CODA (2021)
Deze ‘Sundance crowdpleaser‘ (en recordhouder qua gewonnen prijzen op dat festival!) is niet alleen een remake van het Frans-Belgische La famille Bélier uit 2014, maar ook door Apple aangekocht voor een recordbedrag. Dat zegt natuurlijk wel wat over de commercieel-populaire feelgood-waarde van CODA, maar het was ook gewoon een erg fijne fijn. Waarbij ik verwachtte dat de buzz deels kwam omdat het ook een beetje een ‘zielige’ film over gehandicapten was. Maar daarin werd ik uiteindelijk best goed en spreekwoordelijk voor m’n bevooroordeelde kop geslagen.
Maar wilde mijn ‘inner drama queen‘ nu wederom iets meer aangezet drama..?
Het verhaal
Ruby (Emilia – Brimstone, High-Rise – Jones) is de titulaire CODA, oftewel een Child of Deaf Adults. Iets wat je niet direct door hebt, want ze zingt zich het apelazarus op de vissersboot van pa Frank (Troy Kotsur) en broer Leo (Daniel – You – Durant). Als ze zich na haar ochtendwerk naar school rept, heb je echter ook al snel door hoe haar familie de reden is dat ze al jarenlang gepest wordt op school.
Als haar object of affection Miles (Ferdia – Sing Street – Walsh-Peelo) zich aanmeldt voor het schoolkoor, trekt ze zelf ook de stoute schoenen aan, tot verbazing van haar beste vriendin Gertie (Amy – Beautiful Boy – Forsyth). Maar na wat initiële verlegenheid, ontdekt muziekleraar Berrrrrrnardo Villalobos (Eugenio – Geostorm – Derbez) haar prachtige stem, en besluit hij haar te motiveren om auditie te doen voor de prestigieuze muziekschool Berklee in de grote stad (Boston). Hoe dichterbij die auditie en mogelijke studie echter komt, des te angstiger wordt vooral moeder Jackie (Marlee – Children of a Lesser God, What the Bleep!?: Down the Rabbit Hole – Matlin) dat ze hun broodnodige tolk kwijtraken. Pa’s visserij lijkt namelijk ten dode opgeschreven zonder hulp van iemand die kan horen én ASL (American Sign Language) kan. Maar hoeveel verantwoordelijkheid kun je op de schouders van zo’n 17-jarige meisje leggen..?
Formule die werkt
Ja, dat voelt allemaal wat formulematig, als ik het zo opschrijf. En dat is de film ook zeker wel. Maar zelfs de redelijke zoetsappigheid werkte zo goed, dat ik meerdere keren het beeld wat zag vervagen, doordat er wat oogvocht opwelde. Zeker dus ook doordat er wordt ‘gespeeld’ met dat eerdergenoemde zielige aspect. Gaaf hoe Leo daarin een keer keihard uitviel tegen Ruby, en daarmee indirect dus ook tegen mij en m’n mogelijke vooroordeel.
Daarnaast had ik deze keer nul last van een irritatie die ik eerlijk gezegd wel eens voel bij het zien van gebarentaal. Ergens link ik dat aan de lichte afkeer die ik ook kan voelen bij bijvoorbeeld toneel, waarin je de close-up moet spelen, om even Marlon Brando aan te halen. Maar mijn ‘moeite’ met die noodzakelijk overdreven mimiek van theatraal toneel, die voel ik ook wel eens bij gebarentaal (waarin die overdrijving natuurlijk nog veel functioneler is). Natuurlijk super-geprivilegieerd om dit te voelen, al zit daar ook nog wel een heel licht jeugdtrauma aan verbonden. Maar om nou hier over de wat heksachtige en ‘over-mimiekerende’ pleegmoeder van één van m’n beste jeugdvrienden te beginnen, dat gaat natuurlijk veel te ver. Wil alleen aangeven: als jij die lichte afkeer herkent, dan kan ik je garanderen: deze film zorgde daar bij mij totaal niet voor. Mogelijk verminderde de film mijn oordelen hierin juist wat…
Cast & crew
Gaaf om te zien, dat Troy Kotsur (die Ruby’s vader speelt) ook genomineerd is voor Beste Mannelijke Bijrol (en de BAFTA reeds won!). En ja, natuurlijk komt dat ook door dat overherkenbare vader-dochter-archetype, maar hij heeft – naast een paar hilarische – ook een aantal zeer mooie scènes met z’n dochter. Verder steelt Emilia Jones wel aardig de show (die auditie!!!), maar ik ben dan ook een aardige sucker voor zangeressen. En dan speelt ze hier ook nog een ontluikende! Zou ik daarom wat meer moeite hebben met de aardige drollerigheid van haar love interest? Dat ik zo goed in het verhaal zat, dat ik ietwat concurrentie voelde inzake Ferdia Walsh-Peelo, en hem daarom als drol wil neerhalen? Haha, nee hoor, volgens mij is hij wel echt bewust zo puberaal onzeker neergezet hoor, want dat past ook wel bij z’n rol. Verder is een film over dove mensen natuurlijk niet compleet zonder de grand dame of deafness, Marlee Matlin. Ze won op haar 21e al een Oscar voor haar hoofdrol in Children of a Lesser God, en zet zich haar hele leven al in voor de emancipatie van dove mensen (ze kreeg bijvoorbeeld een wet ingevoerd waardoor tv’s verplicht een ondertitelingschip ingebouwd moest krijgen, zodat dove mensen voortaan elk tv-programma konden volgen). Maar voordat ik weer afdwaal: ze combineert hier een sexy zelfverzekerdheid met een voor velen herkenbare moederliefde (en angsten die horen bij een kind dat het nest dreigt te verlaten).
Regisseur Siân Heder vertaalde het Franse scenario naar een Amerikaanse setting aan de oostkust van Massachusetts, waarbij ik niet kan beoordelen in hoeverre ze afwijkt van het origineel (waarvan ik de poster/DVD-hoes wel herken, maar nooit gezien). Wat wel opviel waren de vele Franstalige namen op de aftiteling, dus mogelijk dat de mensen achter het origineel ook (tijdelijk) de oversteek hebben gemaakt voor deze versie..?
Als laatste wil ik nog even de Britse componist (met waarschijnlijk Nederlandse roots) Marius De Vries benoemen. Hij werkte eerder mee aan bijvoorbeeld La La Land, Moulin Rouge! en Romeo + Juliet, en ik verwacht dat hij voor deze film de nummers heeft gekozen die het koor zingt. Waarbij ik zeker wel een keer aan het geweldige Young@Heart moest denken…
Final credits
Wat mij betreft had ze dat prachtige Joni Mitchell-nummer dramatisch gezien nog wel wat steviger aan mogen zetten, maar dat is dus eerdergenoemde drama queen in mij, die de laatste tijd een broertje dood lijkt te hebben aan subtiliteit…
Het was afgelopen weekend overigens een aardig grote verrassing dat CODA de Outstanding Producer of Theatrical Motion Pictures won (een prijs van de PGA (Producers Guild of America)), waarin het zo goed als alle andere films versloeg die aanstaande zondagnacht ook voor de Oscar voor Beste Film strijden. Onder producenten wordt CODA dus enorm gewaardeerd (al won de film ook al twee BAFTA’s vorige week!). Nu verwacht ik niet dat de leden van de Academy ook voor deze film zullen gaan hoor. Dat is toch een iets gemêleerdere groep stemmers, verwacht ik. En ondanks dat ik zeker ook zeer positief verrast werd door CODA, is het ook niet mijn keuze als beste film van het jaar. Maar dat ie wél genomineerd is daarvoor, dat verbaast mij na het zien dus niet echt meer…