The Batman (2022)
Halverwege deze waarschijnlijke start van wederom een Batman-franchise hoorde ik mezelf bijna “Holy fuck, wat vet!!” uitroepen. Dat kwam deels doordat ik voor ’t eerst in weken weer in een IMAX-zaal zat, maar zeker ook omdat Matt – Cloverfield, Dawn of the Planet of the Apes – Reeves met The Batman nog verder afdaalt in de DC-comics-duisternis dan Ben Afflecks Justice League’s Batmans al deden. Waardoor ook de overduidelijke maatschappijkritiek uit de comics weer zo goed voelbaar werd, dat ook jij je als kijker waarschijnlijk best goed mee kunt laten voeren met de beweegredenen van de bad guy in de film.
Iets wat er bij mij voor zorgde, dat ik vrij vergaande gedachten kreeg over zaken als hoop en het cynisme van neoliberaal opportunisme…
Het verhaal
Op de nacht van Halloween slaat een lekker goedkoop gemaskerde Riddler keihard toe, door de burgemeester van Gotham in z’n eigen mansion te vermoorden. De dan nog politie-luitenant Gordon (Jeffrey Wright) neemt ’the Batman’ (Robert Pattinson) mee naar de plaats delict, waar al snel duidelijk wordt dat de Riddler in Batman misschien wel een compagnon ziet: hij laat speciaal voor hem namelijk een letterlijke puzzel achter. Niet veel later wordt onze ge-cape-te kruisvaarder echter door commissaris Pete Savage (Alex – Barkskins, Chernobyl – Ferns) weggestuurd, maar voordat Bruce – met wat hulp van Alfred (Andy Serkis!!) – de puzzel heeft opgelost, blijkt ook deze politiecommissaris nogal gruwelijk aan z’n einde gekomen.
Via talloze videoboodschappen wordt langzaam duidelijk dat de Riddler de afhandeling van een grote politiezaak gebruikt om corruptie binnen ‘de driehoek’ van Gotham voor het voetlicht te brengen. Dat leidt onze superheld naar de nogal obscure nachtclub van Oz/Penguin (een werkelijk volledig onherkenbare Colin Farrell), waar hij al snel z’n oog laat vallen op serveerster Selina (Zoë Kravitz). Een ‘stalk-scène’ later blijkt Selina echter een katje waar weinig handschoenen tegen ‘helpen’, en wordt Bruce/Batman steeds dieper meegezogen in een plot dat hem langzaam laat twijfelen aan z’n hele bestaan, als het ware…
Hoop en optimisme is hard werk
Allereerst kudos voor de schrijvers (Reeves zelf, met hulp van Peter – The Town, Bad Boys for Life – Craig) om zoveel plot in een verhaal verwerkt te krijgen, zonder dat het verwarrend en/of overdreven wordt. Terwijl mijn enthousiasme na afloop eigenlijk helemaal niet door de ingewikkeldheid van het plot kwam, maar juist doordat de film onderbouwde wat ik hierboven als kop gebruik. Het ‘goede’ willen doen in de wereld is namelijk veel lastiger dan cynisch worden (en daarmee bijvoorbeeld egoïsme goedpraten voor jezelf). Waardoor ik direct mogelijk doorsloeg in m’n notities, dat dit misschien wel de reden is dat cynisme en asociaalheid zo welig tieren in ons opportunistische hyperkapitalisme. Voor een in mijn ogen fijnere wereld is namelijk hoop en een gezamenlijk doel nodig, en dat vergt inspanning van eenieder. Is dat ook de reden dat meer social(istisch)e levensvormen zo kwetsbaar zijn (en/of niet werken), omdat de verleiding van het ego te groot is?
Omgekeerd moest ik echter ook kort aan master David Lynch denken, toen ik me bedacht dat we mogelijk het kwaad wel moeten ervaren (door het te ‘openbaren’), om het goede, het ‘licht’ te kunnen zien? Want dan pas kun je daar bewust voor kunt kiezen. Iets dat geweldig past bij één van de laatste scènes van de film, waarin de grijsheid van onze held nog duidelijker wordt gezet…
Cast & crew
Dat Pattinson één van de interessantste ‘nieuwe’ acteurs is, dat had ik na z’n Twilight-popi-jopie-ness nooit durven vermoeden. Inmiddels heeft ie mij daarin echter allang gelogenstraft, met bijna perfecte rollen in topfilms als Cosmopolis, The Rover en The Lighthouse. Als Bruce Wayne is ie ditmaal een stuk getroebleerder dan Bale’s Bruce ooit was, en dat werkt goed. In zijn Batman-rol krijgt hij overigens heerlijk tegenspel van Kravitz, die als Catwoman haar ware identiteit totaal niet lijkt te verbergen. Dat maakt haar rol lekker fierce, waarmee ze eerdere vertolkers behoorlijk naar de vergetelheid speelt. Daarnaast wíst ik gewoon dat Colin Farrell in The Batman zat, maar kón ik hem gewoon niet zien in Oz/Penguin. Schrijf The Batman daarom maar op voor een Oscarnominatie voor Beste Make-up & Haar, voor volgend jaar. Veel herkenbaarder, maar niet minder cool, was John Turturro in de rol van maffiabaas Carmine Falcone…
Naast Matt Reeves, die ik als regisseur en scenarist volgens mij al aardig gelauwerd heb, ben ik ook wel benieuwd wie die mega-vette batmobiel heeft ontworpen. De auto schijnt namelijk speciaal voor de film gemaakt te zijn, en is dus niet een gepimpte Charger of Mustang. Er zijn vier versies voor de film gemaakt, en de scène – die mij die “Holy fuck” uit de intro van deze recensie liet typen – blijkt dus vrijwel zonder CGI gefilmd te zijn. Ik voelde letterlijk m’n ogen groter worden toen ik dat zojuist las…
Final credits
Als laatste nog wat over de muziek, want eigenlijk zette het gebruik van Nirvana’s Something in the Way (en een ietwat mysterieuze versie van Ave Maria) perfect de toon voor de rest van de film. Een nummer waaronder heel veel pijn lijkt te broeden, maar wat zichzelf vrij dwangmatig lijkt in te houden. Totdat het tijd is om uit te barsten…
Ja, ik werd erg blij van deze zeer duistere versie van het Batman-verhaal, dat toch wel aardig in contrast staat met de veel ‘slick-ere’ high-end Hollywoodproducties van Nolan. En ik zeg het niet vaak, maar nu de meer enigmatische Robert Pattinson de hoofdrol op zich heeft genomen voor iets wat wel degelijk franchisepotentie heeft, moet ik eerlijk toegeven: I’m excited..!