Amsterdam (2022)
Het rare/aparte aan deze nieuwe film van de maker van Three Kings, I Heart Huckabees, The Fighter, American Hustle en Silver Linings Playbook is niet dat hij wederom talloze topnamen heeft weten te strikken (Bale, Robbie, Washington, Rock, Taylor-Joy, Malek, Nivola, Riseborough, Schoenaerts, Shannon, Myers, Swift, Olyphant, Saldana en ene De Niro), maar dat eigenlijk geen enkele karakter echt geloofwaardig wordt, hoe hard vooral Bale en Robbie ook shinen. Daarom verwacht ik niet dat David O. Russells Amsterdam ook in zo goed als elke acteercategorie genomineerd gaat worden (zoals bij AH en SLP het geval was). Daarvoor lijkt het allemaal net iets te ‘kluchterig’ of zo, waardoor het uitgerekte verhaal mij niet genoeg greep. Ondanks dat het geopolitieke thema dat O. Russell voor het voetlicht wil brengen nog altijd gruwelijk belangrijk, maar inmiddels ook – ondanks onbekendheid bij de grote ‘massa’ – wat uitgekauwd is.
Nee, deze voelt beetje aan als this year’s The Monuments Man, als in: fantastisch vormgegeven, prachtig geschoten, met meer dan voldoende zelfverzekerdheid geacteerd, maar qua overall tone en lengte gewoon niet in balans. Mogelijk illustrerend: normaliter doe ik er alles aan om tijdens een film niet de zaal te hoeven verlaten voor een plaspauze, maar die beslissing nam ik halverwege deze film best makkelijk, helaas…
Het verhaal
Het verhaal van Amsterdam schiet nogal op en neer qua tijd en locatie. Wat in elk geval belangrijk is te weten, is dat Burt Berendsen (Christian Bale) ooit officier van een zwarte Amerikaanse legereenheid in de Eerste Wereldoorlog was, en daar bevriend raakte met Harold Woodman (John David Washington). Beiden raakten stevig gewond in een bos in de Ardennen (?), waarna ze in het ziekenhuis verpleegster Valerie (Margot Robbie) ontmoeten. En ondanks dat Harold en Valerie verliefdheidsgevoelens ontwikkelen, sluiten ze gedrieën een pact elkaar altijd te beschermen. Iets dat vrij snel een extra ‘laag’ krijgt, als Valerie de mannen meeneemt naar het Amsterdam uit 1918, waar ze wel iemand kent die een goed glazen oog kan leveren. Burt is één van zijn ogen namelijk verloren, dus hij neemt de hulp van MI6’s Paul Canterbury (Mike Myers) en CIA’s Henry Norcross (Michael Shannon) graag aan.
Vijftien jaar later blijkt Burt een aardig succesvolle dokterspraktijk te hebben op Park Avenue, New York. Hij helpt vooral oorlogsveteranen met (gezichts-)protheses, en organiseert het jaarlijkse veteranenbal. Ontzettend ongelukkig getrouwd met de rijke Beatrice Vandenheuvel (check die NLse roots van Andrea Riseboroughs karakter) hebben ze (schoon)papa’s zegen wel nodig, maar Burts ‘gemengde’ achtergrond (joods-katholiek) zorgt er ook voor dat z’n schoonouders hem best graag ooit zagen vertrekken naar de oorlog.
Ondertussen heeft Harold zich opgewerkt tot advocaat, maar als hij wordt ingehuurd door Liz Meekins (Taylor Swift) om de dood van haar vader – en generaal van de compagnie waaronder de mannen dienden in de oorlog – te onderzoeken, ontrafelt zich een plot dat overduidelijk nu nog net zo relevant is als toen…
Too ‘klucht-y‘?
En dat levert dus een plot op dat verwarrend en ingewikkeld ‘moet’ blijven tot ver richting het einde van de film. Maar ik werd als kijker dus niet echt meegevoerd – door het ontbreken van meespelend drama, I guess – waardoor die uiteindelijke ’twist’ (waar een geopolitiek inzicht achter zit waar iedereen eigenlijk dagelijks voor de straat op zou moeten om tegen te protesteren) eigenlijk totaal niet uit de verf komt. Ik was namelijk niet geïnteresseerd genoeg in wat er überhaupt zou gaan gebeuren, en volgens mij komt dat vooral door dat kluchtige in de manier van vertellen. Waardoor het verhaal qua gevoel wat verzandt in details. Terwijl ik dus ook wel wat teleurstelling voelde, want – spoiler alertje – ondanks dat 100% concreet wordt benoemd dat eigenlijk alle oorlogen enkel over geld gaan (iets dat misschien wel letterlijk zo oud is als de weg naar Rome) – einde spoiler alertje, is dat dus eigenlijk zó belangrijk, dat dit niet enkel in complotkringen zou moeten blijven circuleren…
Crew & cast
As usual gebruikt David O. Russell weer van die ‘relationele’, uitleggerige dialogen om het plot uiteen te zetten. Maar daar kon ik m’n gedachten dus niet voor de volle 134 minuten bij houden. Ondanks dus het enorme talent voor, maar zeker ook achter de camera. Denk aan D.O.P. Emmanuel – The Revenant, Birdman or (The Unexpected Virtue of Ignorance), Gravity – Lubezki, componist Daniel – Spider-Man: Into the Spider-Verse, The Trial of the Chicago 7 – Pemberton, editor Jay – A Star is Born, Into the Wild – Cassidy en kostuumontwerper Albert – Sophie’s Choice, Bugsy – Wolsky. Maar waar O. Russells normaliter fictieve verhalen, gezet in zeer bekende tijdsbeelden, vaak met wat licht-absurdistische humor juist je aandacht weten te trekken, zorgt het ‘kluchterige’ er hier dus meer voor, dat het echt wel waargebeurde deel van de film nu bijna als ‘Tarantino-geschiedsvernacherij’ overkomt, wat volgens mij juist níet de bedoeling had moeten zijn…
Overigens niets ten nadele van de acteurs hoor, want die vertrouwen zo’n topregisseur logischerwijs blind. Vooral Bale mag zich weer heerlijk ‘verliezen’ in een typetje. Robbie’s Valerie voelt beetje té geïnspireerd op hedendaagse (witte) meiden die hun privileges afschudden om de wereld te gaan redden; zeker interessant als karakter hoor, maar niet echt bevredigend uitgewerkt. Washington is nog niet zo opvallend begenadigd als z’n beroemdere vader (Denzel), maar hij houdt zich ogenschijnlijk moeiteloos staande. En dan kan ik iedereen in de film wel gaan benoemen, maar wat vooral opvalt: de film bevat een paar karakters (of koppeltjes van karakters) dat zo een hele film had kunnen dragen. Malek en Taylor-Joy’s karakters zouden zo in een Agatha Christie-achtige misdaadserie kunnen opdraven, terwijl het duo Schoenaerts-Nivola een nogal archetypische good cop/bad cop neerzetten. Shannon en Myers gaan aardig richting ‘the top‘, maar het viel me vooral op hoe Myers (a.k.a. Wayne/Austin Powers) daar nu eens niet overheen gaat. Ondanks dat het vrij moeilijk is om hem überhaupt ergens ooit serieus in te zien…
Final credits
En ja, daar zit m’n grootste ‘probleem’ met deze film, die natuurlijk door de production value en het aanwezige talent echt wel een moeite waard is. David O. Russell wil zeker interessante dingen zeggen, maar lijkt hier niet de juiste toon voor gevonden te hebben. Nu past het ergens ook wel weer, dat zo’n verhaal – over zulke machtige, ‘echt bestaande’ personen/organisaties – ook een bepaalde vorm moest kiezen om niet de toorn van deze zelfde machthebbers (die ook in Hollywood ‘geïnfiltreerd’ zullen zijn) over zich af te roepen, maar daardoor packs deze film dus ook niet echt een punch. En dan voelt die letterlijke hoofdboodschap, over de hard nodige menselijke maat en/of beschaving, ergens misschien wel wat cynisch aan. Want natuurlijk maakt O. Russell vergelijkingen met de opkomende macht van fascistische populisten in onze tijd, gekoppeld aan een wel degelijk (met mij) gedeeld wantrouwen tegen super-machtige niet-gouvernementele organisaties (lees: “grote bedrijven”), maar zoals ik al zei: de impact is niet echt groot…
Mogelijk tekenend voor het ‘verwarrende’ aan de film: why the fuck heet ie Amsterdam? Ik kan echt wel links leggen tussen de cynische thematiek en een mogelijke oorsprong (of in elk geval versterking) in/door het 17e-eeuwse Amsterdam, of hoe de naam van onze hoofdstad staat voor de ‘vrijheid’ die buitenlanders nog altijd aan ons land willen koppelen (iets dat tien jaar geleden mogelijk ook nog onze grootste kracht was), maar dan ben ik volgens mij veel te veel aan het ‘zoeken’…