Spencer (2021)
Pablo – Jackie, Ema – Larraín ontpopt zich toch wel als maker van ongewone, verrassende en indrukwekkende biopics. Met Spencer geeft hij ons een bijna claustrofobische kijk in het leven van de mega-populaire Princess of Wales: Diana. Dat levert een film op die soms aanvoelt als gevangenisdrama annex achtervolgingsfilm, terwijl Lars Von Triers Melancholia ook even voorbij kwam in m’n hoofd.
Waarbij het overigens geen ‘aanklacht’ tegen het Britse koningshuis is geworden, want in subtiele blikken zie je net zo goed hoe Charles, William, Harry en zelfs koningin Elizabeth allemaal gevangen zitten in dat onmenselijke keurslijf. Ik krijg nu achteraf niet alleen begrip voor Harry en Meghans vertrek uit die wereld, maar zelfs wat medelijden met de leden van ons eigen koningshuis…
Het verhaal
De film volgt de driedaagse Kerstviering van de Royal Familiy op het landgoed rondom en in Sandringham House op het Engelse platteland. We zien direct hoe strak georganiseerd werkelijk alles gepland is; het eten wordt zelfs door een militair konvooi afgeleverd. En dan komt Diana (Kristen Stewart) ook nog eens te laat, want ze is in haar eigen Porsche 911 de weg eerst enkel nog letterlijk kwijt. Voordat hier echter echt over gezeurd wordt, dient ze zich bij binnenkomst traditioneel te laten wegen, net zoals de andere gasten. Eeuwen geleden heeft iemand namelijk verzonnen hoe ze decadentie zichtbaar kunnen maken: door te meten hoeveel ze tijdens die ‘vreetdagen’ aankomen.
Maar het is dus ook het weekend dat de zorgen van de familie steeds meer werkelijkheid worden, want Diana trekt dat leven totaal niet meer. Zeker niet als Charles’ nieuwe liefde (en huidige partner) ook naar de traditionele kerkviering komt, maar vooral vanwege de ontmenselijking van de hele situatie in zo’n instituut. De mooiste contacten heeft ze met coupeuse Maggie (Sally – Happy Go-Lucky, The Shape of Water – Hawkins) en chef-kok Darren (Sean – Harry Brown, The Green Knight – Harris); precies om de reden waarom het Britse volk ook zo gek op haar was: ze bleef (tot haar dood) een benaderbaar mens.
Maar dus wel een mens, dat ook figuurlijk steeds meer de weg lijkt kwijt te raken. Tot ze besluit voor zichzelf te kiezen…
Deprimerende stiffness
Ja, misschien wel het beste aan Spencer – naast de fantastische rol van Kristen Stewart – is hoe je op een gegeven moment haar depressie mee gaat voelen. Althans, dat gebeurde bij mij. Natuurlijk kan ik daar een herinnering van m’n eigen depressie op geprojecteerd hebben, maar in die meest surrealistische scène (waarin ze op zichzelf ’terugkijkt’ in de jaren), daar schoot dus Von Triers (in mijn ogen) beste film even voorbij. Waarbij de gepaard gaande paranoia ook geweldig vertaald is naar en versterkt wordt door de score van Jonny Greenwood, die voor deze film dit jaar níet genomineerd is, maar wel voor de score van The Power of the Dog. Daarnaast lijkt deze lead guitarist van Radiohead sinds There Will Be Blood de vaste componist van Paul Thomas Anderson, want hij werkte ook aan onder andere The Master, Inherent Vice, Phantom Thread én Licorice Pizza (terwijl hij tussendoor ook nog werkte aan We Need to Talk About Kevin en You Were Never Really Here). Inderdaad, misschien een wat overdreven ver zijpaadje, maar wát een filmografie!!!
En ik wil echt wel meer vertellen over de film zelf hoor, maar naast het best kleine plot – wat vaker het geval is bij interessante films – toont vooral Diana’s gebruik van de naam “Spencer” ook wel hoe elegant en simpel Larraín haar verhaaltje rond weet te maken…
Cast & crew
Ik geef eerlijk toe: ik moest heel kort even wennen aan Stewart in de rol van Diana, maar na een paar minuten zag ik de actrice eigenlijk niet meer. Natuurlijk werden direct ook al m’n ‘beschermingsgenen’ aangezwengeld, omdat je direct ziet hoe kwetsbaar ze was. Dat komt hopelijk niet patriarchaal over, maar ergens kreeg ik bijna het gevoel haar te moeten redden, want wat een verschrikkelijk leven had zij aan het hof. Als ik dit zo typ, dan voelt dat als een bijna klassiek sprookjesmotief. En nu vraag ik me ineens af, of Larraín dat misschien wel bedoeld heeft. Zeker als je ziet hoe bijna clownesk Timothy – Mr. Turner, Secrets & Lies – Spall het encyclopedie-voorbeeld van die stiff-upper-lip-pige Britishness neerzet. Zijn gezicht vertrok een paar keer zó heftig, dat het bijna leek alsof hij op imploderen stond. Al krijgt zijn rol als ‘opper-regelaar’ uiteindelijk wel mooi meer body. Verder dacht ik aan het begin van de film heel kort even dat de overige karakters in Diana’s verhaal zelfs buiten beeld zouden worden gehouden, maar dat was niet het geval. Al zijn Charles en de koningin wel echt bij-bij-bijrollen in de film, in contrast met hun rol in Diana’s leven natuurlijk. Eigenlijk hebben Sean Harris en Sally Hawkins dus de mooiste bijrollen, juist omdat zij Diana als mens bleven zien. Waarbij ik me nog altijd blijf verbazen, hoe breed Harris’ bereik is, want zijn vertiefte junkie-rol in Harry Brown ga ik echt nooit meer vergeten…
Pablo Larraín brak als regisseur internationaal door met No (met Gael García Bernal), en maakte sindsdien dus een aantal nogal opmerkelijke biopics. Die over Pablo Neruda heb ik overigens niet gezien, maar dat Spencer gemaakt is door de regisseur achter Jackie (over Jackie Kennedy-Onassis), dat voel je vrijwel direct. Tussendoor verraste deze Chileense filmmaker mij overigens ook behoorlijk stevig met het interessante, swingende Ema. Als laatste nog even iets over scenarist Steven Knight, die ooit het scenario van het geweldige en mega-vette Eastern Promises scheef (met Viggo Mortensens naakte vechtpartij in die sauna!). Daarnaast schreef én regisseerde hij ook Locke (met Tom Hardy in de auto), Hummingbird (volgens mij één van de weinige Jason Statham-actiefilms die ik lichtelijk trok) en Serenity (met Matthew McConaughey en Anne Hathaway). De laatste jaren was hij overigens vooral erg druk met het schrijven en regisseren van veel afleveringen van het populaire Peaky Blinders.
Final credits
Waarom ik hierboven zoveel zijpaden neem, komt dus mogelijk doordat ik over de film niet veel meer te zeggen heb dan: wat een rol van Stewart, en wat een gedurfde biopic over één van de populairste leden van enige koninklijk familie ooit. Waarbij dat gedurfde dus waarschijnlijk ook de reden is dat de film op IMDb ‘slechts’ een 6,7 staat momenteel. Spencer is namelijk geen makkelijke standaardvertelling, maar geeft juist een vrij genuanceerd beeld van het weekend waarin Diana schijnbaar besloot om een huwelijk te verlaten dat ooit als hét sprookje van de eeuw werd betiteld..