Windfall (2022)
Toen ik deze Netflix-film zondagavond tijdens het eten met een vriend op zette, waren m’n verwachtingen sowieso niet al te hoog. Had zin in een makkelijke film (vriend van me deelt mijn arthouse-liefde niet echt; hij heef het vaak over ‘Filmofiel-films’) die lekker wegkeek, en dat kregen we ook. Al probeert de regisseur Charlie McDowell best wel wat Hitchcockiaanse sferen op te roepen en bevat de film zeker een aantal interessante dialogen.
Maar richting het einde vroeg ik me al af: “Hoe gaat ie dit verhaal ooit bevredigend laten aflopen?” En ook al verraste het einde me zeker wel lichtelijk, ik bleef vooral zitten met een aantal vragen die bij een beter uitgedacht scenario minder in de weg zouden zitten. Oftewel: conceptueel leuk bedacht, in de uitvoering niet top. Iets wat overigens best logisch is, als je weet hoe deze film tot stand is gekomen…
Het verhaal
Een naamloze man (Jason – How I Met Your Mother, The End of the Tour – Segel) lijkt initieel heerlijk te genieten in z’n buitenverblijf in Ojai, Californië (dat ook behoorlijk op zo’n zonnig Grieks eiland lijkt), waar hij geniet van verse sinaasappels, al loungend aan het mooie zwembad. Even later blijkt hij daar echter helemaal niet thuis te horen, en wat blijkt: hij is aan het inbreken in deze prachtige villa.
Net als hij met z’n toch al aardige buit het huis wil verlaten, wordt ie echter verrast, doordat de rijke eigenaar/CEO (Jesse – The Power of the Dog, Judas and the Black Messiah – Plemons) met z’n jonge vrouw (Lily – Emily in Paris, Mank – Collins) binnenkomen. Dit levert een nogal ongemakkelijke stand off op, die door ‘Nobody’ (de karakters hebben dit soort archetypische namen) wordt ‘gewonnen’. Omdat hij natuurlijk niet direct opgepakt wil worden als hij het terrein verlaat, ontstaat er een soort onderhandeling, waarin Nobody initieel door de angstige CEO en z’n vrouw geholpen wordt. Dat levert een paar nog ongemakkelijkere situaties op, die uiteindelijk opgelost lijken. Zo lang ze de komende 24-36 uur maar samen weten door te komen.
Het plot verdikt echter behoorlijk, als ineens net zo onverwacht een nogal enthousiaste tuinman (Omar – McFarland, USA – Leyva) ten tonele verschijnt…
Vier acteurs, één plek, en één pandemie
Inderdaad, Windfall had ook zo een toneelstuk kunnen zijn geweest. Al had je dan wel dat prachtige landgoed gemist. Want wat een heerlijke zomerse vibe hangt er daardoor over de hele film heen. Een vibe die in het openingsshot echter al wordt gebroken met muziek die inderdaad graag aan Bernard Hermann (de componist van tal van Hitchcocks klassiekers) doet denken.
Maar dat een verhaal met een arrogante tech-CEO, rijk geworden met een algoritme waardoor bedrijven makkelijker kunnen ‘saneren’, zijn al dan niet ‘trophy wife‘ die haar eigen carrière voor hem opgaf en een letterlijke ‘Nobody’ wel wat interessante en zelfs maatschappijkritische dialogen op kan leveren, dat is vrij snel duidelijk. Dat karakters hierin echter een paar keer keuzes maken die helaas niet duidelijk genoeg onderbouwd en/of opgevolgd worden, dat ondermijnt de kracht van de film nogal stevig. Waardoor je zo’n film – als je niet al teveel oplet en ‘m dus bijvoorbeeld tijdens het eten op zet – wel makkelijk wegkijkt, maar die je naderhand ook weer net zo makkelijk mag vergeten. Waarbij ik me de nogal stevige kritieken van ongeveer de helft van het IMDb-publiek wel begrijp. Want als ik er echt serieuzer voor was gaan zitten, dan had ik waarschijnlijk wél gevallen over nogal wat keuzes…
Cast & crew
Ook al is het heerlijk om Jesse Plemons een keer zo’n arrogante klootzak te zien spelen. Heel anders dan z’n Oscargenomineerde rol in Jane Campions instant classic The Power of the Dog, maar ook niet zo zielig-creepy als z’n rol in bijvoorbeeld Game Night. Dat Jason Segel veel meer kan dan rollen in tv-series als How I Met Your Mother (en Freaks and Geeks!!!), dat wist ik door The End of the Tour allang, en dat liet hij ook al eerder zien in bijvoorbeeld Jeff, Who Lives at Home. Daarnaast speelde hij ook al in McDowells eerdere The Discovery. En om het ons-kent-ons-cirkeltje nog even tighter te maken: Lily Collins is een paar maanden na het opnemen van Windfall getrouwd met regisseur McDowell (ze waren dus al aan het daten tijdens de opnames; waarbij ik aanneem dat vader Phil Collins de muziek tijdens de bruiloft verzorgd heeft..?).
Met andere woorden: Windfall lijkt niet alleen een vriendenproject te zijn geweest, het is inderdaad ontstaan als soort van bezigheidstherapie tijdens de coronalockdown! Dus dat het allemaal wat experimenteel aanvoelt, en dat ook bijvoorbeeld Jason Segel een schrijfcredit krijgt, dat is best logisch. Al valt er dan wel ineens één vrij grote naam op de creditlijst op, die van mede-scenarist Andrew Kevin Walker. Walker schreef ooit het scenario van Se7en, 8MM en Sleepy Hollow, maar sinds die laatste film (in 1999) eigenlijk niet veel noemenswaardigs meer. Maar hij blijkt dus ook een vriend te zijn van McDowell en de derde gecrediteerde scenarist: Justin Lader.
Final credits
Ja, met de achtergrondkennis dat dit een soort pandemie-experimentje was, is Windfall zeker wel de moeite waard. Verwacht je echter een ‘gewone’ film – die normaliter vaak een jarenlange voorbereiding en rewrites doorlopen heeft – dan zou je wel eens bij dat publiek kunnen horen dat teleurgesteld wordt.
En er zijn zeker betere films, die onder vergelijkbare omstandigheden gemaakt zijn hoor (denk nu aan het in mijn ogen hilarische How It Ends, al is dat dus komedie, wat ‘m sowieso onvergelijkbaar maakt). Maar mocht je een keer anderhalf uur door willen brengen zonder dat je je echt in wilt spannen, dan is het helemaal niet erg om naar deze tête-a-tête-a-tête te kijken.
Inderdaad, als ik dit zo typ, dan kan ik me goed voorstellen dat je ‘m ook net zo makkelijk voorbij flipt op Netflix…