Armageddon Time (2022)
Qua ‘vader-trots-thematiek’ perfect passend bij Weird: The Al Yankovic Story (die ik net hiervoor zag), maar verder is de enige overeenkomst dat beide films zich in de Verenigde Staten afspelen. Armageddon Time is namelijk het semi-autobiografische verhaal van regisseur James – Two Lovers, The Immigrant, Ad Astra – Gray, waarin we leren hoe hij als roodharig Joods jochie opgroeide in Queens, New York, begin jaren 80 van de vorige eeuw.
Mooi grijs over de gradatie van ‘pech’ onder niet-geprivilegieerden, waarbij het stuitend blijft hoe onbeschaamd racistisch men toentertijd (nog) was. En dan is de aanwezigheid van papa Fred en zus Maryanne Trump waarschijnlijk niet toevallig…
Het verhaal
Paul Graff (Banks – The Devil All the Time, Lovecraft Country (tv) – Repeta) zit nog op een openbare school in Queens, terwijl z’n oudere broer Ted (Ryan Sell) door hun rijke grootouders al naar een privéschool is gestuurd. Dat Paul bevriend is met de zwarte Johnny (Jaylin – Till – Webb) weten z’n ouders nog eens niet, maar gezien hun reactie op andere zwarte kinderen die slechts in de buurt van hun huis komen, lijkt het ook maar beter dat ie dit niet tegen hen vertelt. En dat zijn dan dus de ‘gewone’ mensen, die zich totaal niet bewust zijn van hun racistische houding in dezen.
Waar wij als kijkers al snel door hebben hoe Johnny op school veel harder gestraft wordt voor dezelfde strapatsen als die Paul uithaalt, komt Paul slechts langzaam achter dat onderscheid. Bijvoorbeeld als z’n opa Aaron (Anthony Hopkins) hem vertelt waarom zijn Joodse familie alles doet om te overleven, en de oneerlijke samenleving daarom ook zoveel mogelijk voor eigen gewin gebruikt. Maar ook dat Paul een ‘Mensch’ moet zijn als hij ziet hoe anderen worden gediscrimineerd; iets dat voor de schuchtere/ontluikende Paul best lastig is. Zeker ook omdat hij liever tekent en droomt dan sport en studeert, waardoor hij voor de jocks ook een aardig makkelijk doelwit is.
Als de boys echter weer in de problemen komen, besluit de familie om ook Paul naar die privéschool te sturen. Een school waar die NYse vastgoedmagnaat (John – Miami Vice (tv) – Diehl), wiens zoon zo’n 35 jaar later dus president zal worden, Paul al snel weet te ontfutselen dat z’n achternaam oorspronkelijk helemaal niet “Graff” is, maar “Greizerstein”.
Grijze dynamiek
Gray heeft de film waarschijnlijk bewust gezet aan de vooravond van de vooraf ongelooflijk geachte verkiezing van Ronald Reagan tot president. En daarin voel je gelijk de ‘grijze’ dynamiek die door de hele film verweven zit. Want waar de gehele familie thuis zit te gruwelen bij de gedachte dat deze voormalige acteur president kan worden, sturen ze hun kinderen wel vol overgave naar een privéschool, waar deze Reagan juist als een held wordt gezien. Als in: om vooruit te kunnen in het leven, dien je je toch maar ‘aan te sluiten’ bij mensen waar je het ideologisch eigenlijk niet mee eens bent?
Maar dat grijze zit ook in de manier waarop Paul door z’n vader (Jeremy – Succession (tv), The Big Short – Strong) wordt opgevoed. Soms door klappen met z’n riem, om z’n eigen onvermogen tot het doordringen tot z’n zoon te tonen, terwijl hij later in een mooi kwetsbaar moment juist wel goede raad weet te geven. En dat ‘niet kwetsbaar willen/durven zijn naar je kinderen’ is een thema waar ik me persoonlijk de laatste tijd ook steeds meer over bevraag.
Cast & crew
In de eerste shots waarin Banks Repeta als Paul verschijnt, twijfelde ik kort even over z’n gender. Maar daardoor – zeker door de tijd waarin de film gezet is – voelde ik ook meteen al wat ‘bezorgdheid’, juist ook door de combinatie met z’n onzekerheid. Maar uiteindelijk werkt dat wel, want daardoor ging ik ook graag met hem en z’n coming-of-age mee. Verder is Hopkins wederom erg goed in zo’n rol als fragieler wordende opa (denk The Father) en is de onmacht ook goed van Jeremy Strongs gezicht af te lezen. Maar degene die mij mogelijk het meest verraste was Anne Hathaway, die Pauls moeder speelt. Iets dat ze behoorlijk ‘rauw’ en kwetsbaar doet, en zonder één greintje ‘stardom‘.
Ik weet niet of het komt doordat ik vroeger ook prachtige gesprekken had met m’n opa (alhoewel: hij praatte, ik luisterde vooral), maar ik kon goed meegaan in hoe die gesprekken die Gray toont hem waarschijnlijk stevig gevormd hebben. Want ook al voelde de film initieel een beetje als een tussendoortje aan, hoe meer ik erover nadenk, des te meer subtiliteiten weer terugkomen. En dan vooral van die blikken en acties van volwassenen, die daarmee eigenlijk vooral hun eigen onvermogen en/of dealen met de wereld tonen.
Final credits
En dat zijn zaken waar je ook net zo makkelijk overheen kijkt, als je niet in de mood bent, of net iets minder oplet. Zou dat ook de reden zijn, dat er halverwege ineens een cameo van een actrice in zit, die afgelopen jaar nog een Oscar won? Dat je kort even geshockt wordt om toch wel degelijk beter op te letten..?
Hoe het ook zij: Armageddon Time – een titel afkomstig van het meermalig in de film terugkomende Clash-nummer Armagideon Time, al gebruikte Reagan het toentertijd ook (beetje eng vergelijkbaar met George W. Bush zo’n 20-25 jaar later) – is zeker wel de moeite waard. Al is de film dus ook weer zó subtiel, dat je niet echt zwaar onder de indruk de zaal zult verlaten.
Althans: dat was bij mij ’t geval…