The Assistant (2019)
The Assistant toont vooral de schofterigheid van een wereld die op maximale (onderlinge) concurrentie is gebaseerd, waardoor een wegkijkcultuur ontstaat, waardoor degenen aan de top alle vrijheid ‘krijgen’ hun onbeschaafdheid uit te venten. Geconcretiseerd in #metoo, en daarmee de (betere) indie-tegenhanger van Bombshell, waarin de boodschap vrij letterlijk in je gezicht werd geduwd. Regisseur Kitty Green vertrouwt jou als kijker veel meer, waardoor je de gelegenheid krijgt om zelf – net als de geweldig vertolkte hoofdrol – veel zaken in te vullen.
En daardoor maakt deze film uiteindelijk ook méér indruk!
Het verhaal
Jane (Julia – Waco, Ozark – Garner) werkt ruim een maand als assistent op een New Yorkse productiemaatschappij en is ’s ochtends als eerste op kantoor. Aan alles voel je dat ze veel harder moet werken dan ze betaald krijgt, maar schijnbaar moet je dat ervoor over hebben. Ik kreeg al snel een soort van cult-gevoel bij hoe die Amerikaanse dog-eat-dog-kantoorwereld een beetje als ‘geloof’ werkt, waarin je als ondergeschikte volledige onderdanigheid dient te betrachten. Maar wat we zien, is hoe ze op een nog donkere maandagochtend zorgt dat het kantoor van de baas weer netjes wordt (zo ruimt ze wat donut-kruimels en glazen op, veegt ze wat vlekken van de bank en pakt ze een oorbel op van de grond), om daarna te zorgen dat alle koelkasten weer gevuld zijn.
Zodra haar eerste collega binnenkomt begint ze met het printen van kijkcijfers en scripts (aan alles voel je dat Miramax model stond), terwijl ze met collega’s bijna met angst in hun stemmen over ‘hem’ praten. Dat er aan de top van het bedrijf een angstaanjagend machtige kerel staat, sijpelt overal in door. En door de keuze om hem nooit te laten zien (volgens mij noemen ze ook maar één keer z’n naam: Tony), focust de film zich ook veel meer op de toxische sfeer die er hangt (en waar al mijn sociale haren van overeind gaan staan). Al horen we hem wel kwaad aan de telefoon, als Jane net daarvoor per ongeluk eerlijkheid verkoos boven liegen. Maar ook degene tegen wie ze niet kon liegen, gebruikt Jane’s eerlijkheid voor haar eigen agenda.
Als Jane daarna een nieuwe assistente naar haar tijdelijke onderkomen in een hotel moet brengen, en ‘hij’ later afwezig blijkt, voelt ze dat er iets niet pluis is. Wat volgt is de beste en misschien wel meest schrijnende scène van de film, en dan zijn we pas halverwege haar werkdag…
Claustrofobisch en toxisch
Ik weet, dat ik – ook toen ik nog op kantoor voor iemand werkte – me altijd al stoorde aan die mores, dat veel mensen vanuit ambitie meer uren (denken te moeten) maken dan waar ze voor betaald worden. “Je moet hart voor de zaak hebben, want de zaak is ook hard voor jou!“, grapte mijn manager ooit letterlijk. Niet geheel toevallig wilde dat (internet)bedrijf haar game-tak naar de Amerikaanse beurs brengen, want die lompe Amerikaanse zakenwereld was zeker het grote voorbeeld daar. Tijdens mijn burn-out-afwezigheid ging het bedrijf overigens op de spreekwoordelijke fles, terwijl nog geen half jaar daarvoor werd gepatst dat de game-tak zo’n 2 miljard dollar op zou gaan halen bij een beursgang.
De reden dat ik dit vertel, is om te tonen waarom ik mogelijk vooral getriggerd werd door die voor mij herkenbare, toxische onbeschoftheid van dit type ondernemers. Niet om #metoo te bagatelliseren, maar aangezien dat ook meer over machtsmisbruik dan over seks gaat, raakte die geaccepteerde, cult-achtige machtsstructuur in de film mij harder. Mede ook, doordat het seksuele misbruik allemaal achter de gesloten deuren gebeurt, en zich (net als bij Jane dus) vooral als logische conclusie in jouw hoofd zal vormen. En daarom werkt die keuze, om met de camera enorm dicht op Jane te blijven zitten, en ook qua geluidsmontage/-mix volledig ‘in’ haar hoofd te blijven, ook zo geweldig. Dat geeft de film een claustrofobisch, machteloos gevoel. Iets dat pas in de allerlaatste scène losgelaten wordt…
Cast & crew
Weet niet of het budgettaire redenen had, maar doordat de film gevuld is met enkel minder tot onbekende acteurs, voel je de universaliteit van het probleem ook wel. Het is dan wel het kantoor van een grote film- en/of tv-producent, maar buiten één korte cameo (die daarmee dus enorm opvalt en ook toont hoe deze bekende acteur wel vaker kiest voor geëngageerde films over grove misstanden), voelt iedereen ook een beetje ‘vervangbaar’. Niets ten nadele overigens van vooral Julia Garner, die exact de juiste uitstraling heeft voor de rol. Al zal er in mijn oordeel over haar lieve, zorgzame gezicht mogelijk ook nog altijd wel wat patriarchale projectie zitten. Maar aan alles zie je dat ze echt wel bovengemiddeld haar best wil doen in die bijna slaaf-achtige rol (erg hoe ik me nu herinner dat wij op de set ook wel eens over ‘setslaafjes’ praatten (al dan niet over onszelf), meestal refererend aan productieassistenten, die overal en bij iedereen moesten kunnen inspringen), maar haar ogen stralen ook een zachtheid uit, waardoor ze bij mij ook direct wat medelijden opwekte. Mogelijk herkende ik haar wel uit de geweldige tv-serie Waco (over de Branch Davidian-sekte onder leiding van David Koresh, waarvan 76 leden (mede) door toedoen van de FBI/ATF werden gedood in Waco, Texas in 1993), al maakte ze dus schijnbaar ooit haar debuut in een andere ‘sektefilm’, namelijk Martha Marcy May Marlene. Nogmaals, no offense, maar ze lijkt vanwege haar uiterlijk dus wel vaker in ‘fragiele’ rollen gecast te worden. Meest opvallende naam voor mij op de aftiteling was overigens een Nederlandse. ‘Onze’ Gelderse Bregje Heinen komt kort voorbij als Oekraïense ‘assistent’. Als voormalig Victoria Secret-model past ze wel perfect in het ideale plaatje waarop sommige machtige mannen zich ongeremd denken te mogen storten.
Kitty Green schreef en regisseerde de film, en maakte hiervoor vooral geëngageerde documentaires. Zo kreeg Ukraine Is Not a Brothel een speciale vermelding op het Filmfestival van Venetië in 2013, terwijl de Netflix-docu Casting JonBenet (over die vermoorde 6-jarige beauty queen) overal gelauwerd werd vanwege de originele aanpak (en ‘op Sundance’ werd genomineerd). Misschien dus niet zo verwonderlijk dat een film over zo’n heftig onderwerp juist in haar handen zo indrukwekkend wordt. En apart, dat nu ik die vergelijking met Jay Roach’ Bombshell heb gemaakt, ik die film ook wat te ‘makkelijk’ begin te vinden, juist doordat The Assistant zoveel dieper raakt. Green interviewde overigens tal van assistenten bij Miramax, nadat opper-predator Harvey Weinstein was opgepakt. Dus het lijkt logisch dat ze daar die naargeestige en wegkijk-sfeer ook zelf heeft gezien/-hoord.
Final credits
Want ja, ook al maken ‘wij’ als kijkers maar één dag in het leven van Jane mee, ik dacht na een paar minuten al: “Man, velen zullen na het zien van deze film niet meer klagen over hun eigen baan..!”. Want in een wereld waarin je met alles en iedereen moet vechten voor je positie, dan ga je op een geven moment, vanuit zelfbescherming, waarschijnlijk vanzelf wel vooral/enkel aan je eigen carrière denken. En door een sterke focus op je eigen hachje, kijk je mogelijk ook wel sneller weg, als je ziet hoe degene die over dat hachje beslist, dingen doet die het daglicht niet kunnen verdragen. En dan terugdenkend aan die scène met die HR-manager; pfff!
Inderdaad: drama’s die aan kunnen voelen als een thriller, dat zijn vaak de beste…