Triangle of Sadness (2022)
Wat een geweldig ‘maatschappijfileerder’ is Ruben – Turist, The Square – Östlund..! Qua scherpte in het opzichtig neersabelen van decadentie in de westerse beschaving lijkt er momenteel geen filmmaker scherper. Waar hij zich in The Square nog primair richtte op de hypocrisie in de kunstwereld, daar ontkomt in Triangle of Sadness vrijwel niemand (met veel geld) aan Östlunds fileermes. Dat hij daarbij mijn – voor vooral westerlingen – meest verontrustende toekomstbeeld zo goed als letterlijk in onze gezichten gooit, dat maakt dit sowieso tot één van mijn favorieten van 2022. En dan durft ie ‘m nóg gewaagder te eindigen dan ik verwachtte…
Het verhaal
Carl (Harris – Where the Crawdads Sing, See How They Run – Dickinson) begint al wat ‘oud’ te worden voor zijn ooit succesvolle modellencarrière, maar samen met z’n vriendin en model Yaya (Charlbi – Don’t Sleep, Black Lightning (tv) – Dean) weten ze een relaxed leventje te leiden als influencer en fotograaf. En al zijn hun dialogen zeker niet enkel liefdevol, na een korte introductie van het stel komen we hen ineens tegen op een megaluxe jacht, waar ze tussen de rijksten der aarde genieten van ontzettend veel luxe en zeer veel en zeer onderdanig personeel.
Zo ontmoeten ze een schattig oud stelletje, dat toch iets minder schattig blijkt als we erachter komen waar hun familiebedrijf succesvol mee geworden is. Een nerderige app-softwarebouwer probeert op een gegeven moment wat aandacht van Yaya te krijgen, iets dat met veel plezier wordt gadegeslagen door Carl en de über-kapitalistische Rus Dimitry (Zlatko – Pusher, 2012 – Buric). Als even later de ogenschijnlijk weinig capabele kapitein Thomas (Woody Harrelson) tijdens het kapiteinsdiner ontdekt dat zo’n groots diner tijdens een storm op zee niet zo’n goed idee is, zijn het echter Thomas en Dimitry die als laatste ‘rechtop’ blijven. Dat komt echter meer door de alcohol dan door eventuele zeebenen.
Maar als ze op het hoogtepunt van hun drinkgelag de nog niet out gegane passagiers via de intercom de stuipen op het lijf weten te jagen, blijkt die storm niet het ergste dat hen die avond zal overkomen. En dan zitten we pas aan het eind van twee van de drie hoofdstukken van de film…
Power battles galore
Triangle of Sadness zit niet alleen zó vol met geweldige citaten dat hier een flink deel van de aftiteling over gaat (Noah Chomsky komt veelvuldig voorbij), maar ook met meerdere machtsstrijden. De ‘leukste’ is die tussen de dronken Dimitry en The Captain (zoals Woody’s karakter op IMDb vermeld wordt), waarin de kapitein als Amerikaanse (luxe) socialist verbaal de strijd aangaat met that Russian capitalist pig, die er ook gruwelijk trots op is dat hij rijk is geworden door poep te verkopen. Scherper wordt het als je ziet hoe het onderdanige personeel op een The Wolf of Wall Street-achtige manier wordt opgezweept om alleen maar te denken aan die eventuele fooi aan het eind van de trip. En de strijd tussen Carl en Yaya blijft de hele film voelbaar en interessant. Maar de scherpste battle voltrekt zich in het derde, finale deel van de film, met een conclusie waardoor ik bijna de neiging voelde naar het scherm te schreeuwen.
Crew & cast
En in die strijd zie we wederom Östlunds geweldige talent voor het tonen van wat er onder dat flinterdunne laagje beschaving ligt te stinken. Denk aan hoe die vader van dat gezin in Force Majeure (a.k.a. Turist) reageerde op een eventuele lawine (hij laat dirèct z’n gezin in de steek), om zich na afloop totaal niet bewust te zijn van wat ie dus zojuist toonde (dat hij er dus never nooit niet voor z’n gezin zal zijn als het écht moeilijk wordt). Hier gaat Östlund vooral daarin een stuk verder, en dat levert net zo goed tenenkrommende, heerlijk hilarische als awe inspiring scherpe scènes op. En dat hij dan ook nog toont dat ‘wij westerlingen’ in echte noodsituaties waarschijnlijk zo goed als niets meer kunnen, dat deed mij dus denken aan mijn meest cynische toekomstvisie…
Toen ik zojuist iets opzocht over de grotendeels redelijk onbekende hoofdrolspelers (alleen Harrelson is écht bekend), toen schrok ik behoorlijk. Charlbi Dean, die Yaya speelt, is namelijk afgelopen augustus gestorven aan bloedvergiftiging (net drie maanden nadat deze film de Gouden Palm (!!) won in Cannes). Toen ik dat las schoot er overigens direct een opmerking van Yaya door m’n hoofd, en dat veroorzaakte ook ergens een lomp cynische ondertoon. Zal er verder niet op ingaan, maar het trekt de thematiek van de film wel een beetje door de vierde muur onze werkelijkheid in…
Dickinson draagt het verhaal ogenschijnlijk moeiteloos, al verdient vooral Dolly De Leon veel credits. Ik dacht even dat ik haar herkende uit Alfonso Cuaróns Roma, maar De Leon blijkt een Filipijnse actrice waar ik nooit eerder iets van gezien heb. Meende eerder ook nog het zusje van Kate Bosworth te herkennen in Alicia Eriksson, maar mogelijk was m’n ‘herkenningsradar’ wat stuk afgelopen zondag tijdens een voorpremière van de film. De kater van onze WK-uitschakeling had schijnbaar meer invloed dan enkel denken dat de filmtitel wel goed bij die teleurstelling paste. Een titel die ik overigens nog niet geheel weet te duiden…
Final credits
“The perfect comedy for our times“, prijkt hiernaast groots en volledig terecht op de poster. Ik ben het niet zo heel vaak eens met filmmarketeers (ik had de behoorlijk spoilende trailer vooraf gelukkig ook niet gezien), maar in deze quote van TimeOut kan ik me goed vinden.
Verder is de film dus messcherp, ook in het analyseren waar onze rijkdom vandaan komt, en hoe fucking fake die eigenlijk is. Al gniffel ik ook wel weer bij de waarschijnlijk onstuitbare drang die ene Thierrisov Baudetski zal voelen om onbeschaamd “Oikofobie..!” te roepen richting makers…