. Hij leerde niet alleen zichzelf filmen, maar heeft nu ook een filmschooltje opgericht, precies om de kids zoals in deze film een kans te bieden iets creatiefs/productiefs met hun leven te doen. Zelf zegt ie voor deze film vooral geïnspireerd te zijn door films van Martin Scorsese en Spike Lee, maar ook door La haine zelf. Niet zo gek dus, dat ik ook meerdere keren aan het Marokkaans-Belgische regieduo van Black moest denken, waarin een soortgelijke thematiek (en omgeving) wordt getoond. Ergens heb ik ’t gevoel dat Ly iets minder snel verleid zal worden door Hollywood (de nieuwe van Adil El Arbi en Bilall Fallah draait nu in de bioscoop: Bad Boys for Life), al ben ik wel benieuwd naar wat hij kan met een verhaal dat niet zo dicht bij z’n eigen leven staat…
Final credits
Les misérables schetst geen vrolijk beeld van Parijs’ verwaarloosde wijken en jeugd. President Macron schijnt nogal hard geschrokken te zijn nadat hij ingegaan was op Ly’s uitnodiging de film te kijken. Ik kreeg ook wel lichtelijk het gevoel dat Parijs langzaam aan het veranderen is in het Rio uit City of God, en dat is verontrustend. Aan de andere kant: “Wat als hun woede nou eens terecht is?“, is een vraag die terecht gesteld wordt in de film. Het antwoord hierop is echter niet makkelijk en/of zwart-wit, zeker niet als je ziet hoe fout de politiecops zijn, of in hun eigen beleving: moeten zijn. Want dat in Montfermeil het recht van de sterkste geldt is wel duidelijk. En dat geweld vaak onvermijdelijk lijkt, want wie heeft er überhaupt iets van controle..?