The Flash (2023)
Vier dagen na het zien van deze DC-versie van Marvels Spider–Verse-animaties glimlach ik vooral nog om de leuke inside jokes die erin zitten, en die waarschijnlijk enkel leuk zijn voor filmnerds als ik. Want ja, er zitten best een paar gave tijdreis-/multiverse-vondsten in het scenario, maar daarvan zaten de meeste al (en veelal ‘beter’) in die twee Spidey-films. Waardoor ik dus wederom concludeer dat DC een beetje de Aldi-versie lijkt van Marvels Albert Heijn.
Al moest ik wel heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel even aan iets behoorlijk cools denken, maar dat was waarschijnlijk vooral projectie mijnerzijds, want zo’n ‘moeilijk’ (en daarmee risicovol) thema durft zo’n hyper-commerciële film natuurlijk nooit te verkennen…
Het verhaal
Barry Allen, a.k.a. The Flash (Ezra Miller) ontdekt in een pissige bui dat hij nóg harder kan rennen dan hij al wist. Zó hard zelfs, dat hij sneller dan het licht rent, en daarmee een soort bubbel in de zogenaamde Speed Force creëert. Hierin blijkt hij dat hij naar een zeer specifiek punt terug in de tijd te kunnen springen, iets dat hij enthousiast meldt aan dat mede-getraumatiseerde-kind-turned-superheld Bruce Wayne (Ben Affleck), die dat jeugdtrauma via alter-ego Batman stevig uitbuit. Bruce vindt het dan ook geen goed plan als Barry voorstelt om terug in de tijd te gaan om hun beide ouders te redden. Barry’s vader (Ron Livingston) staat namelijk (nu pas?) aan de vooravond van de rechtszaak voor de moord op Barry’s moeder (Maribel – Pan’s Labyrinth, Y tu mamá también – Verdú), waarvoor hij waarschijnlijk de bak in zal gaan, waardoor Barry dus écht alleen zal achterblijven.
The Flash was echter een best korte film geworden als Barry niet had besloten om dus TOCH WEL terug in de tijd te gaan. Maar daarbij gaat het natuurlijk onbedoeld ‘mis’. Hoe en wat precies, dat wordt ons niet direct duidelijk, maar dat dat monsterachtige karakter – dat hem uit z’n Speed Force bubbel beukt – later nog terug zal komen, dat blijft natuurlijk continu in je achterhoofd zweven. Wie is die ogenschijnlijke bad guy, en waarom viel die hem überhaupt aan?
Ondertussen denkt Barry kort dat alles wél goed is gegaan, totdat hij erachter komt dat Affleck is vervangen door Michael Keaton, en de meeste overige leden van de Justice League (nog) niet bestaan. Met andere woorden: hij is in een vergelijkbaar maar parallel universum terechtgekomen, waardoor niet alleen zo’n beetje alle DC-franchises voorbijkomen, maar er dus ook een paar filmnerd-‘grapjes’ in het script geschreven konden worden…
Whoopsy-‘shit-Marvel-already-did-all-of-that?’-daisy
Ja, de overeenkomsten met het samenkomen van alle Spider-Man-franchises in Spider-Man: No Way Home en het multiversum uit de Spider-Verse-films zijn bijna verdacht groot. Niet alleen het bij elkaar brengen van zo’n beetje elke Batman die je kent (ja, met CGI kan héél veel), maar ook de manier waarop ze het multiversum inzetten (en de daaruit ontstane slechteriken), dat is gewoon bijna een kopie van die Spider-Man-films. Waar The Flash zich dan negatief in onderscheid, is dat je bijvoorbeeld vooral Barry’s moeder in een flashback gewoon volledig ‘kaal’ een zeer wijze raad hoort bezigen. Volleerd filmkijkers weten dan: “Okay, dit is het thema van de film, want anders was het hier niet zo bruusk in gegooid!” In een ‘betere’ film zouden ze eenvoudig maximaal anderhalve minuut genomen hebben om die wijze raad iets meer context te geven, zodat ie wat minder opzichtig geponeerd wordt. En daarin ‘voel’ ik dus een beetje dat de studio/makers ons als kijkers net iets minder serieus neemt (en dat voelt niet fijn).
De leuke kant van dit kopieergedrag zijn die filmnerdgrapjes. Zodat je ineens – spoiler alertje – Nicolas Cage met zo’n latexpakje met grote “S” voorbij ziet komen. Cage zou namelijk ooit Clark Kent gaan spelen in Tim Burtons Superman Lives (ergens rond 1998), maar die film is er nooit gekomen. Daarnaast is in het universum waar The Flash zich grotendeels afspeelt Eric Stoltz nooit ontslagen van z’n rol als Marty McFly (en daarna vervangen door Michael J. Fox, zoals in ‘ons universum’) in Back to the Future – einde spoiler alertje –. Ook maken ze een grap over ‘hun’ versie van Top Gun, waaruit direct ook blijkt dat mijn grootste kritiek op Top Gun: Maverick gedeeld wordt door de makers van The Flash.
Crew & cast
En tussen die makers viel me direct de naam “Musschietti” op, die vrij snel achter elkaar twee maal getoond werd. Zus Barbara produceert namelijk al jaren de films van de regisserende Andy, die ooit doorbraak met z’n Spaanse kortfilm Mamá, die hij daarna als lange speelfilm mocht ‘namaken’ in Hollywood. Die heb ik nooit gezien, maar waarschijnlijk was men daar best tevreden over, want hij regisseerde daarna dus de It-remakes It en It Chapter Two. Kijken we naar de vier personen die een schrijfcredit krijgen voor The Flash, dan zie je ineens een schrijversduo dat inderdaad eerder één van de Spider-Man-films schreef (Homecoming): John Francis Daley en Jonathan Goldstein. Recentelijk schreven ze nog Dungeons & Dragons, en eerder ook Horrible Bosses (1 & 2) en zo’n National Lampoon Vacation-film. Jij zult vooral Daley waarschijnlijk eerder kennen als acteur (uit o.a. Freaks & Geeks (tv) en Game Night), maar dat even terzijde. Christina Hodson schreef eerder mee aan Bumblebee en Birds of Prey and the Fantabulous Emancipation of One Harley Quinn, en was mogelijk al wat bekender als die Batgirl-film wél was uitgebracht dit jaar (al gaan de geruchten dat die film van het Vlaams-Marokkaanse duo Adil & Bilall (van Black, Patser, Bad Boys for Life én Ms. Marvel (tv)) dus zó slecht was, dat zelfs Warner Bros. hem liever maar niet uitbracht), want daarvoor schreef ze ook het scenario. Joby Harold, de vierde scenarist met een schrijfcredit, werkte eerder mee aan King Arthur: Legend of the Sword, Army of the Dead, Obi-Wan Kenobi (tv) en Transformers: Rise of the Beasts. Oftewel: dat lijkt een ‘door-studio-in-te-huren-gladstrijker’, om het even ietwat disrespectful te stellen.
Waarom Ezra Miller de laatste tijd negatief in het nieuws geweest is, daar weet ik niets van, maar hier heeft ie dus de mogelijkheid gekregen om een dubbelrol te spelen. En ook al lukte het de visual fx-teams niet om dat er altijd top uit te laten zien – een paar keer zie je duidelijk de ‘digitaliteit’; iets dat in eerdergenoemde bubbel ook de goedkopere keuze is geweest van waarschijnlijk de studio – Miller pulls it aardig off. Met z’n smeulende blik zit ie beetje tussen Robert Pattinson en Adam Driver in, maar het lukt hem ook wel om een goed-irritante en licht-puberale jongere versie van Barry Allen neer te zetten, die weinig verder van zijn We Need to Talk About Kevins Kevin af staat. En waar Miller wel een verbetering is ten opzichte van Grant Gustin uit de serie met dezelfde naam (waarvan ik een aantal seizoenen gezien heb), daar vond ik het jammer dat Kiersey Clemons de rol van Iris West speelt. Heel oppervlakkig, maar ik miste een beetje de aantrekkingskracht waarvoor Candice Patton in de tv-serie ogenschijnlijk nul moeite leek te hoeven doen. Verder kan ik Michael Shannons en Michael Keatons rollen nog wel gaan beschrijven, maar dat ze véél beter kunnen dan wat hier nodig is, dat is waarschijnlijk allang duidelijk…
Final credits
Nee, dat name droppen hierboven doe ik natuurlijk niet voor niets zo graag. Ik hoorde vooraf behoorlijk wat positieve verhalen over deze film, en ik moet toegeven dat ik me ook best wel vermaakt heb, maar uiteindelijk ‘won’ m’n cynisme het toch. En niet alleen doordat Marvel dit soort films dus ‘beter’ maakt, maar ook wel beetje door het onderwerp. Het probleem met multiversa is namelijk, dat áls er oneindig veel Aarde-planeten zijn, dat het niet echt erg is als er één vernietigd wordt. Nu zal ik niet beginnen over hoe dit prachtig gekoppeld had kunnen worden aan Rupert Spira-diepgang – bijvoorbeeld door halverwege de film de hoofd-Barry wél te laten sterven, en dan ‘gewoon’ door te gaan met de andere Barry als protagonist – maar dat was dus wel die gedurfde fantasie die tijdens de film in m’n hoofd voorbij kwam, en waarmee de film potentieel wel enorm VET was geweest.
Maar helaas…