Palm Springs (2020)
Laat ik je vooraf geruststellen: dit is geen goedkope remake van Groundhog Day, ook al is het basisgegeven zo goed als gelijk. Iets dat overigens heerlijk terloops wordt genoemd door een perfect gecaste Andy – Saturday Night Live, Brooklyn Nine-Nine – Samberg, als hij uitlegt dat hij in zo’n “time-loopy thing you might’ve heard about” zit.
Nee, Palm Springs is een heerlijk schattige en bij vlagen ook keiharde komedie over inderdaad een tijdlus, waardoor Sambergs karakter continu dezelfde saaie bruiloft beleeft met z’n overspelige vriendin. Verschil met Groundhog Day: hij zit niet alleen in die lus, waardoor niet iedereen in z’n omgeving elke ochtend gereset wordt. Waardoor er dus een verrassend leuke en fijne-glimlach-veroorzakende ‘verhaal-laag’ aan toegevoegd kon worden. Waardoor je aan het eind dus waarschijnlijk met dezelfde emotie achterblijft als J.K. – Whiplash, Juno – Simmons’ karakter…
Het verhaal
Nyles (Samberg) wordt ’s ochtends wakker in een hotelkamer, waar z’n vriendin Misty (Meredith – Ingrid Goes West, Brightburn – Hagner) zich al aan het klaarmaken is voor de grote dag van één van haar beste vriendinnen. Aan de ‘verplichte’, onverschillige seks die volgt zien we direct al dat die relatie weinig vruchtbaar is, terwijl wij als kijker dan al vrij snel door krijgen dat er wel een zeer aparte reden is voor Nyles’ onverschilligheid. Iets waardoor hij overigens heerlijk recalcitrant en politiek incorrect de hele bruiloft kan saboteren. Wat ook de reden is dat de net zo niet-op-haar-plaats-lijkende-en-goed-door-zuipende zus van de bruid, Sarah (Cristin – The Wolf of Wall Street, Fargo (de serie) – Milioti) zijn aandacht trekt.
Later komen we er ook achter waarom Nyles haar zo makkelijk weet te versieren (in een seksueel zeer vrije montage), maar als ze op het punt staan hun lusten te consumeren ergens in de woestijn, wordt Nyles ineens geraakt door een pijl. Voordat Sarah haar eerste “WHAT THE FUCK!!??” weet te produceren, volgt een tweede pijl, en probeert de gewonde Nyles een grot in te vluchten. Achtervolgd door een mysterieuze boogschieter (Simmons) weet hij de grot te bereiken, maar net voordat hij één of ander licht ingezogen wordt, zien we dat Sarah hem achtervolgd heeft. Hij roept nog dat ze hem niet moet volgen, maar als kijkers weten wij allang dat deze Sarah zich niet laat vertellen wat ze wel en niet mag. Maar ja, daardoor wordt ze dus ook de al eerder genoemde tijdlus ingezogen…
Een beetje vreemd, maar zeker lekker
Uiteindelijk gaat de film natuurlijk over met jezelf in het reine komen, of juist over de enige uitweg uit de wanhoop van een standaard ‘sleurderig’ leven, of toch over tevreden zijn met wat je hebt..? Weet je: hierover ga ik niet te veel nadenken, want mogelijk moet ik dan wel concluderen dat de film toch niet zo ‘goed’ was als dat ie vermakelijk over kwam. Daarbij bevat de film een paar geweldige grappen en/of mooie momenten, en zeker die extra verhaal-laag zorgde dus voor een dynamiek die ik vooraf zeker niet verwacht had. Ergens denk ik dat velen ook keihard verliefdheid op het verhaal kunnen projecteren, wat de film dus waarschijnlijk interessant maakt voor een nog bredere doelgroep. Want of je nu van komedie, romantiek of weirdness houdt; je hoeft maar op één van deze bevestigend te reageren om van Palm Springs te kunnen genieten, verwacht ik. Zo durfde ik ‘m wel aan te raden aan iemand die normaliter totaal niet van komedies houdt. En al heb ik nog geen reactie mogen ontvangen van haar, ik verwacht dat ze me gaat bedanken voor de tip…
Cast & crew
Vooraf appte ik wat vrienden: “Even kijken of Samberg de nieuwe Bill Murray is“, doelend op niet alleen de overeenkomsten tussen Bill Murray’s Groundhog Day en deze film, maar ook vanwege het feit dat beide acteurs ooit bij Saturday Night Live ‘begonnen’. En ook al waren Sambergs eerste filmavonturen niet erg succesvol (denk aan Hot Rod), Murray’s Meatballs en Caddyshack werden volgens mij ook ooit verguisd door recensenten. Okay, laat ik deze vergelijking verder maar loslaten, want rond Caddyshack speelde Murray ook op geweldige wijze Hunter S. Thompon (de schrijver van o.a. Fear and Loathing in Las Vegas en The Rum Diary) in Where the Buffalo Roam, en de ‘serieusheidstest’ die écht goede komische acteurs moeten doorstaan, die heeft Samberg nog niet zo duidelijk doorstaan (in Brigsby Bear had hij slechts een bijrolletje, terwijl Celeste & Jesse Forever grotendeels op Rashida Jones leunde). Mogelijk komt dit overigens doordat Samberg alles maakt met z’n jeugdvrienden van The Lonely Island (Jorma Taccone en Akiva Schaffer), en gezamenlijk lijken ze vooral zoveel mogelijk quatsch te willen maken. Cristin Milioti mocht een fijne, eerlijke rol spelen als de per ongeluk meegesleurde Sarah. Niet de ‘standaard’ babe-beauty, maar wel iemand waaraan je direct ziet dat het goed feesten en/of lachen is. Echt herkennen uit The Wolf of Wall Street deed ik overigens niet. Oscarwinnaar Jonathan Kimble Simmons (“Kimble” is z’n moeders meisjesnaam), bekender als “J. K. Simmons”, lijkt zo’n acteur die mega-relaxed is, en het lijkt alsof hij z’n rollen met enorm veel gemak speelt. Daar zit een groot compliment in, maar het is volgens mij ook de verklaring dat hij mij in elke rol wel opvalt. Hier hoeft ie verder niet al te ‘diep’ te gaan, maar zeker zijn eindshot zou je als ‘classic Simmons’ mogen betitelen.
The Lonely Island produceerde deze film ook (dat deden ze ook al met Hot Rod, uit 2007, terwijl hun eerste kortfilm – White Power (over spul om tanden witter te maken) – al uit 2001 stamt), en huurden dus waarschijnlijk zelf schrijver Andy Siara en regisseur Max Barbakow in, die eerder samen enkel een aantal kortfilms maakten, maar nu dus de kans kregen om een feature film te maken. En om eerlijk te zijn: als ik zo aan de film terugdenk, dan valt er weinig op qua regie en scenario. Als in: ze doen eigenlijk niks opvallends fout…
Final credits
Haha, voel je dat ik toch nog twijfel in hoe hard ik deze film aan iedereen wil aanraden? Ik wilde – voor het contrast – de vorige zin laten beginnen met iets over wat ze allemaal zo goed doen, maar toen bedacht ik me: “How how how, ga de verwachtingen van anderen nou niet de hoogte in knallen, want een Oscarwinnaar is dit nou ook weer niet hè.”
Met andere woorden: ik was zeker al tevreden vanwege het feit dat het geen schaamteloze rip-off van Groundhog Day was, maar daarnaast verraste de film me ook behoorlijk, deels omdat ik niet zoveel verwachtte. Al had ik vooraf dus wel ergens een kop gezien, die leek te suggereren dat deze film het wat doodbloedende ‘romantische komedie’-genre zou kunnen gaan redden. En als ik eerlijk ben: ik moest zojuist m’n eigen site raadplegen om te achterhalen wat de laatste romantische komedie was, die ik gezien heb (het was Long Shot uit 2019, dat echter ook deels een politieke film was). Want inderdaad: heel veel worden er niet meer gemaakt. En zeker niet zulke leuke…