Self Reliance (2023 – SXSW-viewing)
Deze regiedebuutfilm van acteur Jake – New Girl (tv), Drinking Buddies, Spider-Man: Across the Spider-Verse – Johnson is vooral gewoon een erg leuke, ‘fijne’ American indie, zonder grote onderwerpen te schuwen, maar ook nooit vergetend dat het vooral als (tragi)komedie bedoeld is. Met talloze creatieve vondsten, leuke cameo’s en een gegeven dat goed ‘verwarrend’ en (licht-)scherp-absurdistisch wordt neergezet. Ergens zou het zo een remake van een (onbekende) Franse film kunnen zijn geweest (juist vanwege het type humor), maar dan één die wel goed geslaagd is. Beetje zoals CODA haar Franse origineel overtrof, al is dat wel een totaal ander genre.
En mogelijk wel een film die het white man urgency problem net zo goed gebruikt als lichtelijk becommentarieert…
Het verhaal
Tommy (Johnson zelf) leeft een beetje eenzelfde routineuze leven als Stranger Than Fictions Harold Crick, al komen we er al snel achter dat hier ook wel iets depressiefs en/of lethargisch achter zit. Maar dat wat uitzichtloze leven krijgt een potentieel snoeiharde boost als Andy Samberg het raampje van een limousine opendraait en de voorbijlopende Tommy uitnodigt voor een wel erg apart ritje. Samberg (die gewoon zichzelf speelt) vertelt hem namelijk over een internationale underground reality show, waarbij deelnemers worden achtervolgd door moordenaars, maar mochten ze het 30 dagen overleven, dan ontvangen ze een miljoen dollar.
Zeker als Tommy een maas in de regels ontdekt, weet ie zeker dat ie kan gaan winnen. De moordenaars mogen namelijk niets ondernemen als Tommy in de nabijheid van iemand anders is. En dan is ie wel al jaren vrijgezel – het verhaallijntje met z’n ex heeft natuurlijk ergens wel een functie – zijn relatie met z’n moeder en zussen zal toch wel zo goed zijn, dat hij een maandje in hun aanwezigheid mag verblijven..?
Iets dat misschien best zou mogen, maar dan moeten de mensen in z’n omgeving het rare verhaal van Tommy natuurlijk wel gelóven. Dat doen ze namelijk niet – zou jij het doen, als een vriend van je met zo’n verhaal (en zonder fysiek bewijs) zou komen aanzetten? – waardoor Tommy ineens erg paranoïde wordt. Waarbij het leuke aan de film is: als kijker weet je op een gegeven moment ook niet 100% zeker meer wat er nou allemaal klopt aan Tommy’s verhaal…
Out of the pandemic-absurdisme
Zoals je aan de titel van deze post al kon zien: ik zag deze film op het South By South West-festival in Austin, Texas op 11 maart jongstleden. Self Reliance was zelfs de eerste van vijf wereldpremières die ik daar bij mocht wonen, waarbij ik bij deze dus het hardst glimlachte bij ieder applaus dat losbarstte als er wéér een bekende kop voorbij kwam op het scherm (waarvan de meesten dus ook aanwezig bleken in de zaal). Daarbij werd de film ook ingekaderd in gesprekken met zowel Johnson als acteurs als Anna Kendrick en producenten als Jorma – The Lonely Island – Taccoma. En om de ‘speelsheid’ van de film te duiden: productiemaatschappij The Loney Island (een Saturday Night Live-‘afstammeling’ van Andy Samberg, Taccoma en Akiva Schaffer) verscheen aan het begin van de film met een keihard van SONY PICTURES CLASSICS gejat logo, met hun LONELY ISLAND PICTURES CLASSICS. Exact een grap die het in zo’n zaal met allemaal filmnerds en -professionals natuurlijk erg goed doet.
De productie kenmerkte zich schijnbaar door zo’n “Hè hè, we mogen weer!“-gevoel, en dat voel je wel. De film is namelijk deels opgenomen tijdens de pandemie, in Los Angeles, en met een duidelijke indie-insteek, waardoor ik de link met How It Ends nog duidelijker voelde. Maar waar die film het vooral van de losse sketches/scènes moest hebben, raakt Self Reliance toch wel aardig wat thema’s die menig volwassene zal voelen, verwacht ik. Zoals het vinden van betekenis in een wereld waarin de waarde van gemeenschap steeds verder afbrokkelt? En daarin ‘lijdt’ de film ook een beetje aan het ‘white man urgency problem‘. Dit is iets dat ik onlangs ook voelde tijdens een cabaretshow, waarin de cabaretier zich bevroeg waarom hij maar overal grapjes over móest maken. In mijn hoofd was het snelle (en mogelijk te makkelijke) antwoord: “Nou, misschien omdat je als witte man wel te weinig hebt om echt voor te moeten vechten, want de hele wereld is voor jouw genot ingericht? Dus mogelijk dat je met wat luxe hagel schiet om hopelijk ergens iets substantieels te raken?” In een cynische bui zou ik dus ook kunnen stellen, dat het onderwerp van de film nogal vergezocht is. En het ‘dubbele’ hieraan: ik zou zo’n zelfde cynisme ook op mijn eigen drijfveren om ‘iets’ te maken kunnen projecteren…
Crew & cast
Haha, laat ik terug gaan naar de film. Doordat ik dus meerdere talks met Johnson heb bijgewoond, was al vrij snel duidelijk dat hij z’n ruime ervaring als acteur op diverse sets meegenomen heeft. Hij vertelde iets over hoe iedereen in de crew een eigen specialiteit heeft, maar dat dit door sommige regisseurs wel eens over het hoofd wordt gezien (omdat ze denken zelf als beter te weten, of juist te onzeker zijn om iets van verantwoordelijkheden over te laten aan anderen?). En waar hij dus wel eens ervaren had hoe zo’n regisseur zichzelf dan in de weg kan zitten, juist omdat hij/zij de baas is, daar kon hij nu zelf bepalen wie waarvoor verantwoordelijk was, en aan wie hij dus ook bepaalde taken over kon laten. En misschien is dat bij het debuteren met een komedie ook wel slim, want velen onderschatten vaak hoe lastig het maken van een ‘lachfilm’ is (juist omdat humor veel ‘persoonlijker’ is dan bijvoorbeeld spectaculaire actie).
Johnson heeft wel exact de juiste uitstraling voor de hoofdrol: je ziet z’n potentie, maar – en nu projecteer ik mogelijk wederom wat dramatisch – ook hoe hij z’n leven maar wat voorbij laat gaan, zonder enig ‘eigenaarschap’ of zo. Dat is logischerwijs een thema dat ik als witte man misschien ook wel ook té goed meevoel, en Johnsons uiterlijk past hier wel perfect bij. Kendrick is en blijft die schattige vrouw die echt wel een katje kán zijn, maar echt verrassend is ze hier ook weer niet (wat voor haar rol overigens ook niet hoeft). En verder lijkt het acteren ook minder belangrijk dan de typetjes, zoals de moeder die zich meer zorgen maakt dan de ongeduldige zus, maar mogelijk dat daar ergens ook wel weer een compliment voor Johnson als regisseur in zit: het voelt allemaal vrij naturel, en soms misschien wel té herkenbaar. Opvallender zijn de bijrollen voor Gata (uit het geweldige Dave (tv); zie still hierboven), Biff Wiff en Christopher – Back to the Future (!!) – Lloyd. Over die laatste zal ik verder niets vertellen, maar Wiff – die hier als ingehuurde zwerver tijdelijk Tommy’s loophole speelt – zat bijvoorbeeld ook in die film die een jaar eerder op het SXSW-podium succesvol was (en die daarna 7 Oscars ging winnen!).
Final credits
Ja, doordat je als kijker ook wat blijft twijfelen, blijft de film ook gewoon de volledige anderhalf uur boeien. En nee, niet alles in het verhaal ‘klopt’ 100%, maar dat is het mooie aan een kunstvorm als film: het hoeft niet allemaal te kloppen hè, en/of te voldoen aan opgelegde regels…
Daarnaast zal het heerlijk absurdistisch gegeven ook bij anderen wel wat familieperikel-pijnlichaampjes triggeren, en dat werkt natuurlijk wel betrokkenheidsbevorderend. Al blijft de film ook gewoon heerlijk losjes hoor. Beetje zoals je met Johnson volgens mij ook best goede, diepe gesprekken kunt voeren, maar ook hij lijkt die drang te hebben om het serieuze af en toe graag weg te lachen. En ja, daar zit wel iets van luxe en/of privilege achter…