Empire of Light (2022)
Na een paar stevige uitstapjes (Skyfall, Spectre en 1917) is Sam Mendes ’terug’ in het meer subtiele werk. En dan is dat nog een behoorlijk eufemisme, want hoe in Empire of Light vrijwel alle karakters afzonderlijk een subtiliteit tonen waarvoor “Bond, James B.” misschien wel drie of vier films nodig heeft, dat maakt van dit vrij rustige drama een soms wat onzichtbaar pareltje. Met Olivia – The Lost Daughter, The Favourite – Colman die wederom een prijswinnende prestatie neerzet – ze mag behoorlijk ‘breed’ uitpakken, en móet ook wel op de Oscar-shortlist gestaan hebben – maar ook een erg ‘klein-goede’ Toby Jones, plus een mij totaal onbekende Michael Ward.
Yes, en niet enkel die directe link met Hal Ashby’s Being There maakt van Empire of Light een hommage aan cinema…
Het verhaal
Dat bioscoopmedewerker Hilary (Colman) niet helemaal happy is, dat voelen we in de eerste scènes direct al duidelijk. Haar leven – gezet rond 1980 – draait eigenlijk volledig om haar baantje als assistent-manager, al voelt ze zich ook af en toe ongemakkelijk tijdens een lokale dansavond en zien we haar regelmatig ook haar huisarts bezoeken. Langzaam wordt duidelijk dat Hilary iets aan het verwerken lijkt. Dat ze daarom ook maar wat graag vlucht in bijna puberaal ontluikende verliefdheidsgevoelens voor haar nieuwe collega Stephen (Ward), dat voelt dan ook best logisch en/of hoopvol…
Stephen heeft in deze tijd van Thatcher en skinheads echter heel wat meer aan z’n hoofd, want of zijn zwarte uiterlijk ervoor zorgt dat ie maar niet wordt aangenomen bij die architectuuropleiding, dat blijft wat in het midden. Maar dat hij overal op straat wordt lastiggevallen door mentally challenged kaalhoofdigen, dat doet pijn aan ogen én oren.
En daar is ook nog de ongelukkig getrouwde bioscoopmanager Donald (Colin Firth), die vooral bezig is het met het (sociale) imago van de bioscoop (en onderhuids ook toxisch patriarchaal is), en filmoperator Norman (Jones), die natuurlijk ook een stuk genuanceerder blijkt als we hem eenmaal beter leren kennen. En oh ja: Hilary’s regelmatigheid blijkt ook steeds duidelijker iets van een noodzaak te hebben…
Kwetsbaar ‘klein’ + hommage
Het kan niet anders dan dat Mendes na zijn 007-uitstapjes letterlijk gedacht heeft: “Okay, nu wil ik weer een heel klein menselijk verhaal vertellen, waarvan het plot in één vrij suf klinkende zin kan worden samengevat, maar waarmee ik dus weer eens kan laten zien hoe juist in die kleinheid een kwetsbaarheid schuilgaat waarin misschien wel iedereen zich kan herkennen!“, of iets dergelijks. Dat is namelijk wat hij doet met Empire of Light, waarin hij dus thematisch/’redemptief’ een letterlijke link legt met die prachtige Hal Ashby-film met Peter Sellers (Being There). Ergens had de film ook wel bij het einde van die vertoning mogen eindigen, al is de hoop uit het ‘eindgedicht’ ook wel weer erg mooi als afsluiter. Plus: nu wordt niet alleen Hilary’s verhaal mooi afgerond, maar dat van Stephen ook.
Daarnaast is Empire of Light bijna logischerwijs ook een enorme liefdesuiting aan cinema (en bioscopen). Volgens mij kun je een halve filmquiz vullen op basis van de vele filmcredits op de aftiteling. Denk Cinema Paradiso meets Berberian Sound Studio, maar dan gezet in het snoeihardere Thatcher-klimaat aan het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw…
Cast & crew
Colman blijft maar op dat topniveau bivakkeren, damn! Nadat ze in The Lost Daughter haar wanhoop nog wat nuanceerde in grijze herinneringen, is ze hier prachtig kwetsbaar in een rol die hoop, lust, wanhoop, pijn, liefde, berusting en uiteinde-/hopelijk leven combineert. Toch knap dat ze dus toch weer iets ‘nieuws’ laat zien. En waar Toby Jones eerst een veel te ‘grote’ acteur leek voor dat bijrolletje als operator, schopte hij me ook ineens vrij verfijntjes onderuit als een ogenschijnlijke loser die toch wel een mooi eigen verhaaltje heeft. Ward kende ik nog helemaal niet, en ik twijfel nog een beetje of ik hem nou echt goed vond, of dat ik zoveel bij hem voelde omdat hij zoveel onrecht ondergaat in de film. Ik glimlach overigens wel als ik terugdenk aan de grappige drollerigheid van het Neil-karakter, gespeeld door Tom Brooke. Deze Brooke heeft een nogal ‘uitgesproken uiterlijk’, so to speak, iets dat hem misschien wel vrij eenvoudig een rolletje in (twee afleveringen van) Game of Thrones (tv) opleverde ooit? Als laatste cast-lid wil ik Colin Firth nog kort bespreken. Oscarwinnaar uit The King’s Speech en -genomineerde uit A Single Man speelt hij hier het archetype van de foute patriarchale baas uit die tijd best goed. Al is dit natuurlijk ook een rol die de laatste jaren extra (nuance-)lagen heeft gekregen in het #metoo– en verdere-gelijkheidsstreven (als in: vijftien jaar geleden zou zijn rol veel ‘normaler’ zijn geweest), waardoor hij ook vrij eenvoudig een duidelijke klootzak neerzet…
Naast alle eer voor Mendes, die hierboven al genoeg doorgesijpeld is, is Empire of Light overigens niet geheel overgeslagen door The Academy: director of photography Roger Deakins, ook Mendes’ cameraman bij onder andere 1917, Skyfall en Revolutionary Road, werd genomineerd voor z’n zeer mooie beelden (hij won overigens eerder voor 1917 én voor Blade Runner 2049). Al ging de cinematografie-Oscar dit jaar naar Im Westen nichts Neues…
Final credits
Yes, mooie kleine film, die vooral film- en dramaliefhebbers zal bekoren. Ben je fan van Mendes geworden door z’n Bondfilms, dan biedt dit een mooie kijk in waar hij écht goed in is. Maar verwacht je iets van die blockbuster-dynamiek, dan zit je bij Empire of Light volledig verkeerd. Deze film kijk je net zo goed met je familie tijdens een Paas-, Kerst- of Pinksterdiner, als dat je hier een date die van écht goede films houdt mee kunt verrassen.
Oftewel: een goed doordacht, uitgevoerd en sociaal-geëngageerd drama dat de kracht van één van onze grootste actrices van dit moment prachtig etaleert.