Oppenheimer (2023)
Holy smokes, now that’s cinema..!
Al is Oppenheimer voornamelijk een portret van de vrij enigmatische man áchter de ontwikkeling van de Amerikaanse atoombom. Waardoor het ook een vrij minutieus verteld verhaal (met ontzettend veel verschillende karakters) is geworden, waardoor ik na een uur ook even de draad lichtelijk kwijtraakte. Een verwarring die goed past bij het grijs genuanceerde beeld dat geschetst wordt van een man, die na het succesvol ontwikkelen van dit massavernietigingswapen een tekst uit de Hindoe-tekst Bhagavad Gita aanhaalt (in Victoriaans Engels, dus met wat ‘rare’ grammatica): “I am become death, destroyer of worlds.”
Oppenheimer gaat namelijk niet primair over die gigantische ontploffing op 16 juli 1945 in de Jornada del Muerto-woestijn in New Mexico (door David Lynch overigens memorabeler getoond in Twin Peaks: The Return (tv)), of over de manier waarop dr. Oppenheimer daarna een politieke speelbal werd, maar over de worsteling van de beste man met wat ie gecreëerd heeft. En concluderend lijkt Christopher Nolan het wel met Lynch ‘eens’ te zijn…
Het verhaal
Gebaseerd op Kai Birds en Martin Sherwins Pulitzerprijswinnende boek American Prometheus: The Triumph and Tragedy of J. Robert Oppenheimer weet je vrij snel al dat dit geen lineaire vertelling gaat worden. Ja, je krijgt een geweldige inkijk in het volledige Manhattan Project in (vooral) Los Alamos, New Mexico, maar de film gaat net zo goed over wat er met deze briljante fysicus (Cillian Murphy) gebeurde vóór en vooral nádat zijn creaties ruim 200.000 Japanners het leven kostten.
De film wordt namelijk grotendeels verteld vanuit iemand die graag de tweede hoofdpersoon van deze film wilde zijn: voormalig Oppenheimer-baas en voorzitter van de Amerikaanse Atomic Energy Commission: Lewis Strauss (Robert Downey Jr.). Hij blikt tijdens een hoorzitting – waarin bepaald wordt of hij geschikt is als minister – namelijk terug op het aantrekken van Oppenheimer, het verloop van die succesvolle wapenwedloop met zowel de nazi’s als de Russen, maar ook op een behoorlijk geheim gehouden hoorzitting waarin Oppenheimer zelf het vuur gruwelijk lomp aan de schenen gelegd werd door vooral de ingehuurde Special Counsel Roger Robb (Jason Clarke). En dan is er ook nog een verhaallijntje met ene Albert Einstein (Tom Conti), waardoor Nolan zich dus uiteindelijk naar een samenkomst van drie of vier verhaallijnen moest zien te navigeren.
En vooral dáárin excelleert hij nogal indrukwekkend…
“Jeuj, we hebben een megabom ontwikkeld!“
Ja, dat moet zo’n beetje de ullige gedachte zijn geweest tijdens een speech die Oppenheimer gaf aan alle medewerkers in dat speciaal voor de ontwikkeling gebouwde dorpje in New Mexico. Waarin met interessant (en repeterend) sound design ook zeker de spanning in z’n briljante hoofd duidelijk wordt. Grotendeels dus vanwege dat citaat over die ‘verwoester van werelden’, maar ook omdat hij zichzelf en z’n eigen opvattingen onbelangrijk leek te vinden. Want waar hij grijs genuanceerd leek te willen blijven in een wereld die ontzettend op winnen en strijd gefocust was, trok zijn vrouw (een geweldige Emily Blunt) het totaal niet dat hij niet echt van zich afbeet. Als kijker voel je waarschijnlijk eenzelfde woede opkomen als ik, bij het zien van hoe zo’n man via slinkse trucjes van z’n geloofwaardigheid werd beroofd, maar daarnaast zie je dus ook aan veel dat hij misschien wel voelde ‘gestraft’ te moeten worden voor wat ie met z’n creatie veroorzaakt heeft. Hij zag duidelijk het fatalistische van elke mogelijke wapenwedloop, en als ik dan het cynisme van het allerlaatste shot terughaal, dan voel ik wederom wat kippenvel op m’n armen…
Cast & crew
Het is echt ondoenlijk om alle acteurs in deze film te benoemen (zie de uitgebreide lijst hieronder), want zelfs in zeer kleine rolletjes komen bijvoorbeeld Oscarwinnaars als Gary – True Romance, Darkest Hour – Oldman, Casey – Manchester by the Sea – Affleck, Kenneth – Belfast – Brannagh en Rami – Mr. Robot (tv), Bohemian Rhapsody – Malek voorbij. En mogelijk treedt Cillian Murphy na deze film wel toe tot het lijstje van Oscarwinnaars, want hij draagt de film met ogenschijnlijk groot gemak. Nu is zijn personage mogelijk nog altijd wat te controversieel voor sommige Amerikanen, dus misschien gaat dat hem tegenzitten. Daarnaast wordt z’n tragiek nergens over-gedramatiseerd. Iets waarvoor meer ‘ruimte’ was bij Emily Blunts rol, al slaat Nolan die zijweg nooit echt serieus in (dan was de film ook véél langer geworden, en de film is ook niet naar haar vernoemd natuurlijk…). Maar Blunt speelt een vrouw die nogal wat moet slikken erg goed, zeker ook omdat ze toont geen walkover te zijn. Waarbij ik overigens Downey Jr.’s kansen op een nominatie (voor Beste Bijrol) misschien wel net zo groot acht. Al wordt zijn performance wel erg strak ondersteund door de make-up & hair-afdeling.
Sowieso heeft Nolan weer de beste crew van de wereld bij elkaar getoverd. ‘Ons eigen’ Hoyte – The Fighter, Her, Interstellar, Dunkirk – van Hoytema lijkt net zo makkelijk prachtige vergezichten als bijna claustrofobische close-ups te draaien, terwijl zeker ook editor Jennifer Lame véél credits verdient. Maar ja, als je kijkt naar de TOPfilms waar zij de laatste tien-vijftien jaar de montage van gedaan heeft, dan zal waarschijnlijk jouw mond ook openvallen van verbazing. Waaronder ook Tenet, waarin ze dus al eerder samenwerkte met meester-verteller Christopher Nolan. Nolan regisseerde deze film niet alleen zeer indrukwekkend, hij vertaalde eerdergenoemde boek ook naar een filmscenario. Nu ken ik ’t boek niet, dus weet niet of daar al die verhaallijnen reeds door elkaar heen verweven waren. Ergens verwacht ik van niet, want Nolans script is filmtechnisch wel écht top. Wat hij daarna met regie, montage, muziek (van Ludwig – Black Panther – Göransson), camerawerk en sound design tot true cinema heeft omgetoverd…
Final credits
Want ja, gezien de releasedatum (en natuurlijk ’t contrast) wordt Oppenheimer vaak in één adem genoemd met Barbie (en zijn zelfs trailer mash-ups gemaakt (met titels als Barbenheimer en zo)), maar de verschillen zijn natuurlijk immens. Okay, ze hebben beide zeker ook relevantie in onze huidige tijd (vooral inzake tere mannen-egootjes, waarin Barbie ’t zelfs ‘wint’), maar waar Barbie vooral roze glamour en een sterk hedendaags-feministische, patriarchaat-filerende parabel is, toont Oppenheimer het waargebeurde, hyper-cynische verhaal van hoe we als mensheid eigenlijk gedoemd zijn ten onder te gaan aan onze eigen verdeeldheid. Waarin we dus ook maar moeten ‘geloven’ dat onze kant die ‘goede’ kant is, en iedere twijfel daaraan je zelfs verdacht maakt…
En ja, daar is dat kippenvel weer.