All of Us Strangers (2023)
Als je die zes BAFTA-nominaties voor dit prachtig pijnlijke, maar ook intrigerend ‘trippy‘ portret over eenzaamheid en depressie afzet tegen die ontbrekende Oscarnominaties, dan voel je waarschijnlijk direct hoe conservatief The Academy toch nog altijd is. Ik vrees namelijk dat ik wel weet waarom Amerikanen hier hun vingers niet aan durfden te branden, al hoop ik hard ongelijk te hebben.
Maar terug naar de film zelf, die nogal hauntingly in m’n hoofd blijft hangen. Niet alleen omdat maker Andrew – 45 Years – Haigh (of romanschrijver Taichi Yamada, op wiens boek de film gebaseerd is) een paar van ‘mijn’ ideeën vrijwel perfect in z’n film verwerkt heeft, maar vooral doordat het aantal interessante interpretatiemogelijkheden zich als een olievlek blijft uitbreiden in m’n hoofd. En dat overkomt me niet zo vaak…
Het verhaal
Adam (Andrew – Spectre, 1917 – Scott) woont in een splinternieuwe luxe flat. Zo nieuw, dat het brandalarm nog aan kinderziektes lijkt te lijden, want om de haverklap staat ie op z’n slippers buiten. Wel zo goed als in z’n eentje, want er woont dus nog bijna niemand in de flat. Behalve op de zesde verdieping, waar hij iemand in het raam ziet staan. Iemand die dus niet meer reageert op de vele valse alarmen, maar even later wél aardig dronken bij Adam voor de deur staat. Adam vertrouwt het echter niet helemaal, en wij als kijkers weten dan ook nog niet zeker of hun blikken verleiding, eenzaamheid of enkel Harry (want zo heet Paul – Aftersun – Mescals karakter in de film) zijn dronkenschap verbeelden.
Adam is overigens scenarioschrijver, maar veel verder dan “EXT. SUBURBAN HOUSE 1977” (pin me niet vast op dat jaartal) lijkt hij initieel niet te komen. Nu zal niet iedereen direct ‘scriptcode’ begrijpen, maar even later staat Adam dus buiten (“EXT.”) z’n geboortehuis ergens in een voorstadje van Londen. Met andere woorden: hij wil een verhaal schrijven over z’n ouders.
Maar wat gebeurt er, surrealistisch as f&ck, maar in de film juist geaccepteerd doordat de gevoelde emoties zo overweldigend zijn: z’n ouders doen de deur open! Maar dan wel z’n ouders in de leeftijd dat ze zijn overleden, toen de jonge Adam (Carter John Grout) pas 12 was. Dan ontstaat de situatie waarin hij z’n moeder (Claire – First Man, The Crown (tv) – Foy) haar ‘jaren 70-opvattingen’ over homoseksualiteit ‘moet’ laten herzien, terwijl z’n vader (Jamie – Billy Elliot, Jumper – Bell) – die ogenschijnlijk behoorlijk standaard patriarchaal niks moet hebben van “puffs” – juist ontzettend begripvol blijkt. Maar het rare is: de ouders weten ook dat ze zijn overleden, dus je voelt steeds duidelijker dat ze er vooral ‘zijn’ om Adam op één of andere manier te helpen.
En dan heb ik het nog helemaal niet gehad over de bijna perfect-prachtig ontluikende liefde tussen Adam en Harry…
Therapeutische trippiness
Om direct even iets te duiden, dat voor sommigen mogelijk een dealbreaker/vraag zal zijn: ik denk dat enkel ‘klassiek homofoben’ die sensuele scènes tussen Adam en Harry niet trekken. Ik schrijf m’n recensies graag voor een breed publiek (al weet ik ook echt wel dat mijn doelgroep niet uit “Iedereen!” bestaat), en ik herinner me de tijd nog dat ik zulke films mogelijk ‘lastig’ zou vinden. Dus dat anderen dat ook vinden, daar kan ik me wel iets bij voorstellen. Al speelde zich dit bij mij vooral in m’n pubertijd af, toen ik onzeker was over alles en die in mijn ogen klassieke homofobie voelde: dat ik nog ‘bang’ was dat je homoseksueel kon ‘worden’, waardoor je alles wat je potentieel kon triggeren maar stom vond (omdat het je ongemakkelijk liet voelen?).
En niet om de deugneus uit te hangen hier, maar ik ben best happy met ’t feit dat ik dus gewoon ongestoord kon genieten van hoe liefdevol alles in beeld werd gebracht. Waarbij de cameraman en zeker ook de gaffer (a.k.a. “chef licht”) behoorlijk wat credits verdienen. En waar veel IMDb-reageerders de authenticiteit van vooral de gesprekken tussen Adam en Harry prijzen, ga ik toch even een – spoiler alert – gebruiken, want net als de gesprekken met z’n ouders, blijkt uiteindelijk ook het grootste deel van de interactie met Harry zich enkel in Adams schizofrene en/of getraumatiseerd-depressieve hoofd af te spelen. En ik denk zelfs, dat All of Us Strangers het verhaal is dat Adam op z’n laptop aan het schrijven is (gelukkig valt de film niet door de ‘risicomijdende’ mand door het fantastische eindshot nog te laten dissolven in vingers die je “The End.” ziet typen of zo). En dat dát de reden is, dat Harry ook wel echt de meest perfecte (gevoeld als “authentieke”?) reacties geeft. Eigenlijk net zoals de scènes met z’n ouders vooral therapeutisch perféct lijken voor Adam – einde spoiler alert. Al is dat dus slechts één van de mogelijke interpretaties die je op deze film lost kunt laten. Waarbij ik nog twijfel hoeveel hiervan ‘projectie’ is, en hoeveel ‘interpretatie’; al lijken die begrippen ook wel ergens verbonden met elkaar natuurlijk.
Cast & crew
Gelukkig werd Scott wel voor een Golden Globe genomineerd, want hij speelt de rol echt ongelooflijk goed. Mogelijk dat hij veel pesterijen uit z’n eigen jeugd heeft kunnen gebruiken in deze rol, maar ik denk dat alles zo goed ‘echt’ aanvoelt vooral komt doordat zowel Scott als maker Haigh zelf homoseksueel zijn. Waar seks tussen twee mannen in film soms nog wel eens ‘activistisch’ aanvoelt (door het expliciet te tonen met een instelling van: “Wen er maar aan hetero’s: dit is hoe dat eruit ziet!“), daar wordt het hier zó naturel liefdevol getoond, dat ik allang voel dat ik er met dit typen veel meer nadruk dan nodig op leg. En dat doet de film dus gelukkig ook niet. Overigens is Mescal hier mogelijk nog wel indrukwekkender dan in Aftersun, al kun je de rollen ook niet echt vergelijken. En dat toont toch wel een bereik waar menig acteur jaloers op mag zijn (nee, dat komt niet enkel door dat andere kapsel). Met andere woorden: ik begrijp het wel, dat velen hem als één van de groteren uit z’n generatie beginnen te zien. Waarbij ik Bell en Foy overigens niets tekort wil doen. Hun rollen zijn wel wat kleiner, maar juist door de opzet van het verhaal mogen ze wel het beste van zichzelf laten zien.
Ik heb 45 Years nooit gezien. Misschien wel, omdat ik ook bij die film het gevoel had dat ie mogelijk wat zwaar was, en niet echt bij mijn belevingswereld zou passen. Net als bij All of Us Strangers, die ik ook pas twee weken na z’n release zag. Nu achteraf weet ik echter dat dit niet alleen een top 10-film van 2024 van mij wordt, maar ik voel ook een aardige connectie met hem als ‘maker’ (zie die onbescheiden “‘mijn’ ideeën” in de intro-alinea). Gelukkig gebruikt hij het thematisch gezien wel wat anders dan ik in m’n hoofd heb zitten, maar de therapeutische werking van verhalen is iets waar ik altijd met extra interesse naar zal kijken. Waardoor ik nu dus ook Taichi Yamada’s roman op m’n Bol.com-wensenlijstje heb staan…
Final credits
Weet je, ik heb na afloop van de film ontzettend veel aantekeningen gemaakt. Juist doordat dit zo’n film is die je niet snel loslaat (zeker niet als je er zo diep in zit als ik halverwege merkte), bleef ie ook maar rondspoken, dus ik ‘moest’ vannacht – toen de ‘trippy afterglow‘ van de film grotendeels was gaan liggen – ook nog een paar keer een extra notitie maken in m’n telefoon.
Zoals hoe de film interessant is voor mensen die bekend zijn met neurolinguïstisch programmeren (en/of The Work van Byron Katie), hoe heerlijk die 80’ies soundtrack is (met The Power of Love van Frankie Goes to Hollywood als belangrijkste), dat de film net zo goed vet trippy is als een prachtig pijnlijk portret van eenzaamheid en depressie, of ik inderdaad iets zag aan Harry’s vinger, en hoe een mogelijk foutje in de ondertiteling me nóg een laag dieper (of een hoekje verder) liet denken.
Zoals je ziet, ik blijf een beetje doorratelen. Beetje vergelijkbaar met hoe de trippiness uit de film na afloop ook aardig lang doorratelde in m’n hoofd. En dat betekent dat All of Us Strangers één van de interessantste films is die ik recentelijk zag. Of het ook één van de beste is, dat laat ik nog even lekker nasudderen in m’n hoofd. Iets dat overigens niet geheel vrijwillig is, maar dat is bij een goed en/of interessant kunstwerk misschien ook wel de bedoeling…